Hulp in de noden der heiligen en gastvrijheid

God houdt van ze, die noodlijdende mussen en mensenkinderen. Zijn hart en handen gaan voor hen open.

Romeinen 12, 13

Paulus spreekt op verschillende plaatsen over het hoopvolle leven van een Christen. Uitgebreid vinden we dat in Romeinen 12. Hij houdt ons hier de Christelijke levenswandel voor in een vijftal paren van kenmerken:

Broederliefde en onderling eerbetoon
Onverdroten ijver en brandende geest
Dienst van de Heer, blijdschap in het gebed
Geduld in de verdrukking, volharding in het gebed
Hulp in de noden der heiligen, gastvrijheid

Vandaag willen wij stil staan bij het laatste paar: hulp in de noden der heiligen en gastvrijheid.

Het gebed is een dragende kracht, wanneer de mens verdrukking moet lijden. Wanneer je bidt, mag je immers ervaren, dat je niet alleen staat. En dat is een hele grote! Gedeelde smart is halve smart, wordt wel eens gezegd. En dat is ook zo, zeker wanneer God Zelf met ons de smart deelt. Al biddend word je dit gewaar. Hoe dikwijls heeft Paulus zelf dit niet meegemaakt op heel zijn levensweg vol achtervolging, tegenwerking, zelfs gevangenissen en doodslag toe. Daarom: geduld in de verdrukking, volharding in het gebed!

Nu komen we bij het laatste paar vermaningen: bijdragend in de noden der heiligen, gastvrijheid. Duidelijk is de aansluiting aan het voorafgaande. Het gaat hier immers ook om verdrukking, en wel de verdrukking van anderen. Blijkbaar staat een mens in de verdrukking niet alleen. Er zijn ook anderen, die dit moeten ondergaan. Het hopen en bidden zal dan ook als vanzelf overgaan in het helpen van anderen in nood.

De noden van de zusters en broeders komen in het vizier. Door Paulus worden ze “heiligen” genoemd, omdat ze een bijzonder plekje bij God hebben. De noodlijdenden zijn Gods oogappelen. Het is als met de mus en de zwaluw in Psalm.84. De zwaluw is de sterkere, die Gods hulp niet zo nodig heeft. Maar de mus is dat kleine zwakke wezentje, dat geheel op de hulp van God is aangewezen.
     
Psalm 84:2

Zelfs vindt de mus een huis, o Heer’,
De zwaluw legt haar jongskens neer
In ’t kunstig nest bij Uw altaren,
Bij U, mijn Koning en mijn God,
Verwacht mijn ziel een heilrijk lot;
Geduchte Heer’ der legerscharen,
Welzalig hij, die bij U woont,
Gestaag U prijst en eerbied toont.

God houdt van ze, die noodlijdende mussen en mensenkinderen. Zijn hart en handen gaan voor hen open. Zo moet het met ons ook zijn, met ons hart en onze handen en onze portemonnee. In ons gebed, het gericht zijn op de Heer, in onze vraag: wat wilt U dat we gaan doen? zal ons duidelijk worden, wie die noodlijdenden zijn, die een beroep op ons doen. En daar gaan we ons hart en onze handen weerspiegelen in die van God. Gezegende mensen zijn gelukkige mensen. En die kunnen toch niet anders dan ook anderen gelukkig maken. Zo worden we tot een zegen gesteld!

Daar is gastvrijheid bij hen, letterlijk en figuurlijk. Letterlijk: dat je je huis openstelt voor hulpbehoevende mensen. Figuurlijk: dat je je hart openstelt voor de noden der “heiligen”. Wanneer je het eerste niet meer kunt, omdat je zelf hulpbehoevend bent (misschien woont u wel in een verpleeg- of verzorgingshuis), het tweede blijft toch altijd mogelijk. Je kunt de ander-in-nood altijd een plaats geven in je hart door aan hem of haar te denken en voor die ander te bidden. Een kaart, een briefje, een bemoedigend woord, een telefoontje, een financiële bijdrage, het zijn allemaal signalen van uw gastvrijheid naar de noodlijdende ander toe. Hiermee laat u zien, dat die ander bij u terecht kan, omdat die ander bij God terecht kan!

Het lijkt wel alsof in de steeds kleiner wordende wereld de noden steeds groter worden. Nu is het de onvoorstelbare nood vanwege de grote droogte in de hoorn van Afrika. Meer dan 10 miljoen mensen dreigen hiervan het slachtoffer te worden. Zeker, als wij niet helpen!

Het landelijke noodsignaal, giro 555, wordt ons bij herhaling getoond. Wat doet u er mee? Wat doe ik er mee? “Waar liefde woont, gebiedt de Heer Zijn zegen”. Daar is ruimte voor anderen, warmte en liefde straalt van zulke mensen af. “Wandelt in de liefde zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk“. (Eph.5 vers 2 / Zie mijn preek over deze tekst op 28 aug/vorig jaar, de dag van ons gouden huwelijksfeest). Wie wandelt in de liefde, doet precies wat Paulus hier van ons vraagt. Hij draagt bij in de noden der “heiligen”en biedt gastvrijheid aan hulpbehoevende mensen. Vele Gemeenten in ons land brengen dit in de praktijk door gastvrijheid te verlenen aan asielzoekers en mensen die geen eigen huis meer hebben. Wie zo leeft, leeft in hope, de hoop dat het eens allemaal beter zal worden, met Gods hulp. Het is leven, gericht op de toekomst, op de Heer Die naar ons toekomt! Daarom moeten we ook niet bij de pakken neerzitten, al ziet het er rondom en ook in ons eigen leven nog zo beroerd uit. Wie leeft in hoop, laat zich leiden door datgene waarop hij hoopt: een betere wereld, waarin liefde en recht en vrede de toon aangeven. Je mag daar al aan meewerken. Je kunt er zelfs al op vooruit lopen. Een Christen-in-hope is geen conformist, iemand die met de winden meewaait en zegt: ze waaien nu eenmaal zo! Een Christen-in-hope is een klokkenluider, om het onrecht aan de kaak te stellen, een herrieschopper, een dwarsligger, een waarachtige protestant (iemand die protest aantekent!). Een Christen-in-hope is een vernieuwer, die met God meedoet, want God doet niet anders dan de wereld vernieuwen, verbeteren, helemaal af maken.

Als laatste nog dit: hoop doet leven. Dat geldt zeker voor de Bijbelse hoop. Die is immers gegrondvest in Jezus Christus. In wat Hij voor ons volbracht heeft. Hij is gestorven om ons “noodlijdende” mensen te redden, om ons leven vruchtbaar en rijk te maken. Laten we dat nooit vergeten! Daarom: “Weest blijde in de hoop!“.

Die hoop is niet op los zand gebouwd. Zij heeft een vaste en zekere ondergrond en ook een onderpand: de gave van de Heilige Geest, dat is God Zelf, God Die met ons meegaat, Die ons tot de echte liefde brengt. Hij laat ons de noden der heiligen zien, Hij is onze Gids in donkere dagen, onze Toeverlaat in de verdrukking, het lichtende spoor in ons bidden om kracht en wijsheid.

Tenslotte laten we Paulus nog eens zelf aan het woord: “Want in die hoop zijn wij behouden. Maar hoop, die gezien wordt, is geen hoop… Indien wij echter hopen op hetgeen wij niet zien, verwachten wij het met volharding. En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp…” (Rom.8).

Houdt dus goede moed!

Amen.

 

2 gedachten over “Hulp in de noden der heiligen en gastvrijheid”

  1. Dag Flip

    Je bent er nog!!!
    Weer een wonder om dankbaar voor te zijn.
    Iedere nacht dacht ik”hoe zou het in huize Kroes zijn” er is al zoveel ellende!Dan denk ik Coos,tel de zegeningen een voor een en vergeet er geen.
    Dan wordt het toch weer een hele lijst en ben ik blij dat jij ook met al je problemen er nog bij mag zijn.

    lieve warme groet
    Coos

  2. Beste dominee Kroes,

    Fijn, dat er weer een preek van u op het web staat. Het is zeker niet de gemakkelijkste, maar een doordenker en het spoort aan om hier mee bezig te zijn.

    Alle goeds gewenst, een hartelijke groet, ook aan uw vrouw

    Ien

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *