Psalm 121: 5
“de Here is uw Bewaarder”
Veel mensen in onze tijd leven in een zekere angst en krampachtigheid. Dit hangt samen met de onzekerheid van de toekomst en het wisselvallige van heel ons bestaan. Je ziet het op economisch en materieel gebied, maar ook op geestelijk terrein. Ik hoef alleen maar de kredietcrisis te noemen en de grote banken, die omvallen, met als gevolg kelderende beurzen, en u weet wel waar ik ’t over heb. Niets is meer zeker! Veel mensen zijn daardoor losgeslagen en op drift geraakt. Er heerst ook alom een grote verslapping en ongeïnteresseerdheid, alsof de mensen willen zeggen: “Waar doe ik ’t allemaal nog voor?” Of: “Het zal mijn tijd wel duren, waar maak ik me nog druk over?” Veel mensen zijn op zoek naar enig houvast, juist ook op geestelijk gebied. Zo ontstaan er kerken, die geen kerken meer zijn, allerlei stromingen, die voorwenden aan de mensen houvast te bieden, maar die toch ook vaak hun eigen leden in de kou laten staan. Waar vind je nog rust en zekerheid?
Overal om ons heen zijn huizenhoge bergen, die dreigend op je af komen. Het woord van de Psalmdichter is zeer actueel:
“Ik hef mijn ogen op naar de bergen,
Vanwaar zal mijn hulp komen?”
Voor de pelgrimsreizigers, die Jeruzalem naderden, waren het echte bergen, die het einde van de weg versperden. “Vanwaar zal mijn hulp komen?” vroegen zij zich terecht af. Zij hadden een gids nodig, die hen veilig bij hun reisdoel zou brengen. Maar hebben wij ook niet zo’n gids nodig? Temidden van alle vijanden, die ons bergenhoog belagen? In onze onzekerheid en angst, bij al ons vragen: “Vanwaar zal mijn hulp komen? Hoe kom ik er doorheen? Wat moet ik er mee aan? Wie kan hier uitkomst geven?”
“Mijn hulp is van de Here, die hemel en aarde gemaakt heeft” antwoordt de dichter van onze Psalm. De Bijbel is in deze dingen heel nuchter en terzake. De bijbel zegt niet: doe nu maar net alsof er geen bergen zijn, vergeet het maar, leef er maar gerust op los… eten, drinken en vrolijk zijn… carpe diem, pluk de dag! Nee, dat zou ook niet reëel zijn. De Bijbel zegt gewoon: de bergen zijn er en ze zijn erg gevaarlijk, en je kunt er niet aan ontkomen, zelfs niet door de stevigste roes. Maar daarnaast is er ook nog iets anders, Iemand anders: de Here, Jahwe, de God van het Verbond, de God, die trouw is van geslacht tot geslacht.
“Eeuwig trouw” is Zijn naam. En deze God is de Schepper van hemel en aarde. Schepper betekent ook Bewaarder, want Hij laat niet varen, wat Zijn hand eens begon. Hij onderhoudt Zijn schepping! Hij houdt het in stand, bewaart het, ook ons leven temidden van al die vijandige bergen.
“De Here is uw Bewaarder, uw Bewaarder zal niet sluimeren, de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt. De Here zal bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid.”
Tot 6 keer toe komen Gods “bewaren” tegen in deze korte psalm van slechts 8 verzen. Dat wil nogal wat zeggen! Dat wil heel wat zeggen over God en ons, namelijk dat wij een Bewaarder nodig hebben, en dat Die er is! En dat het p die Bewaarder aankomt in ons leven. Dat we niet aan Hem hoeven te vertwijfelen. Hij is heel zeker, je kunt altijd van Hem op aan! Let maar eens op wat er allemaal van die Bewaarder gezegd wordt:
1) dat Hij niet zal toelaten dat uw voet wankelt;
2) dat Hij niet slaapt;
3) dat Hij een schaduw is aan uw rechterhand (dat wil zeggen dáár waar u zich niet zelf kunt verdedigen; je hebt immers het zwaard in de rechterhand en bent daarom rechts het meest kwetsbaar!);
4) dat Hij uw uitgang en uw ingang bewaart tot in eeuwigheid.
Allemaal prachtige beelden! Om weer te geven, hoe dicht God bij ons is in alle gevaren om ons te redden. Hij bewaart ons totaal: ingang en uitgang van het leven. De Jood zegt het precies andersom: eerst de uitgang, uit de moederschoot, en de ingang, in de aarde. Maar wij mogen geloven, dat de ingang in de aarde is geworden tot uitgang in het eeuwige leven. Want het is Pasen geweest, de Heer is opgestaan en de graven zullen eens openbreken. Onze uitgang is veilig gesteld. Hij is u voorgegaan naar Galilea, naar Zijn Koninkrijk, om u plaats te bereiden. Daar zullen we Hem zien! Dat mag voor ons een geweldige troost zijn, in de wirwar van het leven. Het mag allemaal nog zo onzeker zijn, één ding is toch zeker: wij worden bewaard en “wie God bewaart, is wel bewaard!”
Het zal niet zo zijn, dat daarmee alle bergen verdwijnen, nee: zij zullen altijd om u heen zijn. Waarschijnlijk komen we nog in veel verdrukkingen terecht, maar we worden er wel in bewaard, we hebben een Gods, die ons veilig geleidt.
Door de nacht van smart en zorgen
Schrijdt de stoet der pelgrims voort,
Zingend lied’ren van de morgen,
Nu het nieuwe licht weer gloort.
God is Zelf vooraan geschreden,
Hij verlicht, verlost Zijn volk;
Baant het pad, dat wij betreden,
En verjaagt de donk’re wolk!
(Gez. 116, 1 en 3 Oude Herv. Bundel)
Lieve Vader in hemel. In dit nachtelijk uur mag de olie van Uw goddelijk Woord,als de dauw, druppelen in onze wonden.
Geef ons vrede, opdat wij ons kruis mogen opnemen en achter U aan dragen. Uw naam zij eeuwig dank
Beste jvd,
Dit is een heel mooi gebed!
Kruisdragen is een zwaar werk. Alleen met Gods hulp zijn wij daartoe in staat. Moge Hij je die hulp geven!
Met zegenbede, ds.Kroes.
mooi super geeft je wat hoop
Dank je voor de uitleg,
Groeten,
Wiebe