Melk bij het avondmaal

Melk bij het avondmaal…

1 Petrus 2, 2

“en verlangt als pasgeboren kinderen  naar de geestelijke, onvervalste melk…”

Kerk BruinisseHet is nog steeds de vraag of de Petrusbrieven ook echt door de apostel Petrus zijn geschreven. Waarschijnlijk niet. Men gebruikte vroeger wel meer beroemde namen om eigen producten te promoten! Maar het is wel zeker dat de Oude Kerk in die brieven het Evangelie heeft gehoord. En daar ging het toch om. En daarom werden die brieven in de Bijbel opgenomen.

De schrijver vertelt zelf op het einde van zijn brief welke bedoeling hij met zijn brief heeft: de lezers sterk maken in de overtuiging dat het Christelijk geloof een geschenk is van Gods genade. En Petrus wil hen en ons dan ook aansporen om volgens die genade te leven. Onze tekst zegt dat ook duidelijk:

“en verlangt als pasgeboren kinderen  naar de geestelijke, onvervalste melk…”

Een Christen moet een leven leiden dat de heilige God waardig is! Dat ook waardig is aan Jezus, het zuivere lam, de Verlosser, en tenslotte ook waardig aan het Woord van God, waardoor wij het nieuwe leven ontvangen, als we tenminste dat Woord aanvaarden. En als de Christen zo verbonden is met God, in een nieuw aan God gewijd leven, dan mag de gelovige zich verheugen over de hoogste uitverkiezingen. Petrus zegt het zo:

“Gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige stam, een volk dat Zijn eigendom geworden is, opdat gij de grote daden zoudt verkondigen van Hem, die u uit de duisternis naar Zijn wonderbaar licht heeft geroepen…..”

Nou, als je zo verkoren bent, dan moet je er ook naar leven, dan heb je je er ook naar te gedragen. Je bent ‘t, maar dan moet je ’t ook laten zien! Wees wie je bent!

“Legt dus af alle boosheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst van elke soort en lasterpraat, en verlangt als pasgeboren kinderen maar de geestelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor naar het heil moogt groeien, omdat gij geproefd hebt, dat de Heer vol goedheid is.”

De briefschrijver gebruikt hier een drietal plastische beelden voor het geestelijk leven: melk, groei en proeven. Ik denk dat het daarom ook gaat in de viering van het Heilig Avondmaal. Pasgeboren kinderen hebben voor hun groei melk nodig. Dat hebben de nieuwelingen in het geloof ook, zoals de jonge Gemeente, aan wie Petrus schrijft. Zij moet verlangen naar geestelijke en onvervalste melk om op te groeien en tot rijpheid te komen. Maar niet alleen nieuwelingen, ook de gevorderden hebben voedsel nodig om uit te groeien tot volwassenheid. Ook wij, die al een poosje onderweg zijn, moeten in het geloof gevoed worden.

Dat gebeurt vandaag bij het Heilig Avondmaal, in de tekenen van brood en wijn. Het is Gods voedsel voor ons, die onderweg zijn. Een rantsoen voor onderweg! Wij krijgen vandaag ons rantsoen, ons driemaandelijks rantsoen, zodat we er weer even tegen kunnen.

Zou dat niet met die “geestelijke onvervalste melk” bedoeld zijn? De blijde boodschap van God Zelf, het Evangelie dat Jezus Zijn leven gegeven heeft tot een verzoening van al onze zonden. Het is voedsel, dat onze zintuigen te boven gaat: geestelijk en onvervalst. Het kan nooit schaden, want er zitten geen schadelijke stoffen in. Het is zuiver brood en zuivere wijn. Daar wordt ook op toegezien bij het bakken van het Avondmaalsbrood en de wijn, die men bijvoorbeeld in de Rooms Katholieke Kerk als miswijn gebruikt is ook heel speciaal, zonder dat daar chemische stoffen aan toe zijn gevoegd of dat het met water is aangelengd. Het zijn immers de tekenen van de hemelse boodschap: Gods heil voor een verloren mensenwereld. Een zuivere en blijde boodschap! Daar moeten we naar verlangen, net als pasgeboren baby’s verlangen naar kostelijke onvervalste moedermelk. En aan dat verlangen komt God vandaag tegemoet: Hij schenkt ons die melk, wij ontvangen het straks uit Zijn hand. Wij mogen eten het brood van Zijn lichaam en wij mogen drinken de wijn van Zijn bloed.

Het beeld van “melk” komen we in een andere betekenis ook nog bij Paulus tegen in 1 Korintiërs 3 en Hebreeën 4 vers 12. Daar staat ‘melk’ tegenover het vaste voedsel. De melkdrinkers zijn dus Gemeenteleden –zegt Paulus– die wat het geloof betreft nog in de kinderschoenen staan. Maar hier bij Petrus is dat niet zo! Hij wil met het beeld van de ‘melk’ de gelovigen alleen maar aansporen dóór te groeien in hun geloof om zo het eeuwige heil te bereiken. Later is dit beeld van de melk verder ontwikkeld in de Oude Kerk. Al in de tweede eeuw horen we van een gebruik om de dopeling na de doop een drank van melk en honing te geven. Dit wordt gezien als een bevestiging van wat de Doop betekent: voedzame melk en honing voor de gelovige op weg naar de volwassenheid. Zo mogen we ook het Avondmaal ervaren als melk en honing, kostelijke voeding voor ons geloof. Daarom:

“verlangt als pasgeboren kinderen naar de geestelijke, onvervalste melk … omdat gij geproefd hebt, dat de Heer vol goedheid is.”

Dit laatste is een aanhaling uit Psalm 34, het negende vers. “Omdat gij geproefd hebt, dat de Heer vol goedheid is.” Proeven is smaken, zoals wij wel zeggen “de vreugde smaken”. Het is een zintuiglijke ervaring. Je proeft iets en je vindt het lekker of vies… “Zoals gij geproefd hebt, dat de Here vol goedheid is.” Jullie hebben Gods goedheid als ervaren, zegt de apostel. Jullie hebben de smaak er al van te pakken, en het smaakt naar meer! Daarom nogmaals: “Verlangt als pasgeboren baby’s naar de geestelijke en onvervalste melk…” Wilt u ook proeven, Gemeente? Gods goedheid, Zijn genade ook over u? Hebt u ’t al geproefd in het leven dat achter u ligt? Zoals wij straks zullen zingen:

Gods goedheid is te groot
Voor het geluk alleen,
Zij gaat in alle nood
Door heel het leven heen.
(Gezang 223, 2)

Zien, proeven, smaken, hoe groot Gods goedheid is. Wij mogen aan Zijn tafel zitten om voedsel te ontvangen, dat we zo nodig hebben voor onze geestelijke groei. “Opdat gij daardoor naar het heil, dat is het eeuwige heil, moogt groeien”, zegt de apostel. Verlangen we daar ook naar? Om naar het eeuwige heil te groeien? Willen we ook werkelijk verder komen op de weg van onze geestelijke groei? Voelen wij ons wat het geloof betreft ook nog een beetje als een baby? Nog lang niet volgroeid! Wat zijn we toch nog klein en onvolwassen in ons geloof, en wat hebben we dus die geestelijke onvervalste melk hard nodig! Wat heerlijk, dat God ons vandaag in Zijn goedheid deze melk schenken wil. Hij voedt en laaft ons met Zijn goedheid. “Opdat gij daardoor naar het heil moogt groeien…” Er zit groei in! En dat hebben we nodig. Wij zijn nog in de groei, niet volwassen, niet volkomen, niet volmaakt. Als u dan ook soms somber bent over uw geloof, dat u er niet veel van terecht brengt en zo, laat dit dan u tot troost zijn: we zijn nog maar in de groei! Maar eens zullen we ’t heil bereiken!

Laten we dan ook eten en drinken. Gods goedheid kent geen grenzen, die is er voor u allemaal. In vreugde en verdriet, in ziekte en gezondheid, in rijkdom en armoede… daarom:

Al gij die God bemint
En op Zijn goedheid wacht,
De oogst ruist in de wind
Als Psalmen in de nacht.
(Gezang 223, 7)

Amen.

Deze preek werd gehouden in de Avondmaalsdienst op zondag 16 oktober
2005 in de Gereformeerde Kerk te Bruinisse.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *