Mattheüs 16, 1-4
“De aanblik van de hemel weet u wel te duiden, en de tekenen van de tijd niet?”
Vorige week hebben we gehoord over het teken van Salomo. Verhalen in de Bijbel hebben soms een grote “betekenis”, omdat ze een teken zijn van iets anders, wat nog komen moet. Zo heb je in het Oude Testament veel “tekens”, die naar de komst van de Messias verwijzen. Wat Jezus Zelf deed zou je ook tekenen kunnen noemen, die wijzen op het Koninkrijk van God en dat Hij de Zoon van God is.
Soms denken we wel eens bij ons zelf: was Jezus maar hier bij ons en deed Hij maar eens dezelfde dingen als waarover we in het Evangelie lezen. We zouden die tekenen zelf wel eens willen meemaken!
Want niet minder dan de discipelen zitten ook wij vol vragen en onzekerheden betreffende de eeuwige dingen, de zin van het leven en hoe ’t nu verder moet met ons. Konden we ’t Jezus maar eens rechtstreeks vragen: “Meester, zegt U ons nu eens, wat we moeten geloven en hoe we moeten leven ?” Dan wisten we waar we aan toe waren! Ach ja, je kunt het wel in de Bijbel lezen, hoe Jezus daar sprak met de discipelen en antwoord gaf op al hun vragen, maar ónze vragen zijn wel wat anders… En het maakt ook wat uit of je ’t uit de tweede hand hoort of rechtstreeks uit iemands mond.
Ja, als we al die dingen eens zelf konden meemaken, die de discipelen hebben meegemaakt, dan zouden we veel sterker staan in ons geloof en ook tegenover de buitenstaanders, Stel je voor, dat je met iemand in discussie was over het geloof en dat wie gelooft bergen kan verzetten en zelfs zieken daardoor genezen kunnen worden en doden opgewekt… Hoe moeilijk is dat iemand duidelijk te maken! Zelf heb je ’t er ook zo moeilijk mee. Stel je voor, dat je dan tegen die persoon kon zeggen: kijk maar eens naar die en die, gewoon mensen in de omgeving, zoals wij zijn, die waren ernstig ziek, je weet wel: kanker, en zijn door het geloof helemaal genezen. En die, je weet wel, die was blind en kan nu weer zien. En die was dood, ik was zelf nog bij zijn begrafenis, en nu leeft hij al weer een hele poos! Geloof je me nou? Ja, dan zouden we sterk staan in ons geloof. Zo’n bewijs hebben we nodig, want we zijn onzeker en zitten vol twijfels. Alles moeten we eerst kunnen zien en betasten, anders geloven we ’t niet. We zijn net als de “ongelovige” Thomas: eerst zien en dan geloven!
Daarom kunnen we Jezus’ tijdgenoten wel eens benijden. Ze hadden toch heel wat vóór op ons. Zij hebben het alles met eigen ogen gezien en met eigen oren gehoord. Maar dan is het toch raar, dat er mensen bij Jezus komen om een teken te vragen. Elders worden zij met name genoemd: Farizeeën en Sadduceeën. Zijn die er dan niet bij geweest, bij al die wonderen die Jezus al gedaan had? Hadden ze daar dan niet van gehoord? Natuurlijk wel! In het voorafgaande hoofdstuk (Matth. 15) vertelt de Evangelist over de wonderbare spijziging, de genezing van de dochter van de Kananese vrouw, dat Jezus wandelt op het water en nog andere wondere dingen. Och, als wij dat hadden meegemaakt, wat zouden we dan geloven!
Al die dingen hebben de Farizeeën en Sadduceeën blijkbaar niet tot geloof gebracht: dat Jezus de Messias is! Nee, zeggen ze, we zouden wel eens een echt teken willen zien. Een teken van de hemel! Want al die dingen, die Jezus gedaan had, zouden ook wel gebeurd kunnen zijn door de macht van Beëlzebul. Wij willen een onuitsprekelijk teken zien van God Zelf! Bijvoorbeeld een teken als dat op de Karmel, waar het vuur van de hemel het altaar van Elia aansteekt. Of een teken als in de tijd van Mozes, waar de berg Sinai dreunde toen God er op verscheen.
