Johannes 12, 32
Jezus zei: “Als ik van de aarde verhoogd ben, zal ik allen tot Mij trekken.”
Opnieuw gaan we deze zondag de Lijdenstijd in het kerkelijk jaar binnen. We worden er binnen geroepen. De Heer roept ons Zelf. Maar bij het binnen treden wordt de Lijdenstijd ook een gave en opgave tegelijk. Ga pas, als de roepstem van de Heer sterker wordt dan je – o zo begrijpelijke – weerstand tegen het lijden. Het kruis van Christus heeft immers niets aantrekkelijks. Het is niets natuurlijks. Wie wil dat nou?
Bij Kerst ligt dat heel anders. De geboorte van een kind is natuurlijk en ook aantrekkelijk. Daarom kunnen de meeste mensen ook iets met Kerst hebben.
Trouwens, dat is met Pasen ook wel zo. Het geboren worden tot nieuw leven, spreekt iedereen wel aan. Je komt het ook in de ontluikende natuur tegen: alles bloeit open en je ziet de lammetjes in de wei. Maar tussen Kerst en Pasen hebben we de Lijdenstijd. Kunnen we dat ook vieren? Tussen het Kindje in de stal en het lammetje in de wei hangt het Lam Gods aan een kruis. En dat is onnatuurlijk, voor Joden een aanstoot en voor heidenen een dwaasheid, zoals Paulus zegt. Toch heeft de kerk al bijna tweeduizend jaar deze onnatuurlijke dwaasheid gevierd en bezongen.
Hoe is dat mogelijk? Omdat in het kruis – hoe onbegrijpelijk ook – een gave van God tot ons komt. Aan de ene kant is het ’t teken van het oordeel en van de crisis. “Nu gaat er een oordeel over de wereld” (