Koningin Juliana heeft het bij tijd en wijle zeer moeilijk gehad. Er waren stormen te over in haar leven! Hoe leefde zij mee met de rampgebieden in Zeeland en West-Brabant en de Zuid-Hollandse eilanden, na de bittere stormnacht van 2 februari 1953. Zij bezocht het ondergelopen land en troostte de mensen, die familieleden, have en goed veloren hadden. Maar gelukkig kon zij ook op bezoek gaan in het nieuwe land, aan de zee ontrukt, de drooggevallen polders in het IJsselmeer.
Ook aan het buitenland werd gedacht. Zo werd haar bezoek aan de Verenigde Staten in april 1952 een groot succes. Een ouderwetse tipparade in New York viel haar ten deel.
Ouderen onder ons herinneren zich nog zo goed al die foto’s van het Koninklijke gezin: vader, moeder en vier steeds groter wordende dochters. Zo’n opgroeiend gezin vraagt ook veel aandacht, en de koningin betreurde het vaak, dat zij die aandacht onvoldoende kon geven. Dat was de schaduwzijde van haar Koninklijke ambtsvervulling. Zoals alle ouders hadden Juliana en Bernhard ook wel problemen met hun kinderen, die graag hun eigen weg wilden kiezen.
Prinses Marijke was een echt zorgenkind. Zij is eigenzinnig en bepaalt zelf graag wat zij wil en doet. De naam “Marijke” wil zij ook niet meer. Die moest “Christina” worden en wordt het ook, vanaf 1963. Dan was er prinses Irene, die ook haar eigen weg insloeg. In 1964 lekt onverwacht uit, dat prinses Irene Rooms-katholiek is geworden en zelfs is “overgedoopt”. Nederland staat op z’n kop! In 1964 trouwt Irene met een Franse prins, zonder dat één van haar familieleden daarbij aanwezig is. Met prinses Margriet is het al niet anders. Ook zij gaat haar eigen weg en kiest een man uit het “gewone volk” uit tot haar echtgenoot. Er moet gezegd worden: dit gaf toch niet veel ophef onder het volk. Integendeel, velen vonden dat wel mooi. En de ouders zelf? Ach, de koningin had altijd gezegd: “Mijn kinderen moeten gewoon worden opgevoed, net als alle anderen, en zij mogen ook doen wat zij willen. Het is al erg genoeg, dat zij in zo’n glazen kastje zitten.” Dus, ik denk niet, dat de ouders daar een drama van hebben gemaakt.
Anders stond het natuurlijk met prinses Beatrix, de oudste, die later de troon zou overnemen. Die moest toch wel met iemand van Koninklijke bloede trouwen! Toch zeker met een prins of iets dergelijks. Maar, nee hoor, het werd Claus von Amsberg, een mooie naam, dat wel, maar toch niet van echte adel. Maar ach, wat maakt het ook uit! Hollanders zijn wat dat betreft erg nuchter. “Als zij maar gelukkig zijn!” Alleen het feit, dat ’t nou warempel net weer een Duitser moest zijn, die in de oorlog ook nog had meegevochten, dat zal velen niet lekker. En hoe! Dat bleek wel op de dag dat zij trouwden , in 1966: tussen de rookbommen!
Prins Claus heeft niet ‘meegevochten’ in de oorlog.