Handelingen 6, 7
“En het Woord van God wies”
In het boek “Handelingen der apostelen” beschrijft Lucas de eerste tekenen van de nieuw aangebroken heilstijd van God. Die tekenen waren er overvloedig en zij spraken voor zichzelf. Ja, het Woord van God wies… Dat was zichtbaar in de wonderen en de geweldige toeloop van mensen, die tot het geloof kwamen. Daar was zelfs “een talrijke schare van de priesters” onder.
De Joodse leiders probeerden wel dit tegen te gaan door allerlei dwangmaatregelen. Maar zij bereikten slechts het tegenovergestelde. Steeds meer mensen gingen geloven!
“Het Woord van God wies”. Ons leven is vol dode woorden, die nooit verder komen dan het eigen kleine kringetje, lege woorden, nauwelijks gesproken zijn ze al weer vergeten. Het zijn geen woorden, die “beklijven”, die blijven hangen, laat staan dat er wasdom in zit of uit te voorschijn komt. Maar in het Woord van God groeit het… het wast, zoals in het zaad dat over onze akkers is uitgestrooid en overal tot wasdom komt. Er zit beweging in, groei, het wordt groter en groter, totdat het de grond uitbarst. Zo ging het ook met het Woord van God. Langzaam, maar zeker, gestadig, maar heel trefzeker baant het Zich een weg. Het breekt Zich baan over heel de wereld. En dat is nog zo! Het gaat verder en verder. Het is ook gekomen tot u en wil in u wortel schieten.
Laat u het ook toe, zodat het kan groeien en groeien in uw hart en leven?