Het is zinvol, wanneer de overledene vanuit het huis van geloof en gebed wordt uitgedragen. Voor de nabestaanden kunnen de geloofsliederen tot steun en troost zijn in hun grote verdriet. Er wordt beleden, dat de dood niet het laatste woord heeft. Dit mag een klein lichtpuntje zijn in de verschrikkingen van de dood. Het wordt er niet minder erg door, maar het is toch goed om te horen dat er een Herder is die met je meegaat door het dal van de verschrikkingen des doods.
En ook dat er een Gids is, die ons veilig leidt naar het huis van de Vader met de vele woningen, naar de stille wateren der rust. We mogen ervaren, dat het in de Bijbel niet om de dood, maar om het léven gaat. De Bijbel eindigt niet voor niets met het visioen van Johannes in Openbaring 21, 4: “En de dood zal niet meer zijn, noch rouw noch verdriet noch moeite zal er meer zijn.”
De rouwdienst is ook de plaats van “gedenken”. De gedachtenis aan al wat die éne mens voor ons heeft betekend. Ieder mens is uniek, een van God gegeven schepping. Daarom mogen wij ook over hem of haar spreken. Want die mens is een stuk op mijn levenspad geweest, een metgezel, een partner, een maatje. Die mens was daardoor iets van jezelf. Je bent door hem of haar gegroeid, gevormd, medemens geworden. Daarom doet scheiden ook zo’n pijn. De dood haalt een stuk uit je zelf weg. Daar spreken we over in de rouwdienst: wat de overledene voor je geweest is, hoe zeer je hem of haar daarom mist. We doen dat in relatie met Iemand, Die dat ook heeft meegemaakt: Jezus Christus. De mens, die dood was, en zie: Hij leeft!
We noemen een rouwdienst daarom ook wel “dienst van gedenken en verwachten”. We kijken niet alleen terug, naar wat geweest is en wat nooit meer weer komt, maar we zien ook vooruit naar het leven, dat komt. Hoe kom ik er doorheen? Hoe kan ik nog verder? De Heer van het Leven is bij u, en wij staan om u heen. Je mág iets verwachten voor de toekomst, al lijkt die je ook zo donker en ondragelijk. Die Heer gaat met u mee en zal u dragen.
In de rouwdienst wordt gezongen en gebeden. Veel gebeden . In de eerste plaats is daar het danken voor Gods genade in het leven van de overledene. Voor wat hij mocht zijn in zijn liefde en zorgen voor u en uw gezin. Dat we haar of hem bij ons mochten hebben als vrouw of man, dochter of zoon, vriendin of vriend, collega, buurtgenoot, lid van de Gemeente. Dan zijn er de voorbeden voor de nabestaanden, maar ook voor de overledene zelf. We noemen de naam van onze dierbare voor God. We bidden voor de overledene, niet omdat wij twijfelen aan de genade en zorg van God voor hem of haar. Integendeel: juist, omdat we van die genade en zorg afweten. We bidden ook voor de overledene, omdat we met hem of haar verbonden blijven. In het gebed kunnen we die verbondenheid tot uitdrukking brengen. We blijven als ’t ware aan elkaar denken en voor elkaar zorgen. De dood kan geen scheiding maken tussen mensen, die van elkaar houden. Daarom noemen we zijn of haar naam voor God, wij dragen hem of haar aan de Heer van het Leven op.
Tenslotte is daar in de rouwdienst het zingen. Velen hebben daar moeite mee. Hoe kun je nog zingen, als je zo veel verdriet hebt? Toch is het ook vaak zo, dat wat met woorden niet meer gezegd kan worden nog wel gezongen kan worden. Er is verdriet, waar geen woorden meer voor zijn. Laten we dan toch zingen! Liederen van geloof, hoop en liefde. Liederen, waarin ons verdrietige hart zich kan uitschreeuwen Liederen, die al het kwaad van de dood overstemmen. Liederen, die uit de hemel ons worden toegezongen.
Het is een zegen, wanneer nabestaanden en familie, aldus gedragen door de kring van Gemeenteleden, afscheid kunnen nemen van de dierbare dode. Zeker, wanneer men één van gevoelen en geloven is met de overledene. Wanneer men dus weet, dat deze het ook zelf zo gewild zou hebben. Helaas is dit laatste niet altijd het geval. Ik denk aan wat je tegenwoordige nogal eens tegenkomt: dat een kerkelijke begrafenis zeker in de geest van vader of moeder zou zijn, maar geen zin meer heeft voor de kinderen. Als de kinderen er dan toch een dominee bijroepen -uit respect voor vader of moeder- dan is dat voor die predikant een extra moeilijke opgave. Zelf heb ik het altijd graag gedaan, omdat je juist bij een begrafenis nog kan laten horen wat geloof eigenlijk te betekenen heeft. En wie weet? Misschien raak je bij iemand een gevoelige snaar, zodat die tot geloof kan komen.
Het komt tegenwoordig ook meer en meer voor, dat er geen rouwdienst meer is. En dat geeft dan aan de mensen, die de overledene goed gekend hebben en wisten dat hij of zij een gelovig mens was, een akelig gevoel. Wanneer er zo afscheid genomen moet worden, zonder een hoopvol woord, is dat een kil gebeuren. Daarom is het heel goed, wanneer ouders dit met hun kinderen bespreken. Als dat tenminste mogelijk is. Ik weet, dat het soms moeilijk is. Bij het bespreken van de begrafenis heb ik kinderen horen zeggen: vader of moeder praatte nergens over, het was gewoon taboe. Voor kinderen is het dan niet gemakkelijk om de juiste beslissing te nemen. Voor de predikant is het dan zaak om de overledene recht te doen en de kinderen geen schuldgevoel te geven. Zonder dat het geloof wordt opgedrongen kan er in zo’n geval toch ook heel menselijk door de predikant tot de familie gesproken worden. Het komt er op aan dat de dominee weet te luisteren naar de noden en behoeften van de familie.
Het Evangelie komt dan vanzelf tot Zijn recht.
Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe,
Al wisselen ook dag en nacht.
Ik ken de rots, waarop ik bouwe:
Hij feilt niet, die uw heil verwacht.
Eens aan de avond van mijn leven
Breng ik, van zorg en strijden moe,
Voor elke dag, mij hier gegeven,
U hoger, reiner loflied toe.
(Gezang 390, 3)
Beste Ds Kroes, ik wil u hartelijk bedanken voor het gebed in de rouw dienst dat heb over genomen, ik kon hetniet meer vinden en u wel.
Het is zo mooi dat ik het wil lezen voor mijn mam (zij is negentig jaar)
als de Heer haar haalt, er staat alles wat waardevol is voor de Heer en mijn mam, zij houdt heel veel van haar Herder. Wij zijn daar zo blij mee. Nogmaals mijn dank!! Hartelijke groetjes ook voor u Vrouw.