Lukas 15, 1
“En al de tollenaren en zondaren naderden tot Hem om Hem te horen.”
Lukas 15 is het hoofdstuk van de vreugde, omdat het verlorene gevonden wordt.
De herder, die het verloren schaap gevonden heeft, gaat blij naar huis. De vrouw, die de verloren penning gevonden heeft, roept haar buurvrouwen bijeen om het te vieren. En de vader in de gelijkenis van de verloren zoon richt een feestmaal aan. Zó blij zijn ze allemaal! Wat zal Jezus Zelf ook blij geweest zijn, toen Hij dit alles aan de mensen mocht vertellen!
Geen wonder, dat er aan het begin van het hoofdstuk staat, dat alle tollenaars en zondaars tot Hem naderden om Hem te horen (vertellen). In de Nieuwe Vertaling staat zelfs, dat zij plachten tot Hem te komen. Daar zit dus iets van herhaling in. Het is al een gewoonte geworden! Niet maar één keertje, maar telkens weer, voortdurend kwamen zij tot Jezus, zo graag luisterden zij naar Hem! De mensen zullen dat nodig gehad hebben, net als u en ik. Een wereld van vreugde, van mensen die elkaar gelukkig maken, dat is Lukas 15!
Het is de wereld van het Koninkrijk van God, een voorproefje van de wereld die komen gaat. Wel een schril contrast met onze wereld. Bij ons staat alles tegen de donkere achtergrond van weemoed en droefheid, van ellende en angst, van schaamte en schuld. In de wereld van de Messias vinden we niets daarvan, er heerst alleen maar vreugde. Alles staat afgetekend tegen de lichtende achtergrond van de redding van tollenaars en zondaren. Het is alsof we het lied horen van Psalm 62: “Mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil”. Mensen gaan uit vreugde zingen! Als je weten mag: van Hem is mijn heil, ik ben door Hem gevonden, dan gaat het gloeien in je binnenste. ’t Is één en al vreugde, dat je leven omstraalt.
Nu zijn beide werelden nog gescheiden. Die van ons en die van Hem, maar eens zullen zij samenvallen en dan zijn wij net als de mensen uit Lukas 15: boordevol vreugde. Wat zal dat heerlijk zijn! Dat geloven we toch? Het is ons toch beloofd door God Zelf, dat het eens zo zal zijn, en geen van Zijn Woorden zal ledig tot Hem terugkeren… Eens zal de aarde vol zijn van de kennis des Heren, zoals de wateren de bodem van de zee bedekken. Het is het aller-heerlijkste, wat ons te wachten staat.
De tollenaars en zondaren. Die tot Jezus plachten te komen, hadden daar al iets van begrepen. Sterker nog: zij hadden vast al iets van die heerlijke toekomst gezien. Kwamen ze niet daarom zo graag naar Jezus toe? Zij lieten zich vinden door Gods zoekende liefde naar verloren mensen. Als je ’t hun had gevraagd, hadden ze misschien met hun hoofd geschud en gezegd: “Ik? Kom nou toch! Ik moet van God niet veel hebben en Hij vast ook niet van mij! Maar die Jezus vind ik een fijne vent, die doet tenminste niet zo uit de hoogte, die eet en drinkt met ons, die is niet vies van ons, hij lacht ook met ons, hij wil met ons iets te maken hebben. Nou, en dat gebeurt ons nou nooit!” Daar zat dus iets opmerkelijks, iets ongewoons, in de houding van Jezus. Daardoor werden mensen aangetrokken. Niet alleen de Farizeeën en Schriftgeleerden merkten dit op, toen ze zeiden: “Deze ontvangt zondaars en eet met hen!” Ze waren er boos om. Maar de mensen, om wie het ging, de tollenaars en zondaren zelf, zij vonden dat juist fantastisch. Nog nooit hadden ze een rabbi of iemand anders van de geestelijkheid meegemaakt, die dat deed. Integendeel, zij werden altijd genegeerd, in de hoek gedrukt, belachelijk gemaakt. Zij hoorden tot het uitschot, het volk “dat de Wet niet kent”. En nu opeens is daar die rabbi Jezus!
Soms komt bij ons ook wel eens de gedachte op, dat het fijn zou zijn, wanneer er zo iets onverwachts in ons leven zou gebeuren. Wanneer bijvoorbeeld Jezus eens bij ons in de straat zou komen of liever nog: bij ons in huis. Wanneer Hij dan met ons zou mee-eten, een schotel uit de magnetron. En wanneer Hij daarna aan ons gelijkenissen zou vertellen, heel nieuwe, nog ongehoorde! Dat zou een mirakels feest zijn, dacht u niet? Een geweldige verrassing, net zo iets als bij die tollenaren en zondaren in Lukas 15.
En toch, wie weet? Die verrassing houdt God misschien ook wel voor ons in petto, blijf geloven in dat wonder! En als ’t niet komt, zoals wij gehoopt hadden, dan toch mogen we het weten met Lukas 15: Hij heeft ook met ons te doen! Wij mogen naar Hem luisteren en met Hem eten, zondaars en tollenaars, die we zijn.
Het onverwachte is nog sterker, omdat het ook het onverdiende is. Zij wisten ’t heel goed, hoe ze er voor stonden, die tollenaars en zondaars bij Jezus. Te groter was hun verbazing en blijdschap.
Alle roem is uitgesloten
Onverdiende zalig heên
Heb ik van mijn God genoten;
‘k roem in vrije gunst alleen!
Gez.173, 1 Oude Bundel
Doet u mee? Laten wij ook maar feest vieren en vrolijk zijn, want we waren dood en zijn levend geworden, we waren verloren en zijn gevonden!
Amen.