In de schuilplaats des Allerhoogsten

Overal heerst onzekerheid en onrust. Maar God doet Petrus veilig wonen. Alles, ook dat uitzicht op zijn bittere lot, alles heeft hij in Gods hand gelegd. Dat mogen, ja, dat moeten ook wij doen! Want God waakt ook over ons. Wij mogen gerust slapen.

Wie in Gods schaduw overnacht,
zich met Zijn vleugels laat bedekken-
God zal hem in de morgen wekken,
in ’t morgenlicht, door ons verwacht.

Hij, die Gods vesting binnentreedt –
God zal zich over hem ontfermen,
hem zo behoeden en beschermen
dat hij zich altijd veilig weet.

Wat ons ook hindert of verwart,
God wil dat niets ons zal doen vrezen.
De dood zelfs moet Zijn dienaar wezen:
Hij legt ons dichter aan Gods hart
.

Enny IJskes-Kooger

“Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten,
Vernacht in de schaduw des Almachtigen.”
Ps.91, 1

“In vrede kan ik mij te ruste begeven
En aanstonds inslapen,
Want Gij alleen, o Here,
Doet mij veilig wonen.”
Ps.4, 9

“En Petrus sliep die nacht
Tussen twee soldaten.”
Handelingen 12, 6

David slaapt niet in vrede, omdat het leven zo zeker en veilig is en hij zich in deze veilige wereld een zeker en veilig huis heeft gebouwd.
Het lijkt er niet naar!
Maar hij slaapt rustig en in vrede, omdat God hem in deze onzekere en onveilige wereld zeker en veilig doet wonen. Omdat God het licht van Zijn aanschijn over hem verheft. Omdat God hem vreugde in het hart geeft.

En de apostel Petrus is net als koning David.
Herodes heeft Jakobus met het zwaard gedood. De Joodse elite vindt dat prachtig: weer zo’n lastpost van een ketter minder. Daarom durft Herodes nu verder te gaan en zet hij Petrus gevangen: de kopman van de Christelijke sekte. Hij zal morgen onthoofd worden.

Maar toen Herodes hem die dag liet halen, sliep Petrus tussen twee soldaten in, gebonden met zware ketenen. Hij sliep. Hoe is dat mogelijk? Petrus ligt daar rustig te slapen, in de gevangenis nota bene, met de marteldood voor ogen.

Zalige slaap! Slaap der rechtvaardigen! In vrede had hij zich neergelegd en zich aan de Heer toevertrouwd en zo was hij ingeslapen.
Overal heerst onzekerheid en onrust, ook daar in de gevangenis. Maar God doet hem veilig wonen. Alles, ook dat uitzicht op zijn bittere lot, alles heeft hij in Gods hand gelegd. Dat mogen, ja, dat moeten ook wij doen! Want God waakt ook over ons. Wij mogen gerust slapen.
Laten we elke avond maar in vertrouwen bidden:
“Laat mij slapend op U wachten, Heer, dan slaap ik gerust!”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *