“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.”
Nikodemus komt bij Jezus met een vraag, of eigenlijk is het meer een opmerking om met de leraar een gesprek te kunnen beginnen. “Rabbi, wij weten, dat Gij van God gekomen zijt als leraar, want niemand kan de tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met hem is.”
Kennelijk had Nikodemus grote bewondering voor Jezus. Hij zou ook wel zo’n man willen zijn als Hij. Een man, die wondertekenen doet! Zelf was hij ook een gestudeerde rabbi, ja meer nog: een overste der Joden, een man met gezag in de joodse gemeenschap. Maar die Jezus had iets, wat hij niet bezat. En dat trok hem aan. Daar wilde hij dan ook meer van weten. Vandaar deze poging om met Jezus een gesprek te beginnen.
Hoe reageert Jezus op die opmerking? Hij zegt: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.” Merkwaardige woorden. Zou Jezus begrepen hebben waar het Nikodemus om ging? Misschien beter dan hij het zelf wist! Dat het Nikodemus eigenlijk ging om het Koninkrijk van God. Dat dát het eigenlijke probleem was wat de rabbi bezig hield. Zo zou het ook best eens kunnen, dat Jezus door heeft wat ons bezig houdt, als we met onze vragen tot Hem komen. En dat is maar goed ook!
En zo is het ook met ons luisteren naar het Woord van God. In het luisteren zal ons pas duidelijk worden, wat onze diepste noden en behoeften zijn. Daarom alleen al is het goed om naar de kerk te komen: om te ontdekken wat je zelf bezig houdt!
Maar Nikodemus heeft dat nog niet direct door. Hij kijkt alleen maar naar de buitenkant, zouden wij ook gedaan hebben. Wederom geboren worden? Ja, maar dat kan toch niet! Een mens kan toch niet opnieuw uit de moederschoot geboren worden? Nou moet die rabbi Jezus het toch niet gekker maken! Is hij nou daarvoor in het holst van de nacht bij Jezus gekomen? Om zo’n onzinpraat aan te horen?
Ja, waarom is hij eigenlijk in de nacht naar Jezus toegegaan? Is Hij dan overdag niet te bereiken? Waarom doen mensen ’s nachts zulke dingen? Zou het soms zijn, omdat die dingen het licht niet kunnen verdragen of uit angst om betrapt te worden of misschien wel uit schaamte. Nikodemus komt tot Jezus… in de nacht. Het is goed dat hij komt, want de meeste Schriftgeleerden en Farizeeën zouden dat niet doen. Maar dat ie komt in het holst van de nacht, pleit niet voor hem, denken we dan. Het is maar een bange man! Wij doen dat niet, wij belijden de Heer overdag, zoals het hoort. O ja? Doen we dat? Nou, laten we maar oppassen om over Nikodemus te oordelen, want het zou wel eens kunnen zijn dat Nikodemus over ons oordelen moest. Hij komt ten minste echt tot Jezus, ook al is het ’s nachts. Weet u, wat die gang naar Jezus voor hem betekende? Als iemand hem eens zou zien? Het zou hem zijn goede naam en faam kunnen kosten en misschien wel zijn hoge positie. Wie weet wat er allemaal bij hem op het spel stond? En toch kwam hij. En toch durfde hij dit waagstuk aan, omdat hij naar Jezus toe moest, omdat Hij hem niet losliet. Voor ons is het zo veel gemakkelijker, en dan gaan we vaak nog niet.
Maar wat moet hij nu met zo’n verhaal, dat je voor de tweede keer geboren moet worden om het Koninkrijk van God binnen te kunnen gaan? Daar kan hij met zijn verstand niet bij! En verder had hij ook niet leren denken dan met zijn verstand. Hij was echt zo’n mens als u en ik en de “ongelovige” Thomas. Als ’t met ons verstand niet te rijmen valt, dan klopt het niet, dan vinden we het onzin. Zo is hier de man, die zo veel weet of denkt te weten, toch maar een domme persoon. Hij begrijpt veel van het aardse, maar van het hemelse heeft hij nog niet veel begrepen. Hij moet nog leren, dat Gods wonderen alle verstand te boven gaan!
“Hoe kan een mens geboren worden, als hij oud is? Kan hij dan voor de tweede maal de moederschoot ingaan en geboren worden?” Jezus antwoordt: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest.”
Nikodemus hoort hieruit alleen maar het onmogelijke. Maar dat kan toch niet! Hij denkt, dat hij het zelf moet oplossen om in het Koninkrijk van God binnen te mogen gaan. Dat hij misschien anders moet gaan leven, meer aan de armen moet geven en zo. En vooral meer moet gaan bidden! Maar dat er een andere mogelijkheid is: dat je opnieuw geboren kunt worden en dan als Gods kind in Zijn Koninkrijk kunt komen, dat had hij nog nooit gehoord! Dat er iets is, waarvoor je niets hoeft te doen, dat pure genade is, geschenk van Gods goedheid… Dat God ons opnieuw geboren laat worden door de kracht van de Heilige Geest om ons daarmee iets te geven wat wij uit onszelf nooit kunnen bereiken… Een nieuwe geboorte door het water van de Doop en de gave van de Geest, dat is allemaal nieuw voor de man, die toch zo veel dacht te weten en een theologische opleiding had doorlopen.
Wij moeten hierbij denken aan een andere plaats, waar Jezus ons hetzelfde openbaart, in Mattheüs 19. De discipelen vragen hier, ook weer zo heel verstandelijk: “Maar wie kan dan behouden worden?” Jezus antwoordt dan: “Bij mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk!”
Wedergeboorte is niet zo maar een beterschap van mensen, met alle goede bedoelingen en voornemens overigens. Nee, tegenover God staan we allemaal naakt en verloren. We kunnen ons nergens op beroemen, we hebben totaal lege handen. We denken aan de rijke jongeling, aan Schriftgeleerden en Farizeeën, de hoofdman over 100 en zovele anderen, die allemaal dachten zich toch wel op iets te kunnen beroepen: rijkdom, kennis en geloof en macht. Maar toen zij voor Jezus stonden, waren zij arm en onwetend en machteloos. Want Jezus kijkt dwars door je heen en ziet je, zoals je werkelijk bent: een zondig mensenkind. Niemand kan over zijn eigen schaduw heen springen, die afschuwelijke schaduw van je eigen ik, je verleden en zonden en opgehoopte schuld, Ook Nikodemus kon dat niet. Maar nu mag hij van Jezus horen, dat het ook niet hoeft. Hij hoeft niet over zijn eigen schaduw heen te springen, want God Zelf haalt hem er over heen! God schenkt ons een nieuwe geboorte, maakt van ons nieuwe mensen, door het geschenk van de Geest. En dat is puur een geschenk, je krijgt het zo maar. Alle mensen krijgen het, want die Geest wordt uitgestort op “alle vlees”. Het is alleen God, die het beschikt, wij mensen hebben daar geen beschikking over. En die Geest waait waarheen Hij wil.
Het begint eigenlijk al met de Doop, het eerste onbegrijpelijke wonder van Gods goedheid. Wij hoeven het niet te verdienen. God strekt Zijn handen naar ons uit om ons lief te hebben en te bewaren, alleen omdat Hij dat fijn vindt en goed voor ons. We worden dan gedoopt in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Geest hebben we zeker nodig om de Doop levend te maken. Wat in de Doop ons is toegezegd zal de Geest in ons leven verwerkelijken. En zo komen we op het rechte spoor naar Gods Koninkrijk toe, In deze gang worden mensen opnieuw geboren uit water en Geest!
Tenslotte wijst Jezus er Nikodemus op, dat Hij Zelf het geheim is van die nieuwe geboorte. De Schriftgeleerde was bij Hem precies aan het goede adres. De Vader schenkt ons de nieuwe geboorte uit water en Geest, maar Hij doet het door de Zoon. Want, zo zegt Hij: “Niemand is opgevaren naar de hemel dan die uit de hemel neergedaald is, de Zoon des mensen… want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga maar eeuwig leven hebbe.”
Zou Nikodemus het nu begrepen hebben? En u? En ik? Dat Hij, Jezus Zelf, onze enige garantie is voor onze binnenkomst in Gods koninkrijk? Hij alleen brengt de nieuwe geboorte, aan iedereen die met Nikodemus tot Jezus gaat, ook als het is in het diepste geheim, in de nacht. Zoals Johannes al schreef in het begin van zijn Evangelie: “Doch allen, die Hem hebben aangenomen, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun die in Zijn naam geloven, die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes (dat is de eerste geboorte), doch uit God geboren zijn (dat is de nieuwe geboorte).”
Vandaag, op zondag Trinitatis ofwel de zondag van de Drievuldigheid willen we dank brengen aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, Die tesamen ons arme mensen in de hemelse heerlijkheid binnen willen leiden.
Maar laten we vooral doen, wat Nikodemus deed: naar Jezus gaan!
Amen.
(De foto is van de kerk van Capelle a/d IJssel.)
dominee, even een reactie op het stukje van de DOOP. U schtijft het begint al bij de DOOP, IK ben 80 jaar en nu pas gedoopt, met 16 jaar heb ik mijn man leren kennen, hij wilde niets met het geloof. Zodoende ben ik 50 jaar niet naar de kerk geweest pas na zijn overlijden ben ik
weer gaan kerken. Waarom ik niet met drie maanden gedoopt ben is een te lang en aangrijpend verhaal.Heeft U wel eens iemand van 80 jaar gedoopt?
Of zijn er mensen die dit ook op latere leeftijd hebben gedaan? Ik zou dat graag willen weten, ik hoop op een reactie,
vr.gr.
Lieve Elsje, nee, een dopelinge van 80 heb ik nog nooit meegemaakt! Maar ik vind het wel geweldig hoor, dat u dat nog gedaan heb. Het is een bewuste keuze, tegelijkertijd ook een oppakken van de draad uit het verleden. En het geeft u zeker steun bij al de moeiten en zorgen, die u met u meedraagt. Je weet dan heel zeker: ik ben een kind van God en Hij verlaat mij niet! Als Maarten Luther het moeilijk had, zei hij steeds weer tegen zichzelf: Ja, maar ik ben tóch gedoopt! Zo zit dat! Ds.Kroes.
Heel bijzonder en nooit te laat..
Groetjes Sjoerdtje
tja dan lees ik dit en vraag me af of deze site nog aktief is.
Maar goed ik loop al een poosje rond met het idee dat ik wel doopgesprekken zou willen en gedoopt worden
Als dat met tachtig nog kan dan misschien ook wel met 68 jaar.
Maar watwordt er voor gevraagthoe ver gaan de eisen van de doopgelofte.
Bij mij gaat het voornamelijk dat ik tegenover God het gevoel zoek dat ik er mag zijn met al mijn onaffe zijn en doen.