Vanmorgen om 7 uur zat ik op de rand van het bed, zoals ik wel vaker doe: om de benen wat beweging te geven. Door het liggen verstijven zij en gaan vooral de knieën veel pijn veroorzaken. Ik nam een paar snoepjes om een wat frissere smaak in de mond te krijgen, met een grote slok water. Allemaal vast ritueel. Maar van wat er dit keer daarna gebeurd is, heb ik geen enkele notie…
Vaag herinner ik me, dat ik wakker werd, omringd door stoere mannen in werkpakken. Ik vroeg me af, wat die hier deden, begreep dat zij mij gingen vervoeren. En wel door het raam van de slaapkamer! Ik brabbelde nog: maar ik heb een traplift, en kreeg te horen: we nemen geen risico dat u daar van af valt. Weer een vage flits: ik lag in een ambulance en een vriendelijke man in een soort uniform vroeg mij of ik pijn had of benauwd was. Dat was niet het geval. Ik probeerde mijn ogen open te houden en vanuit de ambulance de weg te volgen. Toen we een gebouw binnenreden, wist ik dat we terecht waren gekomen in het nieuwe Maasstad- Ziekenhuis in Rotterdam-Zuid. In een onderzoekkamer kwamen allerlei verplegers en doktoren voorbij. De internist stond voor een raadsel, de neuroloog begreep er ook niets van.
Mijn lieve vrouw Tilly had natuurlijk het verhaal verteld: Hoe zij mij lange tijd op de rand van het bed had zien zitten, met de ogen dicht, en mij toen voorzichtig had neergevleid op ons zachte Aupingbed, denkend dat ik wel gauw wakker zou worden. Maar de tijd verstreek en er was bij mij geen beweging in te krijgen. Toen heeft zij onze dochter Alice aan de overkant uit haar bed gebeld. Zij heeft kennis van zaken van gezondheidsproblemen, want zij functioneert als interventieverpleegkundige in de club van Rouvoet: Jeugd en Gezin. Deze kwam spoorslags over en heeft 112 gebeld. In no-time stonden er twee ambulances voor de deur, waarna ook de brandweer zich present meldde. Het was een heel spektakel in de anders zo rustige van der Meulenstraat!
Ik werd overgeplaatst naar het Observatorium, waar de onderzoeken nog even door gingen. Toen het even rustig was en ik begon na te denken over deze bijzondere geschiedenis, herinnerde ik mij dat ik snoepjes had genomen uit een Ricola-busje. Dat moesten wel heel oude snoepjes zijn, want zij waren verhard en smaakten heel vies, zelfs een beetje bitter. Ik beet ze doormidden, zoals ik meestal doe, en heb de harde schil toen maar uitgespuugd. Pas uren later, toen ik lag na te denken in het ziekenhuis, ging bij mij het licht op: het waren helemaal geen snoepjes geweest! Het waren slaappillen! Ik herinnerde mij, dat ik, toen ik maanden geleden stopte met het slikken van een slaappil (een gewoonte overgehouden uit mijn verblijven in het ziekenhuis vorig jaar), de overgebleven pillen in het doosje van Ricola, gekregen van mijn kleinzoon Robin, had gedaan. Dit was, ik wil u wel vertellen, een Aha-erlebnis, een echte ‘eye opener’!
Opeens werd mij duidelijk, waarom ik zo diep in slaap was gevallen. Het nemen van drie slaappillen zonder omhulsel heeft blijkbaar een verwoestend effect, je wordt totaal gevloerd.
De mensen in het ziekenhuis waren gelukkig niet boos, toen het hun werd verteld. Hoe de ambulance- en brandweermensen zullen reageren als zij dit horen, weet ik niet. Ik hoop maar: zonder rancune. Zoiets kan iedereen overkomen, zegt men dan. Mij toch niet? Denk ik dan weer. Maar toch, het is gebeurd. In het ziekenhuis is de rust weergekeerd. De behandelende verzorgers en doktoren waren opgelucht. Toch alles veel beter zo dan wanneer er iets ernstigs aan de hand was geweest, waar men niet achter kon komen.
Rest mij nog iets over het nieuwe ziekenhuis te vertellen. Het nieuwe Maasstadziekenhuis is heel groot, echt big size, aan alle kanten, hoewel alleen het middendeel uit meerdere etages bestaat. Er is een zorghotel bij en een kraamhotel en allerlei verwante instanties. Het ziekenhuis telt 601 bedden. Hele mooie nieuwe bruikbare bedden, met TV en radio en alle mogelijke apparatuur. Leuk is dat de TV met een beugel kan worden verplaatst. Als je hem nodig hebt: naar voren, en anders naar achteren. Er is een riante aankomsthal met grote borden met de letters van het alfabet, die verwijzen naar de afdelingen. De weg “naar binnen” leidt over brede paden, aderen, zeg maar, van waaruit een netwerk van ruimtes te bereiken valt, allemaal genummerd, rondom een grote wachtkamer, van allerlei luxe voorzien, zoals een leestafel en een koffiebar. Dwars door dit grote complex loopt een Passage met verschillende winkels en een groot La Place restaurant.
Ik zal er nog vaak komen, met al mijn gebreken.
Ja, het was met het dagje wel, een dag om niet gauw te vergeten!
Het nieuwe Maasstad ziekenhuis in Rotterdam
Beste dominee Kroes,
Wat fijn om weer een teken van u te horen; het is weer al enkele weken geleden (met pasen dus) dat u schreef. Ik heb het dan ook gemist.
Maar gelukkig, nu weer een schrijven; gelukkig, dat het met de “snoepjes” goed is afgelopen. Hopelijk gaat het nu weer goed met u en bent u weer thuis.
Een hartelijke groet voor u en uw vrouw
Ien
Lieve Flip en Tilly
Gelukkig weer een berichtje.We waren ongerust over het wegblijven van je schrijven.Dachten het ergste maar gelukkig is dit allemaal goed verlopen
en ben je snel weer thuis.Wat zal je geschrokken zijn van die domme man van je Tilly!Heel veel sterkte allemaal
Warme groeten
Coos
‘Ik nam een paar snoepjes om een wat frissere smaak in de mond te krijgen, met een grote slok water’
‘Dat moesten wel heel oude snoepjes zijn, want zij waren verhard en smaakten heel vies, zelfs een beetje bitter. Ik beet ze doormidden, zoals ik meestal doe, en heb de harde schil toen maar uitgespuugd’
Ik vind dit een vaag verhaal… Wie neemt snoepjes nou met een slok water? Helemaal als je doel is om een ‘frissere smaak in de mond te krijgen’?! Daarnaast zeg je later dat je ze doormidden beet, dus toch niet doorgeslikt met een slok water? En wel de ‘harde schil’ uitspugen maar de rest dat ‘heel vies en zelfs bitter’ smaakte niet?
Volgens mij heb je gewoon bewust of onbewust teveel slaappillen geslikt. Een vergissing met ‘snoepjes’ lijkt mij in ieder geval erg onwaarschijnlijk….