Mattheüs de tollenaar

Wat je wilt hebben, krijg je niet, en wat je niet wilt hebben, dat heb je te veel. Het leven is vaak zo zinloos. Ach, als er maar eens iemand voorbij kwam, die mij er uit haalde…

Matheüs 9, 9-13

Korter en eenvoudiger kan een beroepingsverhaal toch wel niet verteld worden: Jezus zag iemand bij het tolhuis zitten en Hij zegt tot hem: Volg Mij. En hij stond op en volgde Hem. Als wij in onze moderne verhaaltrant dit verhaal moesten vertellen, nou dan zouden we beslist breedvoerig de gemoedsgesteldheid van Mattheüs en de psychologische achtergronden daarvan beschreven hebben. Zijn milieu en opvoeding zouden ons ook niet ontgaan zijn. Echt een man om je in te verdiepen! Maar in de Bijbel gebeurt dit allemaal niet. De Bijbel vertelt kort en zakelijk, geen omhaal van woorden, ook al zouden die de moeite waard geweest zijn. De meest merkwaardige gebeurtenissen worden zo in de Bijbel beschreven als de meest gewone.

Het gebeurde in Kapernaum, waar veel tollenaren woonden, want het was grensgebied. Daar had ook onze man, Mattheüs, zijn tolhuis. We zouden tegenwoordig misschien spreken van een douanekantoor. Als er mensen voorbij komen, houdt hij ze aan. Ze moeten dan eerst de tolheffing voldoen, volgens de Romeinse voorschriften. Daar zit ie dan, dag in dag uit, niets anders dan een klein radertje in de grote rekenmachine van het Romeinse Rijk. Misschien bleef er ook wel iets voor hem zelf over, als hij kans had ietsje meer te innen dan strikt nodig was. Dat deed iedereen toch? Corruptie in de Oosterse landen is niet alleen een probleem van deze tijd, maar bestond vroeger ook al. De superieuren waren immers geen haar beter, die deden het in het groot. En aan de top van deze corrupte rijkmakerij stond de Romeinse stadhouder. Met grote beloften en met nog grotere schulden had hij zijn ambt aanvaard. Daar moesten zijn onderdanen nu voor bloeden. Ja, zo ging dat in die tijd. In onze huidige veel besproken cultuur van topsalarissen in het management geen onbekend verschijnsel. Mattheüs en zijn collegae zijn dan ook niet geliefd bij het gewone volk.

Elke avond telt Mattheüs zijn inkomsten. Elke avond opnieuw staart hij zich daarop blind. Wat heeft deze man nu eigenlijk aan zijn leven? Is hij eigenlijk niet meer dan een slaaf van het geld? Een ellendige dienaar van de mammon? Kijk nou eens, Mattheüs, dat is nou jouw wereldje! Je had het je ook wel eens anders voorgesteld hè? Toen je jong was, had je nog een ideaal om voor te leven. Maar nu je ouder bent geworden, is het allemaal zo anders uitgekomen. Uitgekomen is er eigenlijk helemaal niets, behalve dan dat je geldbuidel goed gevuld is. Nou, zult u zeggen, daar doen de meeste mensen het toch voor?

Ja, dat is zo. Toch, als je ’t goed bekijkt: wat heb je nou aan geld? Natuurlijk, je kunt er een sfeertje mee maken, maar dat verdwijnt weer, het is zo vluchtig. Je kunt er mooie dingen van kopen en dure vakanties van houden, maar wat blijft daar van over? Het is allemaal zo tijdelijk en oppervlakkig! Goed, je sluit je aan bij de andere tollenaars, je beroepsgroep, je vrienden, Maar die mensen zijn net zo ellendig als jij. Ook hier is de grondtoon: geld, geld en nog eens geld. Iedereen beweert, dat hij te weinig heeft en een ander te veel. En dan ga je maar weer naar huis, naar je kamertje en je dagelijkse sleur. Je wordt gesleurd van de ene dag in de andere. En het grote ogenblik, dat daar eens verandering in brengt, komt maar niet. Vroeger had Mattheüs steeds weer op dit ene ogenblik gewacht, maar nu denkt hij er nauwelijks meer aan. Zo gaat het toch in het leven? Een mens wordt geleefd. Gaat het vaak niet ook zo met ons? Dat je geleefd wordt, een beetje geld, en wat gezelligheid en heel veel verveling. Wat je wilt hebben, krijg je niet, en wat je niet wilt hebben, dat heb je te veel. Het leven is vaak zo zinloos. Ach, als er maar eens iemand voorbij kwam, die mij er uit haalde… Maar er komt niemand, alles blijft bij het oude. Wie zou er ook moeten komen?

“Volg Mij!” Er komt Iemand voorbij. Wie? Jezus. En hij zegt: “Volg Mij!” Wie durft de man, die geld telt, te storen? Wie doet Mattheüs zo opeens opschrikken? Wie durft de tollenaar tot zich te roepen? Hij, die Zelf geen geld heeft, Die is het. De man, Die niet geeft om uiterlijk vertoon, maar Die leeft uit liefde en waarheid en gerechtigheid, Die man is het. Hij, Die Zijn leven in dienst heeft gesteld van God en de mensen, Die Zijn leven er voor over heeft om God en mensen met elkaar te verzoenen. Hij is het, de Zoon van God en de Mensenzoon. Hier staat Hij voor de zoon van de mammon. Twee werelden tegenover elkaar. Wat er dan gaat gebeuren?

Mattheüs staat op en volgt Hem. Heel eenvoudig wordt het ons verteld. Hij laat het geld het geld en gaat de roepstem achterna. Horen en gehoorzamen. En volgen! Het Griekse woord “akololoetheo” heeft als eerste betekenis: achter iemand aangaan. Zo loopt de vrouw in het Oosten ook letterlijk achter haar man, de leerling achter de meester, de knecht achter de baas. Die houding drukt verering en vereenzelviging uit. Zo heer, zo knecht! Wie volgt treedt letterlijk in de voetstappen van wie vóórgaat. Dat betekent ook, dat je je oude bestaan verlaat. De vrouw verlaat haar huis. Mattheüs verlaat zijn rijkdom. En dat was voor hem wel een veel grotere stap dan voor de andere discipelen, die arme vissers waren geweest. Hij stond op en volgde Hem! Daarmee begon voor hem een totaal nieuw bestaan. Het was een echte opstanding van oud tot nieuw, van dood naar leven! Een onvoorwaardelijke overgave aan Hem, Die roept Het is een ontdekken van Hem, van Wie gezegd wordt: Hij is getrouw, Hij zal het ook doen!

Vanmorgen roept Hij ook u! Hij heeft u al vaker geroepen, op duizenderlei manier, in vreugde en verdriet, in voorspoed en tegenspoed, bij ziekte en gezondheid, misschien bij de roeping tot een ambt of een beroep. God roept u! Hoort u Hem dan niet? Helaas, meestal niet. Dat is nou toch zo jammer! Want op het horen komt het wel aan. Maar we hebben het te druk met ons zelf. En we praten al te veel, vooral over onszelf. Soms ook over God, en dan zo diepzinnig, dat de meningen verdeeld raken en we niet meer echt Gods stem kunnen horen. In plaats van dat we daardoor dichterbij God komen, komt Hij verder van ons af te staan. Wij redeneren Hem weg. Laten we toch bedenken, dat al ons geredeneer, alle theologie, hoe waardevol ook, niet zo veel waard is als één enkel persoonlijk woord van God aan ons. Dat is echt een ziekte van deze tijd: dat er zo veel gepraat wordt en de mensen het liefst zichzelf horen, vrijheid blijheid, maar naar een ander luisteren, dat is er niet meer bij. Daar hebben we psychotherapeuten en andere professionals voor. Is het dan een wonder, dat we Gods stem niet meer horen? En dat ons het leven vaak zo zinloos voorkomt?

Toch komt Hij ook aan onze deur voorbij. En Hij roept u: “Volg Mij!” Nu heeft u de kans om in één slag een ander leven te krijgen, een ander mens te worden, om uit uw ellendige sleur te raken. Hij komt voorbij, Die u roept. Niet tot een stil en rustig leven. Dat zien we aan Mattheüs! Hij kwam niet in een gezapig leven terecht, waarin alleen maar plaats is voor Psalmen en Gezangen en je eigen zaligheid. Nee, Jezus heeft Mattheüs geroepen tot de strijd. Strijd tegen onrecht, strijd om het leven zelf, strijd tegen satan en zijn machten, strijd op alle fronten, voor God en Zijn legermacht op aarde. Jezus heeft Mattheüs geroepen in het bikkelharde leven, op de bres voor Gods Koninkrijk, tot het apostelschap en martelaarschap. Om te leren, wat Jezus Zijn discipelen eens heeft voorgehouden, dat de vossen holen hebben, maar zij zelfs geen steen om het moede hoofd op neer te leggen. Discipelschap en apostelschap kunnen uitlopen op martelaarschap. Het Griekse woord “marturein” heeft ook die dubbele betekenis: getuige zijn en martelaar zijn. Begrijpt u? Als je zo geroepen wordt, dan kom je niet zonder slag of stoot in de hemel terecht, maar integendeel: op de bedorven aarde, waar allerlei duivels je van God afhandig proberen te maken. Daarom is het leven van een echte Christen nooit rustig en gemakkelijk, maar altijd onrustig, woelig, op en neer, en vaak heel erg moeilijk. Tot dat leven, in die wereld, tot die strijd, worden wij geroepen. Het komt er alleen maar op aan, dat u die roepstem van God herkent, dat u uw eigen roeping leert te verstaan. Maar dat kan verschillende kanten uit gaan. Het kan totale verandering betekenen, maar het kan ook zijn da u moet blijven wie u bent en waar u bent.

Misschien zegt de Meester vanmorgen tegen u: u zou wel graag alles willen verlaten, u zou het graag willen ontvluchten, dat begrijp Ik best. Maar tot u zeg Ik: blijf waar u bent en dien Mij op deze plaats als de Heer van uw leven. Dat is iets, wat u moet horen, ieder voor zichzelf. Ook niet alle tollenaren worden geroepen om Jezus te volgen. Wanneer u goed luistert, zult u beslist ook Gods stem tot u horen spreken. En dan weet u wat voor zin uw leven heeft en wat u te doen staat.

“Volg Mij!”

Kunt u dat? Kunt u zich losmaken van het oude patroon? Is dat niet de belangrijkste vraag van onze tekst? Vraagt u zich eens af: wat moet ik allemaal opgeven? Het kost ons al zo veel moeite om bij het ouder worden dingen af te staan, van dingen afscheid te moeten nemen, van dingen af te zien. Dan heb ik het over boeken en verzamelingen, een caravan, een mooie reis. Laat staan om af te zien van mensen en mooie dromen, die je nog had? Wat moet ik allemaal opgeven, als ik de stem van God gehoorzaam? Moet dat dan, is dat allemaal erg veel en erg jammer? En toch zullen we eens moeten beslissen! Mattheüs deed dat ook, en heel spontaan. Had hij dan geen vrouw en kinderen? We weten het niet. Of zou het soms van geen belang zijn?

Hoe vaak moet de Meester nog bij u voorbijkomen? Mattheüs heeft de grote kans aangegrepen, de kans van zijn leven. Doet u het ook? Wij allemaal samen?

Wat zullen we dan een gezegende Gemeente hebben!

Mattheüs zal later nog dikwijls bij zijn tolhuis voorbij zijn gekomen. Zijn opvolger zal dan wel met z’n hoofd geschud hebben: onbegrijpelijk, om zo’n goed bestaan er aan te geven! Maar Mattheüs wist beter: hij had het andere leven gevonden, en dan pas kun je iets aan het leven hebben, als je aan de bron van het leven bent en daaruit kunt drinken, als je treedt in de voetstappen van de Levende Zelf.

Amen.

3 gedachten over “Mattheüs de tollenaar”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *