Een vraag, die ons allen weer bezig houdt in het lijden, dat is de vraag van het “waarom?” Wat heeft het lijden voor zin?
Nu is het bijzondere van het Evangelie. Dat niet alleen wij mensen met die vraag worstelen, maar ook Jezus, de Zoon van God! “Nu is mijn ziel ontroerd en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure!”
Jezus heeft er moeite mee, als het lijdensuur gaat komen. Hij is “ontroerd”, dat wil zeggen aangeslagen, uit het evenwicht, precies zoals wij dat ook kennen, als de lijdenstijd in ons leven komt. Daar raak je goed van in de war. Je komt overhoop te liggen met je leven, met de mensen om je heen, de zekerheid van je bestaan, je toekomst. Kortom: je ligt overhoop met je zelf. Bij Jezus is het ’t heel bijzondere uur, dat nadert, het uur, waarvan Hij weet dat het komen moet, het uur van het lijden om en voor de mensen, Gods uur van verzoening. Hoe onbegrijpelijk ook, dat Gods uur voor Jezus het lijdensuur moet zijn, Hij weet er van en huivert er ook even voor terug, even maar, maar toch heel intens. Het is alsof er in Zijn woord een angstkreet ligt: “Vader, verlos Mij van deze ure!” Doodsangst overvalt Hem, hier staat de Machtige. De Zoon van God heel dicht bij ons. Wat een geweldige troost om dat te mogen weten! Niet dat het ons lijden opheft, maar het wordt er wel dragelijker door, wanneer je weet dat je in je angsten niet alleen staat en dat Jezus door diezelfde doodsangst is heengegaan voor u, in uw plaats!
Maar dan breekt het licht ook reeds door. Dan weet Jezus het weer: God verlost, heel zeker, maar voor die verlossing is juist dat lijdensuur van Hem nodig. “Maar hiertoe ben Ik in deze ure gekomen , Vader, verheerlijk Uw Naam!” Vanuit het diepste punt van Zijn lijden en angst kijkt Hij op naar de Vader en ziet Hij de “gloria Deï”: “Niet Ik, maar U moet eer ontvangen!” Hij moet door het lijden heen om Gods Naam te verheerlijken. Zou dat voor ons ook niet betekenis hebben? Menigeen komt voor een lange diep weg te staan, een lijdensweg. Geve God, dat je dan bidden kunt met Jezus: “Vader, verheerlijk Gij Uw Naam!” Om dan ook met Jezus te horen: “Ik heb hem verheerlijkt en Ik zal hem nogmaals verheerlijken.” Zó mag het bijna ondragelijke kruislijden de warme glans krijgen van de verheerlijking. Van het lijden en via het lijden mogen wij opgaan naar het eeuwige licht, het Paaslicht!