Vanmorgen stond ik vroeg op, er was veel te doen. Allereerst wilde ik het gras maaien, want er werden in de namiddag fikse buien verwacht. Thee en een broodje, de krant kon wel wachten. Mijn ogen gleden over het grasveld, een misselijk makend gevoel viel rauw op mijn dak. Precies in het midden lag een blanke duif, tenminste de helft lag er nog, de andere helft was weg. Gewoon weg! Het liefst was ik onder een luide gil het huis weer ingestormd voor hulp. Gewapend met stoffer en blik naderde ik de duif schoorvoetend, zond een klein gebed omhoog en lei mijn gevoel stil. Heel voorzichtig veegde ik de halve duif op het blik. Ik moest steeds naar die ene poot kijken, zo slank en zo edel. Tussen het tuingereedschap vond ik een schepje. Het was slechts een halve duif, het graf hoefde niet zo diep. Met een brok in de keel liet ik de duif in het graf glijden en sloot het vervolgens in razende vaart. Mijn gevoel begon weer terug te komen, het karwei moest in haast geklaard. Tot slot harkte ik de plek mooi vlak, lei er witte viooltjes op en ook een paar kiezels, naar Joods gebruik. Want ja, de duif speelt door de hele bijbel heen een bijzondere rol. En toen was alle energie op. Ik nam een beker chocolademelk om bij te komen. Willem schoof naast me op de bank. ‘Heb jij dat gedaan van die duif?’, begon ik mijn speurderswerk. Willem kneep de groene ogen toe, zijn kop leek heen en weer te gaan in ontkenning. Ik wist genoeg: het was vast Minetje van hiernaast. Ik wandelde naar mijn lieve buurvrouw en vertelde over de moord. Haast plechtig besloot ik het verhaal en noemde de naam van de vermoedelijke dader: Minetje. Maar ach mijn buurvrouw was bedroefd, ze had net een zieke kip moeten begraven. Met die kip had ze een goede band. Het verhaal over de duif schoof naar de achtergrond. We hebben samen het graf van de kip op gepaste wijze verzorgd, daarna dronken we met waterige ogen chocolademelk. Vanuit de tuin staarde Minetje ons aan, ze zat precies op de plek van de moord. Daders keren altijd terug naar de plaats van het misdrijf, het was dus Minetje. Tevreden begon ze zich te wassen…
Aly Brug
(Eerder gepubliceerd in Centraal Weekblad.)