Handelingen 2, 15
“Het is het derde uur van de dag”
Rondom Pinksteren hangt een waas van geheimzinnigheid. Dat spreken in tongen en zo, dat vinden we maar mysterieus. De omstanders dachten niet voor niets, dat die mensen dronken waren!
Toen was Petrus opgestaan en had de mensen plechtig toegesproken: “Wat denken jullie nu wel? ’t Is toch pas het derde uur!” Voor ons is dat het negende uur, gewoon 9 uur in de ochtend. De Joden begonnen de dag ‘s-morgens vroeg om 6 uur, wij doen dat ‘s-nachts om 12 uur. Wij zouden dus zeggen: “Het is pas negen uur in de ochtend”.
Ja, en deze Petrus is vol van de Heilige Geest, en toch zo’n nuchtere constatering Hij ademt de Geest van God en hij is daar vol van, en dan toch zo’n nuchtere opmerking! “Het is pas negen uur hoor!” Duidelijk blijkt hieruit, dat hij met beide voeten op de grond staat. Hij is zich welbewust van plaats en tijd. Hij zweeft niet boven de aarde, maar maakt er terdege deel van uit. Niets ontgaat hem van wat er rondom hem gebeurt. Hij hoort de spotters wel fluisteren: “Zien jullie, wel, die mensen? Dat zijn Christenen, ze hebben de mond vol van het Evangelie, zogenaamd. ’t Mocht wat! Ze zullen wel dronken zijn!”
Petrus, de discipel en apostel, die zo dicht bij God staat, hij hoeft er zich natuurlijk niets van aan te trekken. Maar dat doet hij nou juist wel! Mensen kletsen zo graag, vooral over andere mensen. Petrus kent dat wel. Maar het is niet goed voor de zaak van God. Daarom stelt hij zich te weer. Hij moet de mensen duidelijk maken wat er hier gebeurt. Het Evangelie mag toch niet belemmerd worden? Het moet gehoord worden door en ook verstaanbaar worden voor iedereen. Het moet uitgelegd worden. Dat is vandaag nog zo. Daarom zitten we hier in de kerk.
Petrus begrijpt heel goed, dat die mensen om hem heen er niets van snappen. “t Is pas negen uur in de morgen, mensen, dan is een mens toch nog niet dronken!” Nee, mensen, vol van de Heilige Geest, dat zijn geen dwepers, zij verkeren niet in trance, nee toch, dat zijn gewoon heel nuchtere mensen. Misschien is het wel zo, dat de Heilige Geest mensen extra nuchter en waakzaam en oplettend maakt.
Wat een geweldige zegen is dat, wanneer je nuchter kunt zijn en mensen en dingen gewoon kunt nemen zoals zij zijn. Wanneer je ook het leven gewoon kunt nemen zoals het komt. Geen hysterische toestanden alstublieft! Niet wegvluchten in alcohol of andere verslavende middelen. Maar gewoon nuchter blijven. Wij kunnen dat vaak niet of niet meer. Het leven is daartoe vaak te ingewikkeld geworden. En ook zo hard, dat je ’t niet meer aan kunt en wel moet wegvluchten. Je wilt graag even die ellende vergeten! Wij lijken soms wel op paarden, die op hol geslagen zijn. En waarvoor eigenlijk? Voor niets! Misschien voor een graspolletje of een ritselend blad. En zo lopen ze zich te pletter tegen een boom of een huis. Arme mensen zijn wij, als we niet meer nuchter de dingen kunnen zien en accepteren in het leven. Mensen, die zich te pletter lopen tegen de spookbeelden van deze tijd!
En als we niet ten onder willen gaan, dan houden we ons een beetje voor de gek met relativerende gedachten als “Het zal toch zo’n vaart niet lopen. Ik ga nog lang niet dood. De man voor de tv, die ons zijn ellendige leven beschrijft, zal wel fantaseren. Allemaal Indianenverhalen, gewoon niets van aantrekken. En al die ellende van de oorlog, die in de afgelopen week weer is opgerakeld, ’t zal wel zwaar overdreven zijn. En die ellende in Afrika en die verschrikkelijke ramp in Burma en die hongersnood in de wereld, neem het maar met een korreltje zout. Niet zeuren, gewoon eten en drinken en vrolijk zijn! En we leven er op los, ieder naar zijn heug en meug.
Hadden we maar meer van die Heilige Geest! Die mensen nuchter maakt en oog geeft voor de dingen zoals ze werkelijk zijn. Er is – denk ik – geen nuchterder mens geweest dan Jezus Zelf. Die maakte Zich niets wijs, Die had geen valse illusies! Nee, toen iedereen stond te juichen, bij de intocht in Jeruzalem, toen huilde hij, over diezelfde stad. En toen Petrus tegen Hem zei: “Ik zal U nooit verlaten”, wist Jezus wel beter. Hij wist dat ze Hem allemaal zouden verlaten. Hij zag het kruis komen: naakt, hard, koud, ellendig. Hij vluchtte er niet voor weg. Geen objectiever mens dan Jezus! Nuchter was Hij, door de kracht van de Heilige Geest, die de mensen de ogen opent voor het leven en de dingen daarin neemt zoals ze werkelijk zijn.
Dat moeten we vandaag heel goed weten! De Heilige Geest maakt mensen bij de tijd! Petrus wist drommels goed, hoe laat het was. Letterlijk en figuurlijk! Letterlijk: nog maar 9 uur. Figuurlijk: we staan nog maar aan het begin, Gods Koninkrijk is komende, Gods nieuwe dag is aangebroken. Ook de mensen staan nog maar aan het begin. Zij zijn nog maar net op weg om de blijde boodschap van Gods genade aan te nemen en door te geven. En is dit eigenlijk niet nóg zo? We zijn wel met z’n allen tweeduizend jaar verder, maar wat de nuchtere beleving van het Evangelie betreft zijn we niet veel verder gekomen. Nog steeds zijn er de spotters en lachers, nog steeds wordt er van de Christenen gezegd, dat ze dronken zijn, een beetje gek ook.
En die reacties zijn niet helemaal onterecht. Want mensen van de Heilige Geest zijn ook anders dan anderen, zijn ook een beetje gek. Zij doen anders en denken anders. Zij zijn uitdagend en prikkelend, zij zien er soms ook uit als dronken mensen. Zij praten in zichzelf, zij praten in het luchtledige met God, zij hebben nog vertrouwen, wanneer iedereen het vertrouwen al lang verloren heeft, zij hopen nog, als iedereen de hoop al lang kwijt is! Zij zien nog lichtpuntjes, als die er menselijkerwijs al lang niet meer zijn. Hoevelen hebben daar in de oorlog niet moed uitgeput? Hoeveel verzetstrijders hebben uit dat nuchtere geloof ook niet al die gevaren doorstaan? Wie de Heilige Geest ontvangen heeft, is in al die dingen toch ook een beetje vreemd, vindt u niet? Een Christen lijkt wel dronken! Hij is enthousiast, een utopist (Verbeter de wereld, begin bij u zelf!), een wereldverbeteraar, een idealist, iemand die gelooft in een betere wereld van vrede en gerechtigheid. Een Christen is een dromer, hij is al in de hemel en de hemel is in hem en haar. Wie zo iemand ontmoet, vraagt zich terecht af: wat is dat voor vreemd figuur, zou die soms dronken wezen?
Zó komen in mensen, die vervuld zijn met de Heilige Geest uitersten samen: nuchterheid en dronkenschap. Pinkstergelovigen zijn beide tegelijk: nuchter en in vervoering. Zij zijn op aarde én in de hemel. Hoe wonderlijk is het leven in en door de Heilige Geest! Het is: in vreemde talen Gods grote daden verkondigen. En het is: opstaan en zeggen, dat het pas negen uur in de ochtend is. Het is: zijn in eeuwigheid en zijn in de tijd!
Voor een buitenstaander is dat gek. Dat bestaat toch niet! Met het verstand valt dit ook niet te rijmen. Het verstand kan alleen maar denken in begrippen van ruimte en tijd. Maar wie de Geest ontvangen heeft, die leeft en denkt en handelt vanuit de eeuwigheid, met de blik op oneindig! Daarom zijn die mensen niet gek, maar juist vol verstand, want de Geest leidt hen in de volle waarheid, zoals Jezus zegt in Joh.16, 13.
Mensen, die de Heilige Geest ontvangen, worden verkondigers net als Petrus. Zij beginnen een nieuw leven, waarin ruimte gegeven wordt aan de werking van de Heilige Geest. Hoe dat kan zijn, laat Petrus ons ook hier zien. Hij stond op. Daar zit een symboliek in. Hij staat, letterlijk en figuurlijk. Hij staat z’n mannetje, hij wéérstaat de spotters, hij staat voor de zaak van het Evangelie. Hij wordt een ander mens: van de eenvoudige visser, die nauwelijks uit zijn woorden kan komen, wordt hij een apostel, die redevoeringen houdt, zoals hier met Pinksteren. Hij is geworden tot spreekbuis van God. En hij zegt de mensen wat er in de goddelijke werkelijkheid aan de hand is: “Die mensen zijn niet dronken, maar de Heilige Geest is over hen gekomen!”
Nog vaak zullen ze hem voor gek verslijten, die Petrus, maar even vaak zal hij hen nuchter en zakelijk en gedegen vanuit zijn Bijbelkennis de weg mogen wijzen naar de volle waarheid. Dat is de kracht van de Heilige Geest, die in hem gekomen is. En dat overkomt vandaag de mensen nóg, als zij de Geest in hun leven toelaten. Overal waar de Geest werkt is kracht. Kracht niet van mensen, maar van God. De meest zwakke mensen kunnen daardoor sterker zijn dan de stevigste bodybuilders. In het Nieuwe Testament zijn daarvan voorbeelden te over. Van Stefanus bijvoorbeeld, de eerste martelaar, wordt in Hand.6 gezegd, dat hij een man was vol van de Heilige Geest en kracht. En van Jezus zegt Petrus zelf in Hand.10, dat God Hem gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht.
De Heilige Geest is kracht en geeft ons kracht. Laten wij daar vandaag om bidden, laten wij dat elke dag doen, en het uitzingen:
Geef mij kracht, heel mijn leven lang,
Geef mij kracht, heel mijn leven lang,
Geef mij kracht, heel mijn leven lang,
O, geef mij kracht!
Amen.