In de kerkelijke Lijdenstijd worden we elk jaar weer geconfronteerd met de vraag naar het lijden. Waarom is er zo veel lijden? Wat is de zin er van? Met veel dingen komen we tegenwoordig klaar. De wetenschap staat voor niets. Maar het lijden, en de uiterste consequenties daarvan zoals dood en ziekte, blijft een probleem, waar we nog steeds grote moeite mee hebben. Wij hebben er eigenlijk geen woorden voor en weten er geen antwoord op.
“Vader, verlos Mij uit deze ure!” (Johannes 12, 27)
Ook Jezus komt met het lijden in aanraking. En hoe! Van de Zoon van God en de Zoon des mensen zou je het eigenlijk niet verwachten. Had Hij het dan niet kunnen voorkomen? Hoor, hoe Hij bidt: “Nu is Mijn ziel ontroerd, en wat zal ik zeggen?Vader, verlos Mij uit deze ure!” Ook Jezus heeft er moeite mee, als het lijdensuur gaat komen. Hij is ontroerd, Hij is aangeslagen, zoals wij dat ook kennen, als het lijden in ons leven komt. Je hebt een overlijdensbericht gekregen of een slechte uitslag in het ziekenhuis. Daar raak je door van je stuk, je komt overhoop te liggen met je leven, met je toekomstverwachting, de zekerheid van je bestaan. Het raakt je zelf helemaal, lichaam en geest, je existentie. Alles komt ineens op losse schroeven te staan.
Bij Jezus is het heel bijzondere uur, dat nadert, het uur waarvan Hij weet dat het komen moet. Het is het uur, waarin Hij zou lijden voor de mensen. Het is Gods uur. Wij begrijpen niet, hoe Gods uur het lijdensuur voor Jezus kan en moet zijn. Maar Jezus weet het en Hij huivert er even voor terug. Het is alsof er in Zijn uitroep een angstkreet ligt: “Vader, verlos Mij van deze ure!” Hier staat Jezus, de Zoon van God, heel dicht bij ons, mensen, in onze doodsangst. Het is een geweldige troost voor ons om dat te mogen weten: wij staan in deze angst niet alleen. Hij stond er ook in en Hij is er doorheen gegaan voor ons! Zijn verwarring is zelfs zo groot, dat Hij niet meer weet wat Hij moet zeggen: “Nu is Mijn ziel ontroerd, wat zal Ik zeggen?” Tegenover het lijden is een mens met stomheid geslagen, ook Jezus.
Tegenover het diepste lijden, de angst voor de dood, vindt een mens geen woorden meer. Je kunt ver ook maar ’t best het zwijgen toe doen, óf roepen tot God, een kreet om verlossing, zoals Jezus deed: “Vader, verlos Mij van deze ure!” Help Mij toch, want uit mij zelf kan ik niet verder! Tot Wie zouden wij anders heengaan in onze nood? Jezus laat het ons zien, welke weg nog openstaat, gelukkig maar.
Ik weet het wel, hoe dwaas het klinkt,
Wanneer de moed u haast ontzinkt:
De Heer is met u.Het klinkt zo dwaas in zorg, gevaar,
Maar het is ongelooflijk waar.
De Heer is met u.Wanneer u staat voor moeilijk werk,
Uw moed is klein, uw angst is sterk:
De Heer is met u.Wanneer u dood’lijk eenzaam bent
Omdat geen mens u waarlijk kent:
De Heer is met u.Wanneer God u een offer vraagt
Waarom uw hele wezen klaagt:
De Heer is met u.Als u zich nauwlijks staande houdt,
Uw hoop verdween, uw hart werd koud:
De Heer is met u.En komt u in Dood’s schaduwdal
Dan mag u weten, dan vooral:
De Heer is met u.De Heer is met u, vrees dan niet,
Maar zing uw overwinningslied:
De Heer is met mij!Nel Benschop
(uit de bundel “Een open hand naar de hemel”)