“Daarom zal de Here u zelf een teken geven: Zie, de jonkvrouw
zal zwanger worden en een zoon baren, en zij zal hem de naam
Immanuël geven”
Het is een bekende Adventstekst. We komen hem ook tegen in Matteüs 1 vers 23. Blijkbaar is wat hier gezegd wordt bij de geboorte van Jezus vervuld.
Jesaja wil het volk, dat in grote moeilijkheden verkeert, een hart onder de riem steken. Wat is er aan de hand? Het is het jaar 730 voor Christus. Koning Achaz is koning in Jeruzalem, over het tweestammenrijk Juda. Maar hij wordt bedreigd door de grote wereldmacht Assyrië. Een aantal koningen proberen nu door een gezamenlijke actie de opmars van Assyrië te stuiten. Ook Achaz wordt gevraagd mee te doen. Maar hij weigert zijn medewerking, omdat hij verzet tegen het machtige Assyrië zinloos vindt. Dan trekken de koningen, onder wie ook de koning van het noordrijk Israël, op naar Jeruzalem om Achaz onder druk te zetten. Wellicht konden ze voor Achaz een andere koning in de plaats zetten op de troon van Juda, een koning die wel met hen zou meewerken. Zo wordt Jeruzalem belegerd en de situatie voor koning Achaz is precair. Angst alom, bij de koning en bij het volk!Dan ontmoet de koning de profeet Jesaja. Die spreekt de koning moed in en zegt hem te vertrouwen op de belofte van de oude profeet Nathan aan David: “Uw troon zal vaststaan voor eeuwig”. Denk daar maar aan, koning! “Indien gij niet vertrouwt, wordt gij niet gebouwd!” (vers 9). Maar Achaz gaat daar niet op in.
Opnieuw komt een bemoediging uit de mond van Jesaja: “Vraag maar een teken voor u van de Heer”. Dan hebt u zekerheid! Maar Achaz wil daarvan niet horen.
Een mens mag God toch niet verzoeken? Dat klinkt erg vroom, maar misschien verbergt de koning daarmee ook zijn zwakke geloof. Het kan immers een teken van ongeloof zijn, als een mens om een teken vraagt, maar het kan ook een teken van ongeloof zijn, als een mens een teken weigert! Misschien wil de koning zich niet te zeer aan God binden, misschien houdt hij liever zelf de regie over z’n leven! Zo zitten mensen toch vaak in elkaar!
Maar God houdt vol. Hij is best geduldig met ons, maar er zijn toch grenzen. Eens houdt het geduld op. Jesaja zegt nu: “Daarom zal de Heer u zelf een teken geven. Zie, een jonge vrouw wordt zwanger en krijgt een zoon en zij zal hem Immanuël (= God is met ons) noemen.”
Wat is dat nu voor een teken? Een jongetje met een speciale naam? Moet een koning daar nu rekening mee houden? En wij soms ook?
Daarop krijgt u volgende week een antwoord.