Vrienden brengen een verlamde tot Jezus. Het zijn 4 mannen, die hun vriend dragen, ieder aan een punt van de brancard. Bij Jezus gekomen, staan er zoveel mensen, dat zij er niet doorheen kunnen. Voor gehandicapten wordt niet altijd (soms zelfs: meestal niet!) ruim baan gemaakt. Maar liefde maakt blind. Via de omweg van het dak komt de verlamde toch tot Jezus. Hij valt als ’t ware uit de lucht, uit de hemel. En dan staat daar in alle 3 synoptische Evangeliën. (Matth.8, Markus 2 en Lukas 5):
Daar Jezus hun geloof zag
zeide hij tot de verlamde
kind, uw zonden worden vergevenWhen Jesus saw their faith
he said to the paralysed man
my son, your sins are forgivenJesus, vuyant leur foi
Dit au paralytique
Mon enfant, tes péches sont pardonnés.Als nun Jesus ihren Glauben sah
Sagte er zu dem Gichtbruchigen
Mein Kind, deine Sunden sind dir vergeben.
Wat is het een geluk, wanneer je (ziek en/of gehandicapt) één of meer vrienden hebt. Vooral, als er een geestelijke kracht en bemoediging van hen uitgaat. In de nood leer je pas echt je vrienden kennen!
De verlamde in Kapernaüm was dan ook bepaald niet ‘ongelukkig’, wat soms van gehandicapten gezegd of gedacht wordt. Zijn ouders hadden geen ‘ongelukkig’ kind. Met zulke vrienden ben je immers een gelukkig mens! Gelovige vrienden, die niet alleen kijken naar je lichaam, maar ook naar wat daar binnen in zit: je geest, je hart, vrede en rust van binnenuit. Zij weten, dat een mens van vergeving moet leven. Misschien hebben zij er ook wel met elkaar over gesproken, want in die tijd werden ziekte en zonde nauw met elkaar verbonden. Eén ding weten zij zeker: een gezonde en een gehandicapte hebben beide vergeving nodig, de gehandicapte en zieke niet meer dan de gezonden, maar ook niet minder.
En in dat geloof komen zij tot Jezus. Hij ziet hun geloof. Het Bijbelse woord voor ‘geloof’ is hetzelfde als voor ‘vertrouwen’. Geloven in iemand = vertrouwen hebben in iemand. De vrienden hadden vertrouwen in Jezus, dat Hij de verlamde helpen zou. En dat vertrouwen laten zij zien. Zij gaan er zelfs het dak voor op! En Jezus ziet het: en Jezus hun geloof ziende, zei tot de verlamde: “Kind, uw zonden worden vergeven.” Niet gemakkelijk voor die verlamde en zijn vrienden! Niet het eerste, waaraan zij (denk ik) gedacht hebben. Zij kwamen voor genezing… en zij ontvangen vergeving. Ach ja, ze wisten het wel, ze hadden er misschien ook wel een met elkaar over gesproken …. maar een mens wil zo graag wat direct voorhanden ligt: gezond en sterk zijn! Theorie is nog wat anders dan praktijk! In theorie weten wij wel (net als zij) dat we ’t van vergeving, van de genade van God, hebben moeten. Maar in de praktijk bouwen we liever op zichtbare zekerheden. In theorie weten we ook wel, dat we elkaar moeten bijstaan, en dat we als die 4 mannen moeten zijn die hun gehandicapte vriend dragen. Maar in de praktijk voelen veel gehandicapten zich alleen staan in de kou, omdat die vrienden er blijkbaar niet zijn. Jezus ziet hun geloof. Wat ziet Hij eigenlijk? Dat ze hun verlamde vrienden op de brancard door het dak laten zakken… pardoes ligt hij voor Jezus’ voeten. Maar de Evangelisten zeggen: “Jezus zijn geloof ziende.” Blijkbaar is voor hen de DAAD van de 4 mannen HUN GELOOF. Geloven = doen! = goed doen = helpen = bijstaan = bij iemand zijn in zijn nood. Een geloof zonder werken is een dood geloof, zegt de apostel Jakobus in zijn brief. Een boom kent men aan zijn vruchten, zegt Jezus in Zijn evangelie (Mattheüs 7,17-20).
‘Draagt elkanders lasten en vervult zó de wet van Christus (Zijn gebod elkander lief te hebben)’ zegt Paulus in Galaten 6,2. De 4 mannen droegen letterlijk de last van hun verlamde vriend. En voordat Jezus van hen die last wegneemt verlost Hij hen van een nog veel zwaardere last: de last van de zonde: “Zoon, uw zonden worden u vergeven”. Letterlijk staat er: uw zonden zijn of worden weggenomen.
Zó helpt Jezus compleet. Hij is de barmhartige Samaritaan, die de rovers overvallen en half doodgeslagen reiziger uit Lukas 10, niet alleen op helpt staan, maar ook zijn ezel aanbiedt en tenslotte een nieuw leven geeft. Helpen voor de volle honderd procent ziel èn lichaam! Vergeving èn genezing. Het één (vergeving) is voorwaarde voor het andere (genezing). Maar ook: het andere (genezing) is een bevestiging van het éne (vergeving)! Maar let goed op: de vergeving gaat vóórop. Ook als er geen genezing op volgt zal de mens DAARUIT blij en gelukkig kunnen leven en kracht kunnen putten om zijn lichamelijke of geestelijke kwaal te dragen.
Heeft de verlamde man een naam?