Deuteronomium 18, 15
“Een profeet uit uw midden, uit uw broeders, zoals ik ben, zal de Here, uw God, u verwekken.”
Waarom heeft het volk zo’n profeet nodig? Om tweeërlei reden. Kijken we eerst naar wat aan onze tekst vooraf gaat: de verzen 9-14. Daar staat, dat het volk, wanneer het in het beloofde land gekomen zal zijn, niet moet gaan leven naar de gruwelen van de inheemse volken. Bedoeld wordt daarmee de gewoonte van waarzeggerij, het duiden van tekenen en sterrenbeelden, het uitleggen van voortekenen door tovenaars en bezweerders enz., heel het patroon van het toenmalige heidense leven. Alleen toenmalig? Nou, ik denk van niet. Ook vandaag komt het weer meer en meer voor. Heidense symbolen zoals de swastika, het hakenkruis, sterrenbeelden, glaasje-draaien, allerlei paragnostische ervaringen zijn actueel. “Ieder, die deze dingen doet, is de Here een gruwel” (vs.12). Dat is de ene achtergrond van de belofte, dat er een profeet zal komen. Het volk zal waarzeggerij en zo dan niet meer nodig hebben, want God zal voorzien door middel van die profeet. De andere reden vinden we in de verzen, die op vers 15 volgen: hier wordt teruggegrepen op het verleden, de situatie uit Exodus 20 en Deuteronomium 5: de wetgeving op de Sinai, toen het volk de stem van de Heer gehoord had uit het midden van de duisternis. Terwijl de berg stond in een brand van vuur, zei het volk tot Mozes: “dit vuur zal ons verteren, daarom spreek jij met God en dan met ons, dan zullen we het horen en doen.” In de persoon van Mozes had het volk dus een middelaar, een tussenpersoon. Maar hoe dat straks, als het volk in het beloofde land Kanaän zal zijn gekomen? Zonder Mozes nota bene, want Mozes wist dat hij het beloofde land niet in mocht komen! Geen nood! Want God Zelf zal daarin voorzien, Hij zal een middelaar zenden in de persoon van een profeet. “Ik zal Mijn Woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hem zeggen, wat Ik hem gebied” (vs.18).
In beide gevallen wordt de zwakheid van het volk zichtbaar, het volk dat zo kwetsbaar is, zo gemakkelijke heidense gebruiken en gewoonten aanneemt, zich daardoor laat verleiden van God af te vallen; het volk, dat ook tegenover God zo zwak staat en een Middelaar nodig heeft. Tegenover dit zwakke volk nu komt God met Zijn genade, Zijn nabijheid in de persoon van een profeet en in het woord van die profeet. Daarin zal steeds weer de barmhartigheid en goedheid van die machtige in het vuur wonende God merkbaar worden. Het volk hoeft niet bang te zijn en zich ook niet verlaten te voelen in dat nieuwe land, zonder de machtige leider die Mozes geweest is, want God Zelf zal met hen zijn. Is dat ook niet de boodschap voor ons vandaag? God komt tot ons en is ons nabij in de Persoon van Zijn eniggeboren Zoon Jezus Christus. In de komst van Christus vervult God de belofte uit Deuteronium 18. Luther en vele anderen met hem hebben dat ook zo gezien. Trouwens, wordt Jezus niet ook door het volk Israël als profeet gezien? Verschillende teksten in de Evangeliën wijzen daarop bijvoorbeeld de reactie van de mensen in Mattheüs 7, toen Jezus de jongeling uit Naïn had opgewekt: “En vrees beving allen en zij verheerlijkten God, zeggende: Een groot profeet is onder ons opgestaan, en : God heeft naar Zijn volk omgezien”. In ieder geval wordt in Deut.18 in de redevoering van Mozes beloofd, dat er een machtige profeet zal komen, misschien zelfs dat er altijd een profeet zal zijn om het volk te leiden en de openbaring van God door te geven. En of Jezus nu die profeet is, waarop hier gedoeld wordt, of Hij is de laatste in de rij van de profeten, waarop in onze tekst gezinspeeld wordt, zeker is in ieder geval, dat Jezus de profeet bij uitstek is, die ons de woorden van God uitlegt, ze voorleeft en daarin Gods liefde en genade voor mensen ons nabij brengt. Hij is het vleesgeworden Woord van God!
Net als de andere profeten is Hij mens, door God gegeven om de boodschap van God te verkondigen en het volk daarmee te leiden en God nabij te brengen.
Net ook als de andere profeten is Hij broeder onder de broeders. Hij is uit het midden van het volk en spreekt de taal van het volk. Hij is onze Broeder en is ons als zodanig heel dicht nabij, midden onder ons.
Net ook als de andere profeten heeft hij de opdracht het werk van Mozes voort te zetten, d.w.z. om Middelaar te zijn, namens God en vóór het volk, en namens het volk vóór God. Hij is als ’t ware “ambtelijk” bezig. Het gaat daarbij niet om de persoon in eerste instantie, maar om Zijn werk, Zijn ambt: God en volk elkaar nabij te brengen, met elkaar te verzoenen, God Zijn recht geven en het volk tot zijn recht te laten komen. Dit “middelaarswerk” vinden we in het hele Oude Testament terug. Denken we aan Samuel, Elia, Elisa, De Godsknecht uit Jesaja, de komende Messias, de eindtijdelijke profeet, door de profeten Jesaja, Micha en Zacharia aangekondigd. Altijd heeft God voor Zijn volk gezorgd. Altijd heeft God voor Zijn volk gezorgd. Het Woord van God, Zijn openbaring, vooral als gebod en genade, is te midden van het volk, van het begin af aan! God roept profeten om dit Woord door te geven. Denken we aan de roeping van Samuel, Jesaja en later ook Paulus. En het is nóg de opdracht van de Kerk de boodschap door te geven, om te verkondigen Gods recht en Zijn liefde, Zijn nabijheid ook: “Zie, Ik ben met u, tot aan de voleinding der wereld.” Het profetische woord, hoe velen voelen zich nog daartoe geroepen? Is deze roeping uitgestorven? Of verstaat de Kerk zijn opdracht niet meer? Zijn we met z’n allen te veel overgeleverd aan de verleidingen van de wereld en aan de gevaren daarvan bezweken? De toverij van de moderne techniek, de uitlegging van voortekenen door de moderne profeten van de natuurwetenschap?
Eén ding is zeker: ook voor vandaag geldt het Woord van God: “Ik zal u een profeet verwekken en zijn Woord zal u voldoende zijn… De man, die niet luistert naar de woorden, welke hij in Mijn naam spreken zal, van die man zal ik rekenschap vragen”. In Jezus hebben we deze profeet gekregen. Hij is gekomen en Hij komt. In Hem daalt God tot ons af. Hij blijft Zijn volk, dat is Zijn Gemeente, trouw. Hij blijft bij ons, omdat we Hem zo hard nodig hebben. Maar, dan moeten wij ook bij Hem blijven! Dan moeten wij ook Zijn Woord trouw blijven en Zijn liefde met de onze beantwoorden. Dat is Gods wil. Daartoe zendt Hij de profeet. Naar Hem moeten jullie luisteren! Op Hem moeten jullie horen! Daartoe is Christus op aarde gekomen om ons tot God terug te brengen, daarin ligt onze redding! Wie niet luistert, van hem of haar zal ik rekenschap vragen, zegt God. Wij staan hier voor de grote beslissing: leven of dood. Slechts twee wegen zijn er, er is geen tussenweg. Je kunt met God niet marchanderen! In het Woord van de profeet, dat is het vleesgeworden Woord van Christus, is het leven. Daarbuiten is alleen maar dood. “Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik een welgevallen heb”, zo spreekt God van Hem,” luistert naar Hem!”
Ja, luistert naar Hem, die gekomen is en komt, ook tot ons!
AMEN.