Dus, die Farizeeën en Sadduceeën, die wij benijden omdat zij tekenen zagen, die wij niet zien, zij benijden op hun beurt de voorvaderen, omdat die dingen meemaakten, waar zij alleen maar van konden dromen! Maar, vragen we ons af, hebben die mensen uit de tijd van Mozes en Elia, die getuigen zijn geweest van zulke machtige tekenen uit de hemel, dan wel allemaal geloofd? En er Gods hand in gezien? Het lijkt er niet op! Anders hadden Mozes en Elia niet hoeven verzuchten: “O ongelovigen van hart, o goddeloos geslacht!”
Maar de mensen in Jezus’ dagen willen graag zulke tekenen zien en wij willen weer zien, wat zij te zien kregen! Elk geslacht benijdt het voorgaande geslacht. Dat wat vroeger gebeurd is, lijkt altijd belangrijker dan wat mensen nu meemaken, niet waar?
En wat antwoordt Jezus? Eerst gaat Hij in op de betekenis van “zien”. Wat is “zien” eigenlijk? “Als ’s avonds de hemel zich rood kleurt, dan zeggen jullie: morgen wordt het mooi weer, maar omgekeerd, als ’s morgens de hemel rood ziet, dan wordt het volgens jullie slecht weer. Avondrood mooi weer aan boord, ochtendrood water in de sloot! Jullie erkennen dus, dat er een natuurlijk verband bestaat tussen de verschijnselen van het weer. Zou het op geestelijk gebied anders zijn? Daarom moeten jullie letten op de tekenen der tijden! Die natuurlijke dingen, van het weer en zo, weten jullie wel te onderscheiden, maar de geestelijke dingen, ho maar! En jullie noemen je de geestelijke leidslieden van het volk? Huichelaars!”
Inderdaad, de Heer doorziet de mensen. En hoe! Zijn kritiek op de Schriftgeleerden is heel scherp, maar terecht. Als ze werkelijk oog hadden gehad voor geestelijke zaken, hadden ze al lang moeten inzien wie Jezus was en welke tekenen Hij deed. Maar ze waren met andere dingen bezig, vooral met zich zelf. Zij zijn te veel gericht op het uiterlijk en hebben niet de blik naar binnen. Dat komt vaker voor. Toen bijvoorbeeld Jezus werd gedoopt, sprak God uit de hemel. Maar de omstanders dachten, dat het een donderslag was. Een “teken” (Gods stem) zagen en oorden ze niet. En toen Paulus onderweg naar Damascus de Heer ontmoette, waren er vast en zeker andere mensen bij, maar een teken van de hemel was het voor die mensen niet, alleen voor Paulus. Zo is het ook met de verschijningen van Jezus na de opstanding. Er waren genoeg mensen, die de Heer hadden kunnen zien. Maar zij waren ziende blind. Alleen de discipelen en zij die de Heer echt kenden en in Hem geloofden, zij zagen en geloofden… Hun ogen werden “ziende” gemaakt. Om een teken te kunnen ervaren moet je van Godswege de ogen geopend worden. Geopend voor de Heer, geopend voor de Schriften, geopend voor de tekenen der tijden.
Hoe moeten we dat trouwens zien? De tekenen der tijden, waarover Jezus spreekt. Ook anderen spreken daarvan in onze dagen. Denk aan de Jehovagetuigen. Bij Jezus sloeg dit duidelijk op wat in de Schrift voorzegd was, alles wat gebeuren zou als de Messias was gekomen. De verschijning van Johannes de Doper hoorde daarbij, met zijn oordeelsprediking en kamelenharen mantel en zijn boodschap, dat het Koninkrijk van God nabij was gekomen. En ook al die dingen, die Jezus deed en die daarop wezen: dat lammen gingen lopen, blinden zien, doven horen, gevangenen bevrijd en doden opgewekt. De hemel was vol tekenen, zou je kunnen zeggen. Maar de Schriftgeleerden zagen ze niet, zij waren er blind voor, omdat zij niet echt geestelijk bezig waren. Het was alleen maar uiterlijk vertoon, hun geloof en geloofskennis, zoals dat bij velen vandaag nóg is, ook in de kerk. Tekenen zien is alleen weggelegd voor hen, die echt geloven, ook als het geloven kruisdragen wordt. Tekenen zien is een daad van goddelijke openbaring. Het moet je door God Zelf gegeven worden.
Het hoeft ons dan ook niet te verbazen, dat Jezus niet tegemoet komt aan het verlangen van de Farizeeën en Sadduceeën. Ja, ze zouden wel een teken zien, maar dat van Jona de profeet, die verworpen werd, omdat hij niet hoorde naar Gods stem. En dat oordeel geldt allen, die net als Jona niet naar God luisteren. Zij zullen de tekenen van God niet kunnen zien. Omdat zij staan in het oordeel!
Moeten we nu nog jaloers zijn op de mensen rondom Jezus? Omdat zij zoveel meer zagen dan wij? Staan ze er werkelijk zo veel beter voor dan wij nú? Nee toch! Ook zij waren verhard en verblind door ongeloof. Het teken van Jona de profeet was hun teken en dat is ’t voor ons nóg. Want wie voor de echte tekenen van God geen oog heeft en om een ander teken vraagt, ontvangt ze niet. En als hij ze ontvangt, ziet hij ze niet.
De Schriften moeten ook voor ons geopend worden, willen we oog kunnen krijgen voor tekenen. Net als bij de Emmaüsgangers: toen Jezus hun de ogen openden voor wat er in de Schriften aangaande Hem geschreven stond, pas toen zágen zij! Toen zagen zij Hem, wie en zoals Hij werkelijk was. Het teken, wat wij nodig hebben, is Jezus Zelf. Het kruisteken, zoals Huub Oosterhuis in Gezang160 zo treffend verwoordt:
Geen ander teken ons gegeven
Geen licht in onze duisternis
Dan deze mens om mee te leven
Een God die onze broeder is.
Zingt voor uw God, Hij openbaarde
In Jezus Zijn menslievendheid…
Zo wordt de wereld nieuwe aarde
En alle vlees aanschouwt het heil.
Heeft u in uw eigen leven wel eens een teken van de hemel gezien? Of moet ik zeggen: gekregen? Want het is puur genade. Een handreiking van God, om ons te helpen en ons geloof te versterken. Een teken, dat je niet alleen staat, dat Hij bij je is. Een teken van Zijn menslievendheid, zoals Oosterhuis het uitdrukt. En dat hoeft niet spectaculair te zijn of uitzonderlijk. Het kan gewoon iets menselijks zijn, bijvoorbeeld dat twee mensen een leven lang van elkaar houden of dat een jongen in het water springt om een hond te redden. Als je het teken ervan maar ziet! Er zijn zoveel gebeurtenissen in je leven, die een teken zijn van Gods leiding, kijk maar eens om en zie…
En als je zó gaat zien, dan is er ook een opdracht om zélf tot teken te worden en tekenen te doen. Tekenen van Gods menslievendheid!
Amen.
Dit is in eerste instantie een zeer mooie uitleg van hoe God zich kan openbaren aan de mens !
Ik kan alleen maar zeggen dat ook dit een teken is van onze Heer!
God is bij ons allen. Het enige is dat we ons daar steeds bewuster van moeten worden.
Beste Joseph, ja, er zijn nog wel “tekenen”, als we ze maar zien willen hé?
Bedankt voor je reactie en probeer ook zelf zo’n teken te zijn! Ds.Kroes.
Er is nog altijd een teken voor iedereen zichtbaar. Een teken van Gods trouw aan ons. De regenboog.
Ik ben zelf al weer jaren blind voor God’s tekenen, Mijn vriendin en ik leven al appart sinds de dag dat wij elkaar kennen. Wij zijn beiden van een ander geloof en delen alleen wat wij met elkaar en onze families kunnen delen. Ik negeer vaak de gedachte dat hoe ver wij ook willen gaan in onze liefde we nooit echt voor elkaar durven te kiezen om de levens om ons heen niet in de war te sturen.
De laatste tijd zie ik de wereld (en die direct om me heen) erg afglijden, afstevenend op een onbekend maar niet fijn lot.
Recentelijk ben ik mijn baan kwijtgeraakt en alles is voortaan moeilijk voor me om energie aan te geven, langzaam bloeit alles dood.
Wij zijn beiden gek van dieren en er komt van alles op ons pad, maar een gebeurtenis laat me niet meer los. Sinds twee weken zorgt mijn vriendin (en ik) voor een duifje dat zomaar uit het niets in een vreemde omgeving verscheen. We hebben het met de hand groot gebracht en tot groot verdriet is het toch gestorven. Iets waar je niet bij perse stil hoeft te staan als je het niet wilt zien…. Maar toch vraag je je af wat het kan betekenen. Ik geloof namelijk dat alles wat gebeurt een reden heeft. Dit kan niet doelloos zijn gebeurt
Inmiddels begrijp ik het, Wij beiden doen erg veel moeite om onze liefde te voeden, mijn vriendin meer dan ik de laatste tijd omdat ik met veel dingen worstel. Uiteindelijk blijkt het niet genoeg of zien we beiden dingen over het hoofd of willen ze niet zien. Ik ben bang dat dit vogeltje ons dit wilde vertelen en dat dit zijn doel was om op ons pad te komen. Zoals het duifje stierf zo zal het ook met ons verlopen als we niet beiden met meer overtuiging voor elkaar zullen kiezen.
Zoals ik al zei, ik wil vaak niet denken aan de tekenen die God ons geeft… Maar Heer ik snap uw inzicht.
Ik hoop dat ik kracht heb om er wijs mee om te gaan.
Beste schrijver,
Ja, een teken kan je soms op het rechte pad terugbrengen, maar je moet ze wel willen zien. Zoals hier met die duif. Op zich is dat niets verwonderlijks. Ik bedoel: zwakke dieren en zwakke mensen zijn aan de dood onderhevig.Maar in jouw geval heeft de dood van die duif een boodschap voor jou: kik uit, zo zal het jullie ook vergaan, als jullie liefde niet meer diepgang krijgt. Onthoudt dit goed, schrijver en vriendin: DE LIEFDE OVERWINT ALLE DINGEN, ook verschil in geloof (zoals je bent opgevoed; allemaal mensenwerk toch??). Niets mag en kan jullie liefde voor elkaar in de weg staan. Daarom, kies altijd voor je partner, geloof in haar, zij is je behoud! Groeten, ds.Kroes.
Beste meneer die schreef over de duif, hoe is het inmiddels verlopen? Ik ben zeer benieuwd. Het is fijn te lezen dat u het duifje als een teken zag en dat daaruit voor u bleek wat u moest doen. Maar ik ben het ook zeer met ds.Kroes eens, dat opvoeding allemaal ‘menselijk’ is.
GOD IS LIEFDE, zeggen ze toch altijd? Als u de kracht vraagt aan God om u met volle overtuiging in uw relatie te stoppen en u die kracht ook weer terug gevonden heeft, zal het hopelijk allemaal beter gaan en niet alleen in relationele sfeer. Het is meer dan een jaar geleden dat u geschreven heeft, ik hoop dat het goed gaat met u.
Hartelijke groet,
Nancy
ik weet niet of dit nog steeds actief is maar kan het altijd proberen:P
ik ben zelf niet gelovig opgevoed en heb verder ook nooit iets met het geloof te maken gehad.
ik heb een paar weken terug een droom gehad over een vrouw dat de kerkdeuren voor mij open deed, vervolgens 2 weken later kreeg ik weer een droom, dat er een zwarte rozenkrans om mijn nek werd omgedaan, weer 2 weken later stonden er 2 jehova getuigen op mijn deurmat…
is dit een teken of puur toeval?? ik zit hier al een tijdje mee en weet niet wat ik er mee moet doen
Ik geloof dat God ons op verschillende manieren kan en wil leiden en ons iets duidelijk wil maken. Ook door dromen. Ik hoop voor je Roy dat er iets goeds uit voort magen komen uit e dromen.
Zelf was ik pas op zoek naar God na een grote teleurstelling. Ik vroeg me af of God er wel was, terwijl ik ’s avonds laat in de polder stond. Ondanks de regenachtige nacht, kwam de maan door de wolken heen. Ik moest denken aan het volk Israel dat ’s nachts door God met een vuurkoom werd geleid. Die preek had ik enkele weken terug gehoord.
Ik vind dat een teken van God.
Ik ben benieuwd of anderen ook wel eens zo’n ervaring hebben.
Soort gelijk teken heb ik ook mogen ervaren, na enkele jaren werkeloos te zijn geweest heb ik gesolliciteerd, enkele jaren geleden, op een grijze natte dag in december kreeg ik telefoon, het was iemand van personeelszaken van de instelling waar ik had gesolliciteerd, de persoon deelde mij mede dat de keuze op mij was gevallen, ik kreeg een vaste baan, op dat moment ging er een wolk open en de zon erachter scheen fel in mijn ogen, het is jaren geleden gebeurd maar het maakt nog steeds een diepe indruk op mij als ik er aan denk.
graag zou ik van u antwoord willen ontvangen. Waar staat het in de bijbel: ochtendrood mooi weer aan boord (of iets van die trant). Ik ben in discussie met een kennis. Ik zeg dat het vanuit de bijdebl komt. Kan iemand mij hiermee uitleg geven ?