Vader en God van alle troost,
Verleen ons door Uw heilig Woord en Uw Geest
Een vast, opgewekt en dankbaar geloof
Opdat wij deze en alle nood
Zalig kunnen overwinnen.
Laat ons eindelijk proeven en ervaren
Dat het de waarheid is,
Wanneer Uw lieve Zoon Christus Zelf spreekt:
“Wees getroost, Ik heb de wereld overwonnen.”
Een gebed van Maarten Luther. Het wijst ons op God, Die de grote Trooster is. Mensen mogen dat soms ook zijn. Dr.D.Lissenburg zegt in zijn boekje “Troost voor mensen in rouw”, dat troost een teken is dat heenwijst naar de Trooster. Maar dan moet het wel echt uit het hart gegrepen zijn! Geen clichés alstublieft. Het helpt zeker niet, als je troost met “je bent niet de enige, die er slecht aan toe
is”. Gedeelde smart is halve smart…, o ja, maar dan alleen als ook echt gedeeld wordt.
Het helpt niet als gezegd wordt (en hoe vaak hoor je dat niet?): “het zal wel ergens goed voor zijn, wie weet waarvoor hij of zij gespaard is, het had nog erger kunnen zijn…” Dat is echt schrale troost!
Vaak is de enige troost die mensen elkaar aanbieden: dat zij geduld moeten hebben, dat het allemaal wel goed komt. Daar heb je echt niets aan! Maarten Luther wijst dan ook niet op mensen, maar op Christus Zelf, Die de mensen troost met het feit dat Hij de wereld heeft overwonnen. In Johannes 14, 16 staat dat Hij de Trooster zal geven: de Heilige Geest. In het Grieks heet Trooster ‘Parakletos’, dat is ‘Degene die er bij geroepen wordt’. Het Latijnse ‘advocatus’ betekent hetzelfde. We hebben soms een advocaat nodig! Iemand die ons bijstaat. De discipelen hadden het erg moeilijk, toen Jezus van hen was weggegaan. Zij voelden zich als ‘wezen’, zo eenzaam en verlaten, zonder vader en moeder. Maar zegt Jezus: het zal niet zo blijven, er komt een Bijstand, een Trooster. Zo mag het ook met onze troost zijn: hulp, bijstand, steun!
Als we bij een rouwende komen, zeggen we zo gemakkelijk: ik condoleer u, om aan te geven dat je met die persoon meeleeft. Maar ‘condoleren’ betekent eigenlijk ‘meelijden’. Dan gaat het niet zo zeer om meeléven, maar om meelijden. Dat gaat veel dieper! Dan zijn ‘t niet alleen woorden, maar je biedt je hulp en steun aan, je zelf met wie je bent en wat je hebt. Wij worden er bij geroepen om zó te helpen!