De vorige keer heb ik verteld, hoe de aartsengel Michaël de verdoemden van de uitverkorenen scheidt.
Kijken we eerst naar de uitverkorenen. Drie van hen hebben een mantel aan, de rest is naakt, behalve natuurlijk de twee bisschoppen (of zijn het een abt en een monnik?), die hun priestergewaden dragen. Dan volgen er twee pelgrims met de staf boven de schouder, herkenbaar aan hun knapzak. Op die knapzak laat een teken zien, dat zij onderweg zijn naar Santiago de Compostela: het Jeruzalemskruis en de St. Jakobsschelp van het graf van Jacobus. Twee groepen verdienen bijzondere aandacht. Het zijn drie kinderen, die een engel omringen. Zij hangen letterlijk aan hem en vragen om bescherming. Vervolgens zien we een gezinnetje, waarvan de moeder de man bij de hand neemt en met de andere hand naar hun kind wijst, dat nog niet helemaal uit het graf is opgestaan. De overige uitverkorenen bidden tot God en betuigen hun vreugde over hun opstanding.
Nu verlaten we de wereld van het licht en gaan we de wereld van de duisternis binnen. Rechts op de latei zien we de verdoemden met daarboven de inscriptie: “Moge hierdoor hij die een aardse dwaling begaat vrees worden aangejaagd, want wat hier staat afgebeeld is het afschuwelijke lot, dat hem te wachten staat.”
Alle verdoemden zijn naakt, sommigen slaag vol angst hun handen voor het gezicht. Een gierigaard met een zak vol goud om de nek schreeuwt het uit van angst, als hij merkt hoe een slang hem omstrengelt. Een zondares wordt door twee andere slangen in de borst gebeten.
Deze reeks van uitverkorenen en verdoemden wordt op het timpaan voortgezet.
We zien boven op de tweede foto, hoe Petrus (herkenbaar aan de enorme sleutels) de hemelpoort open houdt en de uitverkorenen binnen laat. Een van hen wordt door een engel naar boven de poort in geduwd. Een kinderzieltje heeft de armen rond een engel geslagen. Petrus reikt een gelukzalige de hand. En een andere uitverkorene kijkt uit het raam om nieuwe mensen te verwelkomen. Alles gaat er liefelijk toe!
Op de andere helft van het timpaan zien we in de eerste plaats een heilige (links boven). Waarschijnlijk is dit Matteüs de Evangelist vanwege het boek dat hij in de handen heeft. Naast hem staat de aartsengel Michaël met twee verdoemden aan zijn voeten. Tegenover hem staat de duivel, heel afschuwwekkend. Hij heeft niet alleen een verwrongen en misvormd gezicht, maar ook vreselijke klauwen en een staart en een skeletachtig lichaam als van een reptiel. Terwijl de aartsengel zijn mantel slaat om enkele stakkerds, grist de duivel, met een kronkelende driekoppige slang aan zijn voeten, er eentje bij de haren naar zich toe. Op de wegschaal wordt elke ziel gewogen. Helemaal rechts zien we hellepoorten, die er uitzien als een grote kist. Boven de hellepoort hangt een ketel met lekkende vlammen, waar een duivel met één been in staat, bezig om twee veroordeelden in het vuur te stoppen.
Het thema van het Laatste Oordeel herhaalt zich ook binnen in de kerk bij de afbeeldingen op de kapitelen. Links staan daar de afbeeldingen van het Nieuwe Testament en van de verlossing. Precies zoals op de linker kant van het timpaan. En rechts zijn in de kerk de kapitelen met voorstellingen uit het Oude Testament en de strijd van de mensen tegen de demonen. Terecht is Autun beroemd om deze kapitelen, die hun weerga niet vinden.
Laten we er eens enkele van dichtbij bekijken
De vlucht naar Egypte
Maria en het Kindeke Jozef
De ezel
De slapende wijzen (koningen?), die door een engel in een droom gewaarschuwd worden niet naar Jeruzalem terug te keren.
De vlucht naar Egypte
Maria en het Kindeke Jozef
De ezel
De slapende wijzen (koningen?)
Volgende keer meer!