“Barmhartigheid, vrede en liefde worden u vermenigvuldigd.”
Het kleinste boek van de Bijbel, Judas, slechts één hoofdstuk, begint met een drietal woorden die de Bijbellezer niet onbekend zijn.
Eerst is daar “barmhartigheid”, dat is Gods trouw, waarmee Hij voor ons opkomt in onze nood. Als God onze nood ziet, denkt Hij niet: dat heb je er nu van, dat heb je je zelf aangedaan, eigen schuld, red je dan ook maar zelf. Nee, zó zouden mensen denken, maar –gelukkig- God niet. Integendeel: Hij helpt ons uit de nood, Hij springt er middenin, Hij redt. Daarvoor is Jezus op aarde gekomen, om dát te laten zien! Jezus’ naam betekent ook “God redt”, dat is veelbetekenend: God is een-en-al meelevend, meelijdend met ons. In deze zin spreken we van Gods barmhartigheid en wensen we ook elkaar – zoals Judas dat doet – barmhartigheid toe.
En dan “vrede”, sjaloom. Dat is het heil, wat God aan de mensen schenken wil en dat alles omvat, de mens in al zijn doen en laten. Het gaat er om, dat de mens in de goede verhoudingen gaat leven met God, de wereld en zich zelf. Heb je ’t goed met God, dan heb je ’t ook goed met je medemensen en met je zelf. Dat wordt in de Bijbel “vrede” genoemd. Het betekent ten diepste, dat de mens opgenomen mag zijn in de gemeenschap van God.
En tenslotte “liefde”. Lees Philippenzen 2. We lezen daar hoe God Zich neerbuigt naar de mens, hoe Jezus de hemel verlaat om aan ons mensen gelijk te worden. Daarmee wordt alles weggedaan, wat ons nog van God scheidt. Zó groot is Gods liefde. Hij doet weg, vergeeft en zuivert, wat er verkeerd is. Hij ziet ons als ándere (lees: betere!) mensen. De liefde bedekt alles. Lees 1 Korinthe 13!
Wat bij God zó is, wat Zijn wezen uitmaakt, waarin wij Zijn genade mogen ontvangen: barmhartigheid, vrede en liefde, dat bidt de apostel Judas ook ons toe. In Christus zijn zij al ons deel, dat is zeker, maar Judas wil, dat het ook in de praktijk van ons leven “barmhartig, vredig en liefdevol” zal toegaan. Laten we daar dan ook voor onszelf en voor elkaar om bidden en daarin Gods zegen ontvangen!