Ze stonden in een halve cirkel voor me. Hun hoofden waren eender, maar ogen, neuzen en monden ontbraken. Oren hadden ze ook niet, zelfs het haar was afwezig. Op de glanzende schedels rustte een rondje zodat ze een beetje heilig werden. In de peervormige delen onder de hoofden vermoedde ik boven- en onderlichamen. En omdat benen en voeten moeilijke vormen hebben had de kunstenaar deze gemakshalve in het peervormige deel verstopt. Maar armpjes waren er wel en ze waren prachtig in de verschillende buigingen en standen. Bovendien waren ze heel broos en broosheid is vaak ontroerend. In de nauwelijks zichtbare handjes werden minuscule muziekinstrumenten vastgehouden. Ik zag een trompet, een dwarsfluit, een klein snaarinstrument en om het orkestje volledig te maken ontwaarde ik tot slot cimbalen. Het mooist waren de vleugels in drie geledingen. Het licht viel niet alleen tussen de geledingen door, het licht viel als betoverend door de hele vleugel. Dat kon, want het waren vier engelen van glas. En is er iets mooiers denkbaar dan doorzichtige engelen?
Ik zette de computer aan, want ik wilde mijn hart luchten over zoveel teers. Willem bekeek me nauwgezet vanaf de vensterbank en mat de kansen om het met mij aan te leggen. Hij sprong, stapte kordaat over het toetsenbord. Niet uit te spreken klanken verschenen op het scherm. Ik wiste de letters, duwde Willem weg en toen gebeurde het. Eén van de vier engelen tuimelde om en lag hulpeloos op het peervormig onderstel te wiebelen. Mijn hartslag versnelde. De engel werd eerbiedig overeind gezet en net toen ik opgelucht adem wou halen zag ik het: de dwarsfluit was verdwenen. Er gebeurde van alles, waarbij de heiligheid ver te zoeken was. Ik zei een lelijk woord, taste voorzichtig over de tafel, vond een glassplintertje, liet mijn vingers op de tast verder gaan en voelde een staafje glas: de dwarsfluit!
De rest van de morgen ben ik bezig geweest met lijmen, geen eenvoudig karwei. Onder fel lamplicht probeerde ik de breukvlakken op de juiste manier tegen elkaar te drukken, maar het bleef wankel en ook de stand van de fluit leek absurd. Na veel gepruts stond het heilig viertal weer naast elkaar. Er daalde een onverklaarbare rust op me neer en in die rust hoorde ik ze heel fijntjes musiceren. De dwarsfluit klonk er bovenuit…
Aly Brug.
(Eerder gepubliceerd in Centraal Weekblad.)