In de koninklijke stad Laon past een koninklijke kerk! En dat is het geworden, de Notre Dame.
De geschiedenis van de stad begint in de Romeinse tijd, haar naam was toen “Laudanum”. In de Karolingische tijd, vanaf 740 tot 988, was Laon de residentie van de Franse koningen. Maar ook daarna hield de stad koninklijke aandacht. Als hoofdplaats van de Champagnestreek ging het haar ook economisch goed. Dat zien we aan de bouw van de nieuwe kathedraal. Daar had al een Romaanse kerk gestaan, maar die was door een grote brand verloren gegaan. Men begon met de nieuwe kerk in 1160. Eerst werd, zoals gebruikelijk, het koor gebouwd, daarna het schip en de westgevel (1180-1220), Tenslotte de torens. Alles achter elkaar, en dat mag een wonder heten! Tegen 1235 was de kerk gereed, in nauwelijks 80 jaar, een recordtijd! De kerk heeft model gestaan voor verschillende in die tijd gebouwde kathedralen in Frankrijk. Zeker ook voor de Notre Dame in Reims, het mooiste gotische bouwwerk van Frankrijk.
Tijdens de Franse evolutie zijn ook hier veel beelden aan de kerk beschadigd of zelfs verloren gegaan. Maar in 1853 is men met een restauratie begonnen, die tot de Eerste Wereldoorlog zou duren.
De kerk ligt op een heuvel, 100 meter boven de stad. Zij is dus van grote afstand al te zien. De kerk heeft vier majestueuze torens met indrukwekkende versieringen (ossenkoppen!). De Westelijke voorgevel heeft drie portalen met veel beeldhouwwerk. Tussen de portalen zijn torentjes aangebracht met een zeshoekige spits. Boven het middenportaal is een groot roosvenster. De twee torens meten 56 m. Aan de basis zijn zij vierkant, hogerop achthoekig. Volgens een overlevering zijn de ossenkoppen een eerbetoon aan de ossen die voor de bouw van de kathedraal de stenen gesjouwd hebben.
Het timpaan (het boogveld boven de ingang van een kathedraal) van het middenportaal laat een zittende, gekroonde, Maria zien temidden van engelen die een wierookvat en een kandelaar vasthouden. Rondom het timpaan, op de zgn.”archivolten”, zien we een boom van Jesse, de stamboom van Christus. De aartsvader Jesse ligt op de grond te slapen en uit zijn hoofd en buik komt een dikke stam, die zich vertakt. Op elke tak zit een voorvader van Christus. De hoogste tak eindigt in een ontloken bloem, waarop Maria zetelt met het Kindeke in haar armen.
Het rechterportaal is het oudst (midden 12e eeuw). Het is gewijd aan het Laatste Oordeel. Op het timpaan een zittende Christus met aan Zijn voeten de doden die opstaan. Daarom heen, op de archivolten de wijze en dwaze maagden. De apostelen en engelen, blazend op hun bazuinen. Op het linkerportaal zien we de geboorte van Christus, met Maria, Jozef, de os en de ezel. Op het timpaan staan de drie koningen, op de archivolten de strijd tussen de deugden en de ondeugden en ook een stoet profeten.
De kerk bezit vele prachtige ramen. Je wordt direct getroffen door het schitterende roosvenster aan de Westgevel, waarop het Laatste Oordeel is uitgebeeld. De kerk is 110,5 meter lang, 30,5 meter breed en 24 meter hoog.
De wandel zijn in vier geledingen opgebouwd. Eerst beneden arcades met daarachter de zijbeuken. Daarna “tribunes”, dat is een soort galerij boven de zijbeuk. Dan het “triforium”, dat is een in de muur van het schip uitgespaarde gang tussen de lichtbeuk er boven en de arcades beneden. Zo’n triforium kan rond de hele kerk lopen. Tenslotte helemaal boven de “lichtbeuk”, dat is een reeks van hoge vensters bovenin het middenschip, waardoor het licht naar binnen komt. Het koor is 45 meter lang en dus bijna even lang als het schip. Het is ook het oudste gedeelte van de kerk. Een 17e eeuws hek scheidt het koor van het schip. Het transept (de dwarsarm van de kruisvorm) is 54 meter.
Al met al een schitterende gotische kerk, echt de moeite waard om eens te bekijken!
We waren vorig jaar in deze kerk. Mijn voorouders (hugenoten) kwamen hier vandaan. De evangelische kerk (klein) ligt buiten de stadsmuur op de helling van de heuvel waarop Laon ligt. Een prachtige stad om te bezoeken. Het uitzicht over Picardië is magnifiek.
Groeten,
Andries Jumelet