De volgende dag

“De volgende dag….” In de Statenvertaling staat het nog treffender: “des anderen daags”. Drie maal staat het er in die paar verzen! Het gaat maar door en het gaat maar door! Och, dat er maar eens een volstrekt andere dag over ons kwam!

Johannes 1, 29-52

“De volgende dag….” Drie keer staat het er in onze Schriftlezing! “De volgende dag!” Dat is typisch voor de menselijke tijdsbeleving. Op de ene dag volgt een andere, dat is de volgende dag. Soms verspringt het jaarcijfer tussen de ene en de andere dag, zoals deze week van woensdag op donderdag. Dan zijn we een nieuw jaar ingegaan, weer een jaar van Gods goedheid.

Vandaag leven we in de “volgende dag”, het is al weer de vierde dag in het Nieuwe Jaar. Het is een andere dag dan gisteren: zondag. Morgen zal het weer een andere dag zijn: maandag. Geen dag is aan de ander gelijk, en toch zijn de dagen vaak zo eentonig en lijken ze op elkaar. Er is geen nieuws in, of het moest zijn: slecht nieuws. De dagen staan bol van oude narigheid: oorlogsgeweld, onderlinge ruzies, en af en toe een beetje gezelligheid en een beetje geluk. De dagen, ze zijn vol van schuld en ongerechtigheid, daarom lijken ze ook zo op elkaar. Kwam er maar eens een andere dag, verzuchten we dan. Soms is voor ons gevoel een dag wat anders dan de vorige, zoals vandaag, nu we voor het eerst weer in de kerk zijn, in het nieuwe jaar. Natuurlijk wensen we elkaar mooie nieuwe dagen toe. Maar al gauw zijn de andere dagen weer gelijk aan de vorige.

“De volgende dag….” In de Statenvertaling staat het nog treffender: “des anderen daags”. Drie maal staat het er in die paar verzen! Het gaat maar door en het gaat maar door! Och, dat er maar eens een volstrekt andere dag over ons kwam! Iets totaal nieuws en moois! Dat het jaar 2009 eens echt totaal nieuw mocht worden! Beginnend met een dag, dat het rookgordijn boven de Gazastrook zou optrekken en de honger in de vluchtelingenkampen gestild, de oorlog in Afghanistan voorbij en de vrede in Irak teruggekeerd. Zo’n nieuwe dag, waarop de Kerstboodschap in vervulling is gegaan: “Vrede op aarde voor mensen van Gods welbehagen!”

We weten het ook wel en we belijden het: die dag komt, wis en zeker, Jezus heeft het beloofd en Petrus spreekt er van in zijn eerste brief: Het einde aller dinge is nabij gekomen (1 Petrus 4, 7). De Grote Dag van de Heer is in aantocht! We mogen uitzien naar die heerlijke, volstrekt andere dag, de dag van de Zoon des mensen, Die verschijnen zal op de wolken van de hemel. Dat zal uiteindelijk de dag zijn, die helemaal anders is dan onze dagen. Het is de dag, waarop God Zijn licht zal doen opgaan over de aarde. Dan wordt het alles nieuw!

Ach, Gemeente, zó nieuw zal ons jaar 2009 wel niet kunnen zijn, tenzij…

In de dagen van Johannes de Doper zagen de mensen wel allemaal nieuwe dingen. Je zou ze de tekenen van de Grote Dag kunnen noemen. Van dag tot dag gebeurde er iets nieuws, iets anders. Des anderen daags… des anderen daags… des anderen daags… Telkens wordt een nieuw heil aan dat van de vorige dag toegevoegd. Het zijn de dagen van Jezus’ verschijning aan Zijn volk en aan heel de mensheid. Dat waren me nog eens dagen! Dat waren echt andere dagen! Hoewel, aan de buiten kant zagen ze er net eender uit als die van ons. Maar van binnenuit was er iets aan ’t veranderen: Gods genade kwam in onze tijd! Het was het heden, waarin het Schriftwoord werd vervuld, waarin sinds oude tijden de komst van de Messias werd aangekondigd. Het heden van Gods genade! Voortaan zouden alle dagen van die genade licht ontvangen. Zoals we met Kerst gezongen hebben:

Dit is de dag, die God ons schenkt,
Waaraan thans ieder Christen denkt;
Hem viere, wat in ’t groot heelal
Door Jezus is en wezen zal.
(Gez.146, 1)

Deze dag, die we vorige week gevierd hebben, wil onze dagen tot andere dagen maken en het nieuwe jaar 2009 tot een ander jaar, een echt nieuw jaar!

Elke dag werd in het oude Israël ’s morgens en ’s avonds een lam geslacht, als belijdenis van menselijke schuld en teken van goddelijke vergeving. Dag en nacht van de mensen moeten worden gereinigd, verzoend. Maar eenmaal per jaar was er een andere dag en een ander lam. Dat was de Grote Verzoendag. Dan vierde het volk de uitredding uit Egypte. Dan werd ook het eerste gebod gevoerd: “Ik ben de Here, uw God, die u uit Egypte, uit het diensthuis, uitgeleid heb.” De nacht werd herdacht, de nacht waaruit al Israëls dagen zijn begonnen.

