Vanuit Canada maakte Juliana ‘goodwill reizen’ naar de Verenigde Staten, waar zij overlegde met president Roosevelt en bevriend werd met diens vrouw Eleonore. Ook heeft zij in die jaren verschillende keren de West-Indische gebieden bezocht: Suriname, Curaçao en de overige Antillen. In september 1944 leek het einde van de oorlog in zicht en vloog de prinses naar Engeland. Helaas, de slag om Arnhem liet zien, dat de oorlog nog lang niet voorbij was. De verschrikkelijke Hongerwinter stond voor de deur. Toen ging de prinses weer terug naar Canada om tenslotte op 3 mei 1945 eindelijk in Nederland terug te keren.
Groot en warm was het onthaal van de Koninklijke familie na de bevrijding van ons land. Overal hingen vlaggen. Je snapt niet, waar ze opeens vandaan kwamen! En iedereen liep met Oranje op! Voor de zuidelijke provincies was het al in maart begonnen, de bevrijding van de gehate vijand. Op 12 maart verliet de koningin Engeland. Prins Bernhard, minister Gerbrandy en minister Bolkestein (de grootvader van de ons bekende Frits Bolkestein) waren al eerder een verkenningstocht wezen maken in het zuiden van ons land. Per auto kwam de koningin uit België. Zij ging in het dorpje Eede de grens over. Nu was zij in het zwaar geteisterde Zeeuws-Vlaanderen. Tien dagen lang sprak zij overal de mensen, die alles kwijt waren, moed in. Na ook nog een bezoek aan het bevrijde Brabant en Limburg keerde koningin op 23 maart naar Londen terug. Op 3 mei ten slotte zette de hele Koninklijke familie vaste voet op Neêrlands bodem. De bede uit het Wilhelmus: “Dat ik zal wederkeren in mijnen regiment” was eindelijk verhoord. Per Dakota, omstuwd door 12 Nederlandse Spitfires, landden zij op het vliegveld van Gilze-Rijen. Voorlopig gingen zij wonen in het landgoed “Anneville” bij Breda. Op de dag van de Bevrijding, 5 mei, hield Hare Majesteit een gloedvolle rede over de omroep (vanuit Eindhoven), waarin zij o.m. zei:
“Mannen en vrouwen van Nederland,
Onze taal kent geen woorden voor hetgeen in ons aller hart omgaat in deze ure van bevrijding van geheel Nederland. Eindelijk zijn wij weer baas op eigen erf en eigen haard; verslagen is de vijand van Oost naar West en van Zuid naar Noord; verdwenen het vuurpeloton, de gevangenis en het martelkamp. Voorbij is de nameloze druk van de vervolger, welke vijf jaar lang u heeft gekweld; voorbij is de verschrikking van de hongersnood.”
Met aangrijpende woorden bracht zij hulde aan de bondgenoten, de verzetsstrijders, de gevallenen, en riep zij allen op om de handen thans ineen te slaan. Nederland herrijst. Leve het Vaderland!
Twee dingen wil ik tenslotte nog in herinnering terugroepen: de geboorte van de vierde prinses, Maria Christina, op 18 februari 1947, en de ziekte van de koningin, waardoor vanaf 14 oktober 1947 prinses Juliana de regering van haar moeder waarnam. Op 12 mei 1948 kwam de aankondiging van de troonsafstand. Een 50-jarig regeringsjubileum mocht eerst nog gevierd worden! Daarna brak een nieuwe tijd aan: de regering van Juliana.