EEN HOND, 6 KATTEN EN 2 KONIJNEN
Laten we beginnen met de hond, hij heette EDGAR, omdat hij in een nestje geboren werd, waarvan de namen de stamboom met een E moesten beginnen. Hij was een echte raspoedel, middenslag, afkomstig van de beroemde poedelkennel CURLFINCH, vroeger in Apeldoorn (Wenum) en nu in Laren (Gld).
Het zal in 1969 geweest zijn, dat mijn broer Wim (Kroes -daar komt Curl vandaan!) tegen onze jongste dochter zei: “Wil jij ook zo’n hondje?” Philippien, een meisje van 3, was nl. altijd in de weer met die hondjes bij Ome Wim. De kinderen gingen daar ook wel eens logeren, net zoals hun kinderen bij ons. Nou, dat was altijd feest, in dat hondenspul. Dus spitste Philippien haar oren, toen Ome Wim sprak van een hondje. Dat wilde ze natuurlijk wel!Ze zag het al helemaal voor zich: zij en haar hondje! Dus zei ze vlug: “Ja, graag hoor, Ome Wim”, Even later kwam mijn broer met een kleine roetmop aan een rood bandje naar ons toe. We stonden op het punt om in de auto te stappen en naar huis (Waalwijk) te rijden. “Kijk, hier is ie, goed vasthouden hoor!” Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Philippien, dol gelukkig, nam het diertje in haar armen en schoof op de achterbank van de auto.
Zo is het dus begonnen, Wij als ouders hebben daarin niets te zeggen gehad. Wat wil je ook? Nou, we zaten niet op een hond te wachten! Maar ja, je wilt je kinderen toch ook graag gelukkig zien! En dat waren ze, die twee, want zo’n hond is toch echt een kind er bij. We hadden er al drie. Nu dus vier! Waar Philippien was, was Edgar! En duidelijk aanwezig ook, want ondeugend dat ie was! Hij sleepte met de vuile was, sjouwde met de kleedjes, die toen nog overal in huis aanwezig waren. Toen hij groter werd, liep hij van je weg, luisterde van geen kanten, rende achter fietsers en vooral brommers aan, levensgevaarlijk! Het was een echte ondeugende rakker. Maar ook erg lief. Waren we weg geweest, dan vonden we hem steevast in de bijkeuken terug. Hij lag te slapen op het ondergoed van Pien, dat hij uit de wasmand had weggeplukt. De hele jeugd van de kinderen is hij bij ons geweest, 16 jaar lang.
Hij ging natuurlijk ook mee met vakantie, in de caravan. Als we de grens overgingen van Oostenrijk of Italië stopten we hem zo ver mogelijk weg, half onder de bank, zodat ze hem bij de douane niet zouden zien. We hebben hem eens vergeten, onderweg aan de autobaan. We hadden daar koffie gedronken en Edgar vast gebonden aan een stoelpoot. We zaten al weer in de auto en reden weg, toen één van de kinderen zei: waar is Edgar?” Tjonge, dat was ook wat! Je kon niet direct draaien op de autobaan, De eerstvolgende mogelijkheid was pas 10 km verder. Toen we terugwaren, stond Edgar nog rustig op onste wachten. Het had ons kennelijk meer gedaan dan hem!
Nog een verhaal. Toen we eens met vakantie waren in de Morvan, was Edgar op een dag zoek. Normaal bonden we hem vast aan een tentpoot, want je kon hem niet los laten lopen. Toch was het gebeurd, en de hond was nergens te vinden. We gingen zoeken, en iedereen zocht mee. De halve camping was er mee bezig, maar nee hoor, Edgar kwam niet opdagen. Opeens zagen we hem lopen, een heel stuk weg van de camping. Hij had een carbonaardje in de bek! De drijfjacht had het resultaat, dat we hem uiteindelijk konden insluiten en vangen. Wat bleek? Meneer was een restaurant binnen geslopen en had zich in de keuken te goed gedaan!
Edgar was dus een middenslagpoedel, met prachtig krullend zwart haar en hele donkere “kijkers”. Hij moest flink geborsteld worden en een paar keer per kaar ging hij terug naar m’n schoonzuster, tante Corrie (Vink – vandaar dat finch in de naam!) om getrimd te worden. Hij zag er dan weer uit als een plaatje! Hij stonk wel een beetje uit z’n bek. Want wij gaven hem kippenmaagjes te eten. Daar was hij gek op en wij dachten ook dat het heel goed voor hem was. Hij bleef een vitale oude heer, maar ging “geestelijk” op latere leeftijd wel een beetje achteruit. Het is ook waarschijnlijk daardoor gekomen, dat hij gewoon op de weg bleef staan, toen er een auto aankwam. De bestuurder zag hem te laat en overreed hem. Hij is nog naar de dierenarts gebracht, maar wij hebben hem daar opgehaald om hem een ereplaats te geven in onze grote tuin in Wilhelminadorp. We hebben hem daar plechtig begraven, met alle kinderen er omheen. Zij hebben ook een prachtig kruis gemaakt en nog jaren lang het graf verzorgd met zelf geplukte bloemen.
Ds Kroes wat een prachtig verhaal,
jullie moeten echt wel van dieren houden anders
beleef je er niet zoveel mee, en de begravenis prachtig.
Hebben wij ook meegemaakt met ons vogeltje ,ook met een kruis
en wat er dan nog bij komt.
groetjes Thea.
Beste Thea, ja je beleeft wat met je dieren hé? Maar we kunnen ze niet missen! Nu hebben we geen dieren meer als huisgenoten, alleen de vogeltjes in de tuin en kippen en schapen verder op bij een oude boerderij. Maar de herinneringen blijven! En dat is gewoon genieten geblazen. Er komen in de komende weken nog meer dieren langs, allemaal “huisgenoten”. Ga maar kijken! Dag hoor! Ds.Kroes.
Koningspoedels zijn een heel apart soort honden. Ze weten niet dat ze geen mens zijn, vooral ook omdat ze de gesproken taal heel goed begrijpen en overal attent op zijn. Zo hadden wij een poedel die zelf boodschappen deed bij de slager: hij kreeg een briefje mee, bleef keurig voor de deur zitten, blafte, kreeg het gevraagde mee, en liep er mee naar huis. Dezelfde poedel nam ook eens de trein, nadat hij te lang op zijn logeeradres moest blijven naar zijn zin. Je kunt er boeken over schrijven. groetjes, Gaby
Beste Gaby, fijn dat ook jij iets hebt met poedels! Wil je nog meer weten over poedels, ga dan naar http://www.curlfinch.nl (info@curlfinch.nl). Curl=kroes (mijn broer) en finch=vink (mijn schoonzuster, begrijp je? Die heb ben de mooiste poedels van de wereld! Dag hoor, schrijf er maar een boek over, ik zal het graag lezen! Ds.Kroes,