“Ik ben de Ene en anders geen,
Buiten Mij is niemand God.”
(Naardense Vertaling)
Wij staan hier voor een markant stukje geschiedenis. God openbaart zich aan Zijn volk, aan heel de wereld. Want op heel de wereld is God bezig met Zijn heil, om dat te volbrengen. Alle volken horen daarbij. Dat zien we bij Cyrus, de heidense koning van het Perzische Rijk: hij moet ook de wil van God uitvoeren.
Het toenmalige Perzië is het huidige Iran, de grote bedreiging van Israël, waar ook de christenen onderdrukt worden. Wij kunnen ons niet voorstellen, dat ook daar de wil van God volbracht moet worden. Toch was dat bij Cyrus zo, en hij was ook bepaald geen brave jongen! Hij maakte een eind aan het machtige rijk van Babylon. En wat een wonder was in die tijd: hij liet de gedeporteerde volken terugkeren. Zo mocht ook Israël in ballingschap naar Palestina teruggaan. De grote koning Nebukadnessar van Babylonië was wel anders geweest. Hij had er alles aan gedaan om de overwonnen volken weg te voeren en hun eigenheid te ontnemen. Hij mengde ze met andere volken en zo ontstond een mengbevolking, waar hij gemakkelijk over kon heersen. Ook Israël werd toen ontworteld. Maar toen Cyrus het Babylonische rijk had overmeesterd, mochten al die volken weer terugkeren. Een menselijke daad van grote klasse, wat in die tijd niet veel voorkwam. Trouwens, hoe staat met ons in dat opzicht? Ik denk aan de discussies die gaande zijn over het gevoerde asielbeleid.
Jesaja ziet dit hele gebeuren als een ingrijpen van God. Het is God Zelf, die Cyrus gebruikt voor Zijn werk. Zo kan het komen, dat een heidense koning de spil wordt van Jesaja’s prediking. De koning ontvangt daarbij namen, die ver uitgaan boven alles wat ooit genoemd was buiten Israël. Hij wordt op één lijn gesteld met de grote koningen van Israël. Hij wordt “herder van volken” genoemd en “gezalfde”. Omdat hij het is, die Gods volk doet terugkeren en Jeruzalem laat herbouwen.
“Zo zegt de Here tot Zijn gezalfde, tot Kores (Cyrus) wiens rechterhand Ik gevat heb om volken vóór Hem neer te werpen: de lendenen van koningen ontgord Ik; om deuren vóór hem te openen, geen poorten blijven gesloten. Ik Zelf zal vóór u uitgaan en de oneffenheden effenen; koperen deuren zal Ik verbreken en ijzeren grendels verbrijzelen. En Ik zal u geven de schatten der duisternis en de rijkdommen der verborgen plaatsen, opdat gij weet, dat Ik, de Here, het ben, die u bij uw naam riep, de God van Israël. Ter wille van mijn knecht Jakob en van Israël, Mijn uitverkorene, riep Ik u bij uw naam, gaf u een erenaam, hoewel gij Mij niet kendet. Ik ben de Here en er is geen ander; buiten Mij is er geen God.” (Jes.45, 1-5)
U hoort het: koningen worden machteloos gemaakt, volken onderworpen, stadspoorten gaan open, koperen deuren worden verbroken, schatkamers worden aan Cyrus gegeven. Alles speelt mee om Israël terug te brengen. Alles, wat in de weg zou kunnen staan, wordt opgeruimd. Alles staat in de dienst van hem, die Israël uit de ballingschap zal bevrijden. Maar het heeft alles ook nog een hoger doel: dat Cyrus erkennen zal, dat Jahweh, de God van Israël, alleen God is en dat Cyrus in dienst mag staan van die God. “Ter wille van mijn knecht Jakob en van Israël mijn uitverkorene riep ik u bij uw naam”. Alles draait dus om Israël! Alleen ter wille van Israël kreeg Cyrus macht over heel de toenmalige wereld. Zodoende wordt hij boodschapper van Gods heil, voor die hele wereld. Want God laat Zijn volk bevrijden, opdat straks de hele aarde zal worden vrijgemaakt om Hem als de enige God te erkennen. Dat zou ook de taak van Israël worden om hun God aan heel de wereld bekend te maken. En daarvoor moet Israël zijn eigen plaats kunnen innemen temidden van de volken. Het zou goed zijn, wanneer dit vandaag in de worsteling van Israël om zijn plaats te behouden, ook nog zou meespelen. Van Godswege heeft Israël een taak te vervullen: getuige te zijn van die Ene God. En dat niet alleen voor zichzelf, maar voor heel de wereld.
Het unieke aan de God van Israël is immers, dat Hij ruimhartig is en het heil van heel de wereld op het oog heeft. Gods heil is niet exclusief, maar inclusief. Het sluit niet mensen en volken uit, maar juist in! Dat is toch wel een heel bijzondere boodschap.
Wij hebben de neiging altijd mensen buiten te sluiten. De kerken hebben dat ook door de eeuwen heen gedaan. Sommige kerken doen dat nog. Het gaat daar om óns geloof, ónze belijdenis, ónze manier van leven en denken. En daaraan moet iedereen zich aanpassen. De anderen worden verguisd, gedenigreerd, zij zijn de buitenstaanders en tellen niet mee. Men denkt zelfs, dat God voor zulke mensen geen aandacht heeft, dat het Koninkrijk van God voor zodanigen gesloten blijft. En dat alles berust op een bepaalde interpretatie van de Bijbel, het hanteren van dogma’s (kerkelijke leerstellingen) en oude gewoonten. Allemaal echt menselijk gedacht.
We zijn veelal vergeten, dat het gaat om Gods heil voor de wereld en dat wij daarin een taak hebben te vervullen. Dat wij dan ook gehoorzaam moeten zijn aan Gods wil en moeten gaan doen, waarvoor God ons bestemd heeft, in dat grote geheel. En dat moet zeker in onze tijd met nadruk gezegd worden. Neem nou Cyrus en wat er met hem gebeurd is. Er zullen vast vrome Joden in Israël zijn geweest, die gehuiverd hebben bij de gedachte dat God een heiden had uitgekozen om het volk Israël terug te brengen. Al diegenen, die alleen maar in hun eigen straatje geloofden en de rest buitensloten. Daarom zullen wij vandaag nog naar de profetische roepstem van Jesaja moeten luisteren. Wij leven in een multiculturele samenleving en het christelijke stempel op onze samenleving vervaagt. Er wordt zelfs over gesproken om christelijke feestdagen in te ruilen voor Islamitische. Ook in de politiek wordt nauwelijks nog een christelijk geluid gehoord. De vraag rijst dan: kan dat zo maar? Dat vrijdenkers en ongelovigen en islamieten in ons land meer en meer te zeggen krijgen? Veel christenen hebben daar moeite mee.
En toch met Jesaja’s boodschap komt dit alles in een heel ander licht te staan. Wij moeten minder vanuit onszelf denken en meer vanuit God, die unieke God, die werkt aan een betere wereld voor álle mensen. Ook de atheïsten horen daar bij en de islamieten en de humanisten. Het euvel van ons is dat we te veel vanuit onszelf redeneren, vanuit onze wil, onze gedachten, ons geloof, onze politiek en noem maar op. Maar daar gaat het toch niet om in deze wereld? Het gaat om Gods wil. En niet de vraag of de mens God kent staat centraal, maar omgekeerd: of God de mens kent en hem gebruiken wil voor Zijn plannen.
Ook buiten de kerken en het christendom laat God Zijn heil verschijnen, gelukkig maar! Want als het van ons had afgehangen, zeg maar van de kerken en de gelovigen, dan zag het er in de wereld vandaag beslist niet beter uit. We herinneren ons bijvoorbeeld de vele sociale wetten, die niet vanuit de christelijke hoek, maar vanuit de zo versmaadde socialistische hoek tot stand zijn gebracht. En nog is het zo, als je de Stemwijzer invult op internet, dat je – als je sociaal voelt- al gauw bij de SP terecht komt en niet bij het CDA. De wet op de kinderarbeid, op de slavenhandel, arbeidswetten en ook de AOW hebben wij niet aan de christelijke politiek te danken. Dat mag tot onze schande wel eens gezegd worden.
Ook kunnen we denken aan het Rode Kruis, aan Unicef en de Novib en vele andere organisaties voor ontwikkelingshulp, allemaal geschoeid op humanistische principes. Hier zijn mensen net als Cyrus door God geroepen om Zijn werk te volbrengen. God weet Zijn mensen te vinden op de meest wonderlijke manier. En volgens ons christenen vaak niet op de geëigende manier. De mensen, die het zouden moeten doen, laten het vaak afweten. Maar Gods werk moet doorgaan en dan moet het maar met andere mensen, van wie je het niet zou verwachten. Dat is Gods heerlijkheid: dat Christus voor allen gekomen is en Gods weg verder reikt dan onze inzichten. De Geest waait waarheen Hij wil. Gods gedachten en wegen zijn veel hoger dan die van ons.
We moeten God niet tot een particuliere God maken, een God voor ons clubje, zoals in de kerken vaak is gebeurd en nog gebeurt. God is uniek, juist in dat overschrijdende, omdat Hij alles te boven gaat. Daarom moeten we Hem in Zijn waardigheid laten en Hem laten doen. Hij is bezig met een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Alles zal vernieuwd worden, ook de maan en de sterren. Wij kunnen ons dat niet voorstellen. Toch gebeurt dit en alles werkt mee aan de vervulling van dit plan van God. Hij kan daarbij ook u gebruiken, in al uw ongeloof en twijfels, met uw gebreken en zonden. God Zelf zal ons daarbij leiden net als Hij dat met Cyrus gedaan heeft. We hebben een grote toekomst voor ons, ook als het moet gaan langs voor ons vreemde en moeilijk begaanbare wegen.
Laten we luisteren naar Zijn stem en Zijn wil doen en gehoorzaam zijn aan wat Hij ons opdraagt.
Amen.
het gesproken woord in de Nederlands hervormde kerk te Kattendijke sprak mij meer aan dan de uitgeschreven tekst zonder de toevoegingen in uw eigen verwoording.
Wel goed om het inhoudelijke nog eens op me te laten inwerken.
Geachte mevrouw Maas, wat u zegt kan ik me voorstellen! Het persoonlijke in het gesproken woord en evt.uitwijdingen maken het geheel levendig. Bij het woord voegt zich een zekere “spiritualiteit”. Ik laat me ook graag door de mensen die voor mij zitten (de Gemeente)inspireren. En niet te vergeten uw enthousiaste koor! Bedankt voor uw reactie en graag tot horens! Ds.Kroes