Nu staat Johannes bij de Jordaan, hij wijst op Jezus en zegt: “Zie, het Lam Gods”. De andere dagen zijn gekomen! Eeuwenlang verwacht! Nu gaat Jezus’ werk beginnen. Hij is de Grote Verzoener. Daarom zegt Johannes: “Lam van God, dat de zonden der wereld wegneemt”. Hij geeft Zijn leven tot een verzoening van al onze zonden. Goede Vrijdag is Grote Verzoendag, daarom heet deze dag ook “goed”. De zonden der wereld neemt Hij weg. Geen van al die schuldeloze lammetjes, die bij honderdduizenden zijn geslacht, kon dit doen. Zij wezen eigenlijk alleen maar op dat andere Lam, dat komen zou. De Here God had Zich Zelf een brandoffer gekozen, u weet wel: dat lam dat verward was in een struik, toen bij Abraham en Isaac op de berg More, en nu voor goed in Zijn Zoon Jezus.

Op Oude Jaar hebben we misschien nog wel in de kerk gezongen: “Uren. Dagen, maanden, jaren, vlieden als een schaduw heen”. Uitgerekend in dat toch mooie lied staat de regel: “schoon ’t ons toegerekend blijft”. De zonden worden daarmee bedoeld. Als dat waar was, konden we de kerk maar beter sluiten! Dan had het ook geen zin meer om andere dagen te beginnen, laat staan een geheel nieuw jaar! Gelukkig is dat niet waar! De zonden blijven ons niet toegerekend, maar worden ons vergeven. Dat is het wonder van de nieuwe dag! Wij houden de kerk open en ook ons leven mogen wij openstellen juist om dit te laten zien! Onze zonden neemt Hij weg! Daardoor wordt ons leven pas echt de moeite waard. Denkt u zich eens in, wat dat wezen moest, als de zonden op ons bleven liggen: toegerekend nog wel! Al die zonden van voorgaande dagen, maanden, jaren… onafzienbaar, Verschrikkelijk zou dat zijn. We kunnen er maar beter niet aan denken!

“Maar”, zegt Maarten Luther, “men moet de zonden niet laten liggen, waar de Wet ze neergelegd heeft, als de ons toegerekende schuld.” Johannes wijst ons immers vanmorgen een Ander aan, op Wie God ze gelegd heeft, namelijk de Here Christus. “Da ligen sie recht wohl und besser denn auf mir.” Daar liggen ze heel goed en beter dan op mij! De gelovigen hebben dit al eeuwenlang uitgezongen met de oude woorden van Psalm 118:

Dit is de dag, de roem der dagen,
Die Israëls God geheiligd heeft,
Laat ons verheugd, van zorg ontslagen,
Hem roemen, Die ons blijdschap geeft!

Verheugd, van zorg ontslagen, zó mogen ook wij het Nieuwe Jaar ingaan en beleven, van de ene dag op de andere, totdat de dag komt. Want wij geloven en belijden: dit Lam is ook de Leeuw. Johannes, de ziener, heeft Hem gezien in de hemel, staande als geslacht, Hij is het, die de boekrol in Openbaring 5 opent en het geheim ontraadselt, de geschiedenis op dreef brengt en de dagen zin en richting verleent. Hij is het, het onmachtige Lam, die het beest bindt, de geweldige macht van het kwaad.

Het Lam staat als geslacht, nog in zijn verheerlijkt lichaam draagt Hij de sporen van de strijd. Maar het Lam heeft overwonnen! De vergeving van de zonden is het wapen, waarmee Hij de Boze weerstaat. De zonde der wereld neemt Hij weg, een nieuwe aarde gaat komen!

Intussen zijn wij op de volgende dag, op de oude aarde, weer een nieuw jaar begonnen. Het nieuwe zal er gauw af zijn, als wij niet dagelijks worden vernieuwd. Onze enige hoop en troost in deze wereld is, dat de zonden zijn weggenomen. Waar dat Woord wordt geloofd en beleden, daar worden de eerste sporen van de nieuwe aarde gevonden, daar worden ook de dagen anders. Wij bidden vanmorgen tot God, dat wij, en velen met ons, ja, dat alle mensen het Lam mogen liefhebben en dat zo al onze dagen nieuw mogen worden, omdat zij Gods goedertierenheid dragen. Dat wij onze dagen mogen vieren in het licht van de andere dag die komt, en waarop van Oost en West de volken zullen komen om het Lam te aanbidden, zingend:

Het Lam, dat geslacht is,
Is waardig te ontvangen
De macht en de rijkdom,
En de wijsheid en de sterkte,
En de eer en de heerlijkheid
En de lof!
(Openbaring 5, 12)

Amen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *