Jezus heeft aan de mensen beloofd, dat Hij na Zijn dood de Trooster zou zenden, zodat zij niet als wezen achter zouden blijven. Zij zouden niet alleen zijn, verweesd, zonder vader en moeder, zonder iemand die voor hen zou zorgen. Nee, zegt Jezus, als Ik er straks niet meer zal zijn, dan zal HIJ er zijn, de Trooster, Die jullie in alles zal bijstaan, de GROTE BIJSTAND. En DIE zal jullie alles leren en jullie te binnen brengen al wat Ik jullie gezegd heb. Hij geeft dus bijstand wel op een iets andere manier dan wij gewend zijn. Hij zal jullie leren en in herinnering brengen alles wat Ik gezegd heb. Leven van deze Bijstand zal dan ook betekenen: leven van Jezus, van wat Hij gezegd en gedaan heeft.
Eind van deze week is het Pinksteren. We herdenken het grote gebeuren in Jeruzalem van rond 33 n.C., dus zo’n 1982 jaar geleden: de uitstorting van de Heilige Geest, van die BIJSTAND, Die Jezus ons beloofd heeft. Het is een gebeurtenis, die ver achter ons ligt, maar toch nog zo heel actueel, met volop betekenis voor ons mensen van vandaag, voor mensen die het allemaal niet meer zo weten en ook niet meer zo zien voor de toekomst. Mensen, die er maar op los leven, ieder voor zich, dikwijls hulpeloos en hopeloos, omdat zij zo alleen staan in de wereld. Mensen, die al die geweldige problemen van vandaag niet meer aankunnen. De Heilige Geest is uitgestort, wij hebben een BIJSTAND en mogen leven van die BIJSTAND. Dat is toch maar een heel gelukkige boodschap voor al die mensen, van toen in Jeruzalem en van vandaag over heel de wereld. We hoeven het allemaal niet alleen te doen, we hoeven niet te versagen en te verpieteren en te verslappen en bij de pakken neer te zitten. Nee, we mogen leven VAN, van de BIJSTAND, de Geest van recht en waarheid en kracht. Hij blijft bij jullie en Hij zal IN jullie zijn. Jezus zegt het zo heel zeker, er is geen twijfel aan mogelijk. Die Geest, die Trooster, die BIJSTAND komt wis en zeker, daar mogen jullie vast en zeker op rekenen.
Hij is dan gekomen met Pinksteren. En wij mogen er deze week weer getuigen van zijn. Sterker nog: wij mogen er de bezitters van zijn! Christen-zijn vandaag is niet meer een hopeloos uitkijken van och-mocht-het-toch-eens-staan-te-gebeuren. Nee, Christen-zijn is de Heilige Geest in je hebben, leven van de BIJSTAND. Hij is als een onzichtbare antenne, die ons leven op God gericht houdt. Als een geheimzinnige kracht is het in ons werkzaam: het tilt ons boven ons zelf uit en drijft ons voort tot contact met de levende Heer. Leven van de BIJSTAND betekent, dat onze ogen geopend worden voor God, Die in de mens werkt, Die de mens wil helpen in zijn noden, Die verlossing zendt voor zijn zonden, Die de mens tegemoet komt in al zijn zwakheden en hem leidt op Zijn wegen van recht en waarheid. Wanneer David zijn psalmen zong in nood en vervolging, wanneer Rembrandt speelde met het licht op zijn schilderstukken, wanneer Bach zijn hemelse muziek toonzette, dan was het daar telkens de Heilige Geest als de grote BIJSTAND, Die bezig was de mens te laten zien, dat er nog een andere wereld is buiten die van ons, een bestaan zoveel hoger en anders en heiliger en eerlijker dan ons eigen menselijk bestaan. Allemaal werk van de BIJSTAND, inspiratie noemen we dat, inblazing. Deze bemoeienis in de vorm van troost en hulp van de BIJSTAND gaat maar door, zij loopt als een rode draad door de geschiedenis van mens en wereld heen, als het telkens weer aanflikkerende licht van een neon-reclame: BIJSTAND… BIJSTAND… BIJSTAND… Het zijn momenten, waarin plotseling de goddelijke majesteit en ontferming over ons mensen zichtbaar wordt. Dat Jezus gekomen is als de grote bevrijder en verzoener van de mensheid, en dat Hij ons de hartslag van Zijn Vader heeft laten voelen, en dat er nu uitkomst is voor iedereen die maar geloven wil, en dat we niet meer bang hoeven zijn, nergens voor, zelfs niet voor de dood. Dat alles laat ons de BIJSTAND zien en merken. Hij leert ons alles en brengt ons te binnen, waarvoor Jezus gekomen is en wat God van ons wil.
