We waren met vakantie in Eerbeek, in een mooi park van Landal Greenparks, Coldenhove.
Toen we uit Barendrecht vertrokken, op vrijdag 10 juli, had ik al koude rillingen. Aangekomen in ons huis(je) te Eerbeek, kroop ik gelijk onder de deken. De volgende ochtend bleek de oorzaak van mijn ziek voelen: wondroos. Mijn linker arm was vuurrood. Omdat we toch ’s middags naar het ziekenhuis moesten voor de dialyse, heb ik verder geen actie ondernomen. Ik dacht wel antibioticapillen mee te krijgen, zoals dat in het verleden wel vaker gebeurd is. Maar de dienstdoend arts vond het beter, dat ik me na de dialyse zou melden bij de “spoedeisende hulp”. Met het aanprikken ging het ook al niet goed, een slecht voorteken? Op de “spoedeisende hulp” gaan ze je helemaal onderzoeken, bloed afnemen enz… Dat duurt maar en duurt maar! De taxi moesten we twee keer naar huis sturen. Tenslotte kwam er een internist, die me ernstig aankeek en zei: “Ik laat u niet gaan, ik neem u op”. Het was toen al over twaalven. Om half twee lag ik eindelijk in mijn bed! Nadat ze een infuus hadden aangebracht voor de antibiotica. Ik moest vier dagen aan het infuus liggen, voordat ik weer naar huis terugkeren kon. Gelukkig konden ze me dinsdagochtend dialyseren in plaats van ‘s-middags, zodat ik die middag weer kon vertoeven in ons vakantiehuis, onder de schaduwrijke bomen.
De dag daarna, op woensdag, hebben we de begraafplaats waar onze ouders begraven liggen, “Heidehof” in Ugchelen, bezocht. Op donderdag moest ik weer dialyseren en op vrijdag hebben we mijn broer en familie bezocht in Laren (Achterhoek).
Toen sloeg het noodlot weer toe! Vrijdag ‘s-avonds voelde Tilly de shunt niet meer. In de geneeskunde is een shunt een “niet-normale” verbinding tussen twee delen van het lichaam waar vloeistof doorheen kan stromen. Bij mij is die aangebracht in de linker bovenarm. Een shunt ten behoeve van nierdialyse maakt het mogelijk een dialysemachine aan te sluiten op de bloedbaan van de patiënt.
Bij mensen die door nierfalen aangewezen zijn op nierdialyse moet de dialysemachine met daarin de kunstnier worden aangesloten op de bloedbaan van de patiënt. Een normaal bloedvat is hiervoor ongeschikt omdat deze snel beschadigd raakt. Ook is een normaal bloedvat te klein waardoor er te weinig bloed doorheen kan stromen (bij hemodialyse moet er in ongeveer vier uur 40 a 60 liter bloed doorheen stromen!).
Er bestaan veel verschillende soorten shunts, maar veel voorkomende zijn de shunts waarbij een verbinding wordt gelegd tussen een ader en een slagader. Normaal gesproken vloeit het bloed niet rechtstreeks van een slagader in een ader. Bij een dergelijke kunstmatige shunt zal door de bloeddruk in de slagader de ader groter worden.
Als je je vinger op de plek van de shunt houdt, kun je de shunt voelen kloppen. Maar goed, op die vrijdagavond voelde mijn Tilly dus de shunt niet meer. Zij heeft heel gevoelige handen. Zelf heb ik die shunt nog nooit gevoeld. Omdat we toch de dag er op naar het Gelre-Ziekenhuis in Apeldoorn moesten om weer gedialyseerd te worden, hebben we verder geen actie ondernomen. Aangekomen in het ziekenhuis schrok de broeder, die mij zou aanprikken al van het verhaal, dat ik natuurlijk vertelde. Hij ging direct voelen, en ook hij voelde niets. Grote paniek! Ik moest direct naar het Maasstad-Ziekenhuis in Rotterdam, waar ik normaliter dialyseerde. In Apeldoorn konden ze mij verder niet helpen. De kinderen hebben mij er toen naar toe gebracht. Ik werd opgenomen op “Medium-Care”. Men wilde proberen door spoeling met een verdunningsmiddel de bloedstolling in de shunt weer te openen. Weer aan het infuus! Ik mocht drie dagen mijn shuntarm geen millimeter bewegen. Wat een ellende! Elke 6 uur bloed prikken, terwijl er geen ader meer te vinden was! Op maandagochtend werd gekeken hoe ver de stolling al verdwenen was. Helaas, nog niet genoeg. Dus plakten ze er nog 6 uur bij. Toen, op maandagmiddag rond drie uur, kwam het verlossende woord: de shunt was weer helemaal vrij. Ik hoefde niet geopereerd te worden! Met eigen ogen kon ik het zien, want ik lag op Radiologie voor een meters groot scherm. Wat was ik blij!!
Dinsdagochtend kon ik weer gedialyseerd worden en ‘s-middags was ik weer thuis, in Barendrecht. Toen zij een dialysevriend van de Gereformeerde Gemeente mij: “Je bent toch niet boos geweest op de Heere, hè?” Ik zei met oprecht hart: “Nee, ik ben alleen maar dankbaar, want het is toch allemaal goed afgelopen. De Heer zij alleen maar geloofd!”.
Beste dominee en mevrouw Kroes,
Wat akelig, wat u allemaal moet meemaken; een mens zou er verdrietig van worden en ongerust. Als u dan op vakantie bent en alles loopt zo tegen, dan zou je zo maar de moed op kunnen geven.
Maar, wat fijn, dat het leed weer geleden is en dat er zo alert gereageerd is door de kinderen en door het ziekenhuis.
Wij wensen u samen alle goeds toe.
Een hartelijke groet van Piet en Ien
Beterschap ds Kroes en uw vrouw! Liefs en Gods Zegen!!