Zie, deze is gesteld tot een val en opstanding van velen in Israël
We hebben Kerstfeest gevierd en veel van de daarbij behorende opsmuk is al weer verdwenen. De rest zal binnenkort ook wel naar zolder verdwijnen of bij het oude vuil worden gezet. Voor velen is het leven weer even leeg en zinloos als tevoren. Je blijft zitten met een kater. Tot volgend jaar dan maar weer. Herkent u dat gevoel? De leegte bij alle drukte, het geestdodende bij al het geestelijke van Kerstmis is opvallend, en in die stille leegte ligt alleen de overlevering van een goed bericht:
’t Is geboren het godd’lijk Kind,
dat ons allen zo teer bemint.
Een goed bericht, ja wel, het mooiste bericht dat we ons kunnen indenken, maar ook een bericht dat schaduwen trekt over deze aarde, grote diepzwarte schaduwen op de achtergrond van dat felle licht. “Zie, deze is gesteld tot een val en opstanding van velen in Israël…” Licht en donker, vallen en opstaan. Waar worden we dat sterker gewaar dan juist in deze tijd, nu de boodschappen van vrede over de wereld zijn gegaan en in landen als de Verenigde Staten, Irak en Israël men zich tegelijkertijd zorgen maakt over wat het nieuwe jaar weer zal brengen aan oorlogsdreiging en terreuraanslagen.
Kerstmis 2005, tot een val en opstanding van velen, en dat niet alleen in Israël, over heel de wereld. Deze profetische uitspraak van de oude Simeon staat wel in lijnrechte tegenspraak tot het hoerageroep van de engelen in Efrata’s velden: Hoera, de Heiland is geboren! Vrede op aarde voor de mensen van Gods welbehagen, of -zoals u wilt- voor alle mensen van goede wille!
Voor vallen en opstaan is Hij gekomen. Hij zal aanstoot geven en verdeeldheid en ergernis en weerstand…Vallen en opstaan, Gemeente, daar zal dat mooie Kerstfeest van ons op uitdraaien! Aan de ene kant verzet en ongeloof en afwijzing, aan de andere kant “ja en amen zeggen”, een blij geloof voor een wereld verloren in schuld… Waar de grens ligt, wordt ons niet verteld. Om welke mensen het gaat, evenmin. Maar duidelijk is wel in onze tekst, dat het Evangelie alle mogelijke weerstanden zal oproepen, bij de Joden, toen en nu, maar ook onder ons. Daardoor heeft men Hem aan het kruis gebracht, daardoor zijn er talloze martelaren geweest in de Kerkgeschiedenis, daardoor is het in sommige landen nog gevaarlijk om je Christen te noemen. Hoe komt dat toch? Het Evangelie, het mooiste wat er is, waarom sluit dat niet van nature aan bij onze verlangens? Waarom wordt het eerder gevoeld als iets minderwaardigs, iets kinderachtigs, een geloof van bange mensen, een zoethoudertje, een zielig gedoe, al dat gepreek over achteruitgezette en verdrukte mensen, dat benadrukken van de schuld en de zonde van mensen, en dan die schuldvergeving van God en de verzoening door de kruisdood van Christus en dat huichelachtige “stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw!” Nee, het is waardiger en manlijker fier en gedurfd te leven, je eigen beslissingen te nemen en verantwoordelijkheid te dragen voor je eigen daden, echt modern: ieder voor zich, en vooral voor je zelf opkomen en morgen gezond weer op !
Jezus is eigenlijk een storend element voor dat heel gewone en vanzelfsprekende van het leven naar onze natuur, zoals de spreekwoorden het treffend uitdrukken: “Voor wat hoort wat; wie zijn billen verbrandt, moet op de blaren zitten; door scha en schande wordt men wijs; als je niet luistert, moet je maar voelen.” Jezus met zijn boodschap van liefde en zelfverloochening en offer is een belemmering voor onze vrijheid, waarbij wij ons kunnen uitleven naar ons believen. Voor velen is zo de helpende en reddende God een aanstoot, een ergernis… Zoals Paulus het al 2000 jaar geleden vaststelde: “de Joden een ergernis, de Grieken een dwaasheid.”
Wij hebben die God helemaal niet nodig. Mensen van de 21e eeuw, die wij zijn, zelfbewuste mensen, die het allemaal best zelf wel kunnen. Het is nu de tijd, waarin niet God ons helpt, maar wij God een handje kunnen helpen. Wij moeten zelf het heft in handen nemen, want als je ’t van God moet verwachten, kun je lang wachten. Normen en waarden, verbeter de wereld, begin bij je zelf! Beginnen bij God? Met die sombere voorstellingen over zonde en schuld? Kom, laat me niet lachen!
Tot een val en opstanding…
Er zijn vele mogelijkheden om te vallen. De mens staat God in de weg, de mens staat zichzelf in de weg, de mens staat de ander in de weg. De mens is een egotripper. Hij valt, en niemand raapt hem op. De eenzame mens ten voeten uit. Het beeld van onze maatschappij. Wie zich hoog verheven acht, kan heel diep vallen. Maar ook het omgekeerde heeft de geschiedenis ons geleerd: de mens die zich vernedert, kan hoog stijgen. Jezus is niet alleen gesteld tot een val van velen, maar ook tot een opstanding van velen. Het Evangelie wordt aangenomen, met blijdschap wordt het geloofd en het gaat als een lopend vuurtje de wereld rond. Eindelijk goed nieuws! Niet de mens heeft het voor het zeggen, maar God! Aan de tirannie van mensen komt een eind, eens zal het alom vrede zijn en krijgt iedereen z’n eigen plek. Wat een geweldige boodschap. Jezus krijgt macht over mensen. Mensen, die zich niet kunnen onttrekken aan dat wonderlijke gezag van Hem… een man naar wie men moet luisteren! Simeon begreep dat en de oude Anna en Johannes de Doper, die zei: na mij komt iemand die groter is dan ik! En Petrus, die beleed: Gij hebt woorden van eeuwig leven! En Maria Magdalena, een vrouw met een verleden, en Martha en Maria en Lazarus en de vrouw aan de waterput en de lammen en blinden… Het zijn de eenvoudigen, die de Messias herkennen: wat voor wijzen en verstandigen verborgen is, zal aan de kinderen geopenbaard worden. Hoe moeilijk is het daarom om verstandelijk ingestelde mensen tot geloof te brengen. Maar Zacheüs kreeg ‘t, dat geloof, zo maar. Hij komt tot opstanding, als hij aangrijpt wat Jezus hem aanbiedt: Hem te volgen! Dan klimt hij écht uit de boom!
Inderdaad, deze is gesteld tot een val en opstanding van velen in Israël, en Israël staat hier plaatsvervangend voor heel de wereld. “Gesteld tot”, dat is: door God bestemd. Het is Gods bedoeling, dat voor velen het kritieke moment zal aanbreken om te kiezen: voor of tegen Jezus! De mens moet ontmaskerd worden, de echte mens moet opstaan. Niet de mens zoals die zich naar buiten voordoet, met z’n schijnvroomheid en zelfverheffing en domme ikzucht. O wee, als we bevonden zullen worden als de Farizeeën, van buiten o zo fatsoenlijk en godvruchtig en sociaal, maar naar binnen… niet eerlijk en eerbiedig tegenover God. Allemaal schijnheiligheid! Zo zou het bij ons ook wel eens kunnen zijn. Heel dat Kerstgebeuren, niets dan schijnheiligheid! Of bent u echt in de stal geweest en heeft u dat kind heel diep in de ogen gekeken, en zag u daarin alle ellende van de wereld, de 50 miljoen mensen in Afrika, die van de honger dreigen om te komen, en al die duizenden kinderen overal in de wereld, die zo dol gelukkig zijn gemaakt met een schoenendoos, gevuld door kinderhanden. Bent u echt in de stal geweest om het kindeke eer te bewijzen samen met die domme wijzen, die daar een paar duizend kilometers woestijnreis op een schommelende kameel voor over hadden? Wat hadden wij er voor over? En wat zullen wij er voor over blijven hebben?
Kerstmis 2005, tot een val en opstanding van velen. Het plaatst ons allen opnieuw in de crisis, voor de uiteindelijke beslissing van ons leven: val of opstanding. Bidden wij God, dat Hij ons de ogen opent om te zien wat Simeon zag en dat wij zo tot opstanding mogen komen. Want je moet het echt gaan zien, wie Jezus was, in de stal en op Zijn levensweg naar het kruis toe en daarna Zijn opstanding en hemelvaart. Uit je zelf zie je dat niet. Uit je zelf zie je alleen maar oorlogsdreiging en moeders die huilen bij het sterven van haar kinderen en duistere wolken rondom… Simeon zag het heil van de Almachtige in dat kind van Maria, dat hij in zijn handen hield. Hij zag het, omdat de Heilige Geest zijn ogen verlichtte. Dat staat er uitdrukkelijk bij! Omdat hij leefde bij de profetie, het Woord van God, omdat hij daarin geloofde! Maar is dat geloof er nog? Leeft het nog in u en in mij? Wordt onze generatie niet genoemd de eerste generatie op aarde zonder toekomst? Wat een triest beeld! Het is de gevallen wereld ten voeten uit.
Gelukkig is dat niet het laatste wat we mogen horen. Er is God lof ook sprake van opstanding. En daar houden we ons aan vast, daar trekken we ons aan op. Was Paulus het niet, die zei: het heil is ons nu meer nabij dan in de dagen van Simeon? Hoe kon die man dat nou zeggen? In die slechte wereld waarin hij leefde? Want de grieks-romeinse wereld was geen haar beter dan de onze! Hij kon dat zeggen, omdat hij weet had van de Heilige Geest, die was uitgestort, de Geest, die de ogen van mensen opent en ze de goede beslissing laat nemen: voor opstanding en niet voor val. Voor Simeon was het alleen nog toekomstmuziek, maar voor Paulus was het al realiteit. In de kracht van de Geest kan een mens tot opstanding komen. En alle mensen, die om de Geest bidden, zullen die Geest ook ontvangen, zo is ons beloofd. Deze Geest alleen is het die ons dorre hart kan omtoveren tot een levende fontein. Moge die Geest ons vergezellen het oude jaar 2005 uit , het nieuwe jaar 2006 in !
Amen.
in welke tijd is het schilderij geschilderd ???
daag en bedankt voor de foto heb hem gekopieerd naar word maar ik zal doen dat mensen je foto’s niet kunnen kopieren want dan is jullie site zeldzaam daag
Beste Jojo,hier zijn wat gegevens over het schilderij:
Arent de Gelder 1645 – 1727
Simeon en Anna loven de kleine Jezus
olieverf op doek (94 × 107 cm) — ca. 1700
Mauritshuis, Den Haag
Ook bekend als Het loflied van Simeon.
De godvrezende Simeon had van de Heilige Geest vernomen dat hij niet zou sterven alvorens de Messias te hebben gezien. Op de dag dat de ouders van Jezus hun kind naar de tempel brachten, werd Simeon door de Geest naar de tempel geleid, alwaar hij in het kindje de Verlosser zag.
Anna (of Hanna) was een profetes die in de tempel woonde en op genoemde dag Simeon bijviel in zijn lof.
Dit werk is gekoppeld aan Lukas 2:25
Met hartelijke groet, Ph.Kroes.
Als Jezus Christus inderdaad gesteld is tot een val en opstanding voor velen in Israël, hoe zou de apostel Paulus dan tot zijn uitspraak in Romeinen 11 gekomen zijn, dat geheel Israël behouden zal worden? Ik twijfel niet aan de oprechtheid van beide personen. Geheel is geheel, maar dat geheel wordt zeker wel verstoord door een val, die tot vermindering leidt.. Of mag ik het “geheel” van Paulus niet als iets voltalligs zien maar als een aanduiding van een bepaalde groepering?. Zo ja, wat moet ik mij daarvan dan voorstellen? Deze tegenstelling intrigeert mij, zodat ik uitzie naar Uw reactie.
Vriendelijke groet en dank bij voorbaat.
N. van der Brugge.