Hoe doet die BIJSTAND dat? Hoe brengt Hij ons dat alles te binnen? Ik dacht in de eerste plaats door ons op de Bijbel te wijzen, door ons vooral Jezus te laten zien en horen en lief te hebben. Dat wil voor vandaag zeggen: door ons te wijzen op het Pinksterverhaal, hoe onbegrijpelijk ook, met die windvlaag en die vurige tongen en al die vreemde talen, die toch voor de gelovigen verstaanbaar zijn. Wat die BIJSTAND dan van ons wil met dat oude Pinksterverhaal? Dat onze ogen er voor open gaan, dat de situatie van toen ook nog ONZE situatie is. Dat er door de wereld altijd nog een geluid als van een geweldige windvlaag gaat… als we maar wilden luisteren. De stormwind van God is niet uit geloeid. Overal, waar mensen elkaar liefhebben en helpen en vergeven, daar waait die wind. Laat hem ook in je eigen leven toe, als een verfrissende bergwind, die de donkere wolken in je leven verdrijft en de lucht opklaart. Ieder mens heeft z’n donkere wolken, hinderpalen die niet overwonnen kunnen worden. Is het soms een vervelende karaktereigenschap, waar je last van hebt, Gods Geest kan wat jij zelf niet kunt. Is het je trots: de stormwind van BIJSTAND kan die breken. Zijn het je driften en hartstochten, je lastige humeur of onzekerheid, laat de Geest daar iets aan doen! Leven van de BIJSTAND, dat is iets geweldigs, maar je moet die BIJSTAND dan ook wel de kans geven!
Precies zo is het ook met die vuurtongen. Ze zijn er, ze zweven boven onze hoofden en willen ons ook enthousiast maken voor het werk van Jezus. O, ziet u ze niet? Ik ook niet, en toch weet ik dat ze er zijn en dat ze zich op een ieder van ons neerzetten om ons te bewegen en te laten voelen: ook jij hoort er bij, ook jij bent een kind van God, ook jij mag van Hem getuigen en leven van de BIJSTAND. Die vuurvlammen zijn er, maar ze moeten ons persoonlijk eigendom worden door veel bidden en met elkaar spreken over de wonderen van God. En zo is het ook met het derde Pinksterwonder, die vreemde talen: iedereen hoorde hen in hun eigen taal spreken. En zij begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Heilige Geest hen gaf uit te spreken. Dat is het taalwonder van Pinksteren. De taal van de hoorder en de taal van de Heilige Geest, die twee horen bij elkaar. Een goed verstaander heeft een half woord nodig, dat wil zeggen: het zit ‘m eigenlijk niet zo zeer in woorden als wel, in het hart. Het goede verstaan van de Pinksterboodschap is een kwestie van daar binnen! En dan zijn er geen grenzen meer, want ook Jezus’ liefde is grenzeloos. En de Heilige Geest is internationaal, voor deze BIJSTAND bestaan er geen barrières van taal, volk, werelddeel, politieke ideologie. Slechts op één ding komt het aan: wordt de boodschap van het Evangelie gehoord en verkondigd in de taal van de Heilige Geest, die ons naar Jezus leidt, naar de Heiland der wereld?
U mag leven van de BIJSTAND. Zet de deur wagenwijd open!