Johannes 19,5
“Zie, de mens.”
“Zie, de mens.” Een bekende uitspraak van Pontius Pilatus.
Jezus wordt tentoongesteld, gekroond met doornen en gekleed in een spotgewaad. Het lijkt wel een soort volkstoneel. De massa is woedend en schreeuwt het uit. Een mens, voor de massa geworpen. Zie, de mens! Als wilde hyena’s, die bloed ruiken, dringen ze op Hem aan. En Pilatus? Hij zei gewoon: zie, de mens!
Wat bedoelde hij met die woorden? Betekende het, dat hij medelijden had met deze geplaagde man? Trok hij zich soms zijn lot aan? En wilde hij met deze woorden ook het opgewonden volk tot rust brengen? Misschien zelfs bij die mensen ook wat medelijden opwekken? We weten het niet, we kunnen er alleen maar naar gissen. Ik denk toch, dat we bij Pilatus niet te gauw moeten spreken over gevoelens van medelijden. Dat strookt immers niet met de taak van een Romein om over Joden het bewind te voeren. We herinneren ons dat nog wel uit de bezettingstijd: medelijden mocht je van de bezetter niet verwachten. En als we de bronnen, die over Pilatus schrijven, mogen geloven, dan was Pilatus hierop beslist geen uitzondering. Met harde hand en meedogenloos heerste hij in het bezette gebied. Lees Lukas 13 maar eens: “Terzelfder tijd kwamen enigen tot hem met het bericht over de Galileeërs, wier bloed Pilatus met hun offers vermengd had.” Pilatus had zijn bloedspoor al getrokken en dat doet hij ook met Jezus: hij laat hem geselen. Zou hij hem, dan later beklaagd hebben? Vanuit een medelijdend hart? Dat lijkt niet waarschijnlijk.
Wat heeft die Romein nou precies gezegd? Het staat er duidelijk: “Zie, de mens!” Er staat niet “den mens”, dus in de vierde naamval, maar “de mens”, in de eerste naamval. Ik denk, dat het cynisch bedoeld is: kijk nu eens, zó is de mens nu, ontdaan van al zijn uiterlijke waardigheid. Kijk goed, zó zijn jullie mensen allemaal, daar voor mijn paleis, met al jullie geschreeuw! Zó kan ik zelf, Pilatus, ook worden, van de ene op de andere dag, als ik bij de keizer in Rome in ongenade mocht vallen. Het is spottend bedoeld, zoals hij later ook zegt: zie, uw koning! Dat wil ook zeggen: meer dan deze koning zijn jullie niet waard!
Dat is de éne kant van deze dubbelzinnige uitspraak: Zie, de mens! Pilatus ziet zijn kans schoon om eens lekker zijn spot met dat lastige volk te drijven. Heel zijn minachting voor die vervelende Joden spreekt uit dit gebaar met het woord: Zie, de mens!
Maar, het is ook een Evangeliewoord. En dat betekent, dat we er ook op bedacht moeten zijn, dat er nog iets anders achter moet zitten, iets van God. Johannes, de Evangelist, is de enige, die dit woord overlevert. Hij zal daar ook vast een bepaalde bedoeling mee hebben gehad. Het gaat er dan niet meer om, wat Pilatus met dit woord bedoeld heeft, maar vóór alles wat de Evangelist ons daarmee wil zeggen. Pilatus, die cynische wreedaard, wordt in de verkondiging van Johannes een profeet tegen wil en dank! Laten we daar eens over nadenken, in de Lijdenstijd.
Pilatus wijst op Jezus en spreekt zijn bekende woord: “Ecce Homo” Wat zou hij daarmee bedoeld hebben? Belangrijker nog voor ons: Wat zou de Evangelist Johannes daarmee bedoeld hebben?
We moeten denken aan een andere tekst, die ook spreekt van de mens: “Wat is de mens, o God, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt en hem met heerlijkheid en luister gekroond.” Pilatus zal deze tekst wel niet gekend hebben. Maar Johannes wel. En daarom denk ik, dat deze woorden er bij betrokken mogen worden.
Ecce Homo! Zie, de mens, de enige waarachtige mens: Gods beeld, gezonden in de wereld. In Hem, Jezus, gaat het Psalmwoord eerst recht in vervulling. In Hem, de mens bij uitnemendheid, meer nog dan de Psalmdichter heeft geweten en bezongen. Pilatus zal wel nooit geweten hebben, dat zijn woorden, bedoeld als spot, zó treffend waren. Daarin kwam toch de goddelijke waarheid over Jezus aan het licht. Hij IS de mens! Dat zal straks in volle glorie blijken, als Hij met Pasen opstaat uit de dood.
Paulus heeft daar later zo prachtig op gewezen: “Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van de hele schepping, want in Hem zijn alle dingen geschapen… Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden….Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken, en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, alle dingen verder met Zich te verzoenen, door Hem. Ook u, die eertijds vervreemd en vijandig waart… heeft Hij thans weder verzoend” (Colossenzen 1, 15).
Ecce Homo: Hij, die in zijn vernedering en verhoging Dezelfde is, de machtige in Zijn onmacht, de onmachtige in Zijn macht: God, overgegeven aan menselijke ellende, maar ook de mens, door God opgenomen in heerlijkheid. Zó is Hij de Zoon des mensen en de Zoon van God. Juist omdat Hij de Zoon des mensen is, is Hij de Zoon van God, en omgekeerd: omdat Hij de Zoon van God is, is Hij de Zoon des mensen. Ecce Homo! Hij is de mens, omdat God in Hem op de plaats van de mens gaat staan en omgekeerd: omdat de mens in Hem op Gods plaats mag gaan staan. Ook ú!
Dat maakt de lijdenstijd tot zo’n zegenrijke tijd. Als je DAT beleven mag, hoe en waar je ook bent, ben je een gezegend mens!
Als reactie op bovengenoemd stuk zijn er nogal wat vragen die dit historische stuk oproepen.
De joden zo gefrustreerd en zo in armoede geleefd, dat hun wil tot overlevenstrek ontwikkeld is.
En waar het hart is is ook de schat. Duidelijk was het dat bij jezus en de Joden hun hart niet gelijk waren. de blijde boodschap van jezus was een boodschap waarin het kwaad, volgens hem, uitgeroeid kon worden. Dit door een strenge leer waarmen zich aan moet houden en de verleidingen weerstaan.
Dat was bij de joden niet zo, daarom sloot het gedrag van de crimineel barabas goed aan bij het kararter van de joden.
De vereering van Jezus was die van God echter had die een ander normen en warde stelsel dan de God van de Joden.
Het showproces van Jezus en barabas was te voorspellen, dit deed jezus ook en ook de voorspellingen van zijn apostelen. ja Jezus had een scherpe blik en kon zijn apostelen uit zijn broekzak. In ieder geval maate Jezus een staetment door trouw te blijven aan zijn vader met diens normen en waarden. Het ging om principe’s en hij strief liever dan dat hij hier van afweek.
Je zou zeggen dat pontius pilates een machtig man zou zijn maar dat was hij niet omdat hij de joden een lastig volk vond liet hij het volk beslissen over het lot van jezus, terwijl hij vond dat deze man niets fout had gedaan.
Zie de mens is dan ook een mooie uitspraak, de joden althans de orthodoxe leiders waren niet zo blij met jezus omdat ze bang waren dat het volk tegen hen zou keren. De gemiddelde jood was een meeloper had geen opleiding en zag niet de verbanden. Door de massa hysterie werd het een machtspel en dat wist Jezus hij speelde hoog spel en wist ook dat dit met de dood zou aflopen. Maar het zegt wel iets over lef van deze man, of is het dom om bij het weten van de dood en de vervolging van zijn volgelingen om zo in de oppositie te gaan.
In die tijd ging het hard aan toe maar hij heeft wel indru gemaakt.
Beste Ruud,
Inderdaad was Jezus dapper om zo’n hoog spel te spelen. Maar Hij wist dat Hij in de handen van de Vader was. En dat mogen wij ook weten Daarom moeten wij niet ban zijn om voor ons geloof uit te komen. En we moeten ook niet aan de kant blijven staan, wanneer anderen onrecht wordt aangedaan. Ook niet, wanneer iemand vlak bij jou in elkaar geslagen wordt! Toon je dapper, toon je geloof! Hartelijke groet, ds.Kroes.
waar komt het schilderij vandaan en van wie is het?
Beste Jantje,
Dit is een schilderij Caravaggio (http://nl.wikipedia.org/wiki/Caravaggio_%28schilder%29) uit 1606 en het hangt in het Palazzo Rosso, Genua, Italië.
Met vriendelijke groet, Bart