Soms kan het verdriet zo groot zijn, dat een mens geen tranen meer heeft. “Huil nu maar uit, doe ’t maar gerust… Nee, ik kán niet meer, kon ik nog maar huilen!”
Op het einde van de Bijbel, in Openbaring 21, ontmoeten we ook huilende mensen. De Bijbel is levensecht en tekent ons de mens zoals hij is, met al zijn emoties. Ook verdriet hoort bij het leven, helaas. Huilende mensen, een wereld vol tranen… Maar diezelfde Bijbel tekent ons ook nog een andere werkelijkheid, een visioen, een openbaring: dat God naar die huilende mensen toekomt en de tranen van hun ogen afwist.
Tjonge, dat zal toch wat zijn! Alle tranen weg! Zoals vaders en moeders dat doen, wanneer hun kind verdriet heeft: een kusje er op, even op schoot en weg met die tranen. God doet nog meer: Hij droogt niet alleen al die tranen, maar gaat er ook voor zorgen dat er geen tranen meer komen. Daar staat in Openbaring: “De dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn.” Alle bronnen van de tranen doet God opdrogen!
Wij hebben soms tranen gedroogd en wij moeten soms zeggen: “Huil maar even uit, dat lucht op.” Maar wij kunnen nooit verhinderen, dat er nieuw verdriet komt bij de mensen en bij ons zelf, met veel stromen van nieuwe tranen. Laten we daarom dat visioen van Johannes in Openbaring voor ogen houden! Wat wij niet kunnen, dat zal God eens doen. Geen tranen meer, allee blijde gezichten… wat zal dat heerlijk zijn! Zo’n vooruitzicht geeft moed en troost in de lijdenstijd van het leven, waaraan soms niet te ontkomen is.
Geachte heer Kroes,
Ik vind uw stuk prachtig en zou graag willen dat meer mensen dit lezen.
Mag ik dit stuk gebruiken voor mijn website?
Heeft u toch bezwaar, zou u mij dan een e-mailtje willen sturen?
lemon@lemonsplace.com
Met vriendelijke groet,
Lemon
Hallo Lemon!
Natuurlijk mag je mijn artikelen gebruiken. Succes er mee! Groeten, ds.Kroes.