Soms heb je een week met een begrafenis en een bruiloft. Je beseft dan hoe blijdschap en droefenis dicht bij elkaar kunnen liggen. Een rouwkaart en een trouwkaart, naast elkaar op het Tv-meubel. Je kunt het daar best moeilijk mee hebben. Soms is het leven dan een raadsel. Wel en wee zijn nauw op elkaar betrokken en we vinden er geen uitweg in. Het één gaat in het ander over, zó zit het leven in elkaar. Dood en leven, blijdschap en verdriet, wel en wee.
Ook in de Bijbel horen leven en dood bij elkaar. Maar tegelijk horen ze ook niet bij elkaar en sluiten zij elkaar zelfs uit. Denk maar aan Openbaring 21 vers 4: “De dood zal er niet meer zijn, en rouw en verdriet zullen er niet meer zijn”. In de Bijbel heeft het leven de boventoon. Komt de dood ter sprake, dan is het, omdat het verkeerd is gegaan met de mens, die ging zondigen en daardoor niet meer beantwoordde aan Gods bedoeling. Zonde en schuld zijn er tussen gekomen en hebben de dood gebracht. Maar Christus zegt: “Ik ben de opstanding en het leven, wie in Mij gelooft zal leven!” Daarom staat er in de Geloofsbelijdenis niet: “Ik geloof de zonden en de dood”, maar “Ik geloof de vergeving en een eeuwig leven”.
Ook wie in Christus gelooft, zal moeten sterven. Maar de dood is dan alleen nog maar de begrenzing van het aardse leven. Het verschrikkelijke (de zonde in de dood) is er af. Er straalt zelfs iets verblijdends uit: “Ik zie een poort wijd openstaan…” Dood waar is uw overwinning? Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heer, Jezus Christus (1 Kor.15, 57-58). Dus gaan we moedig voorwaarts, van wel naar wee, van begrafenis naar bruiloft, van dood naar leven! Het is immers alles genade.