Ik kreeg een mailtje met foto van onze neef uit München. Hij had de top bereikt! Wel te verstaan: die van de Mont Blanc. Een felicitatie waard hoor!
Zo lang als wij neef Eelco kennen (en dat is van zijn geboorte af!), wilde hij al hoger op, als er bergen in de buurt waren. Zaten wij (de hele familie) lekker onder aan de berg te zonnen, was hij nergens meer te vinden. Ja, eindelijk zagen we hem: een kleine stip helemaal boven op de berg!
Dat blijft dus voor hem een gedenkwaardige dag, die 31e juli 2009. Helemaal op de top van de Mont Blanc. Daar kon hij vroeger alleen maar van dromen. Fijn (voor ons allemaal), dat hij ook weer heelhuids is weergekeerd. Want dat is toch niet vanzelfsprekend. Ik las dit weekend in de krant, dat twee mensen, een Belg en een Zwitser, waren omgekomen bij de beklimming van de Italiaanse kant van de Mont Blanc.
Eelco (rechts) op de top van de Mont Blanc (31 juli 2009)
Zij bevonden zich op een hoogte van ongeveer 4400 meter, toen een van de twee ten val kwam en de ander meesleurde. De mannen maakten een val van 500 meter. Elk jaar komen daar tientallen alpinisten om het leven. Waarom ze het dan toch doen? Het schijnt een kick te geven, waar je nooit meer vanaf komt. Je moet er wel heel wat voor hebben, want – zo schrijft Eelco- de terugreis naar München duurde net zo lang als de beklimming van de Mont Blanc: 12 uur treinen, eerst in een boemeltje van Chamonix naar Martigny, daarna naar Geneve, Neuchatel, Zürich, Friedrichshafen, Ulm. om tenslotte in München aan te komen! Ik wou dat ik dat allemaal nog kon!
Wat geweldig van Eelco zeg! Ook gefeliciteerd namens zijn nichtje, Philippien. Ik wou dat ik het kon zo’n berg beklimmen als de Mont Blanc. Helaas heb ik hoogtevrees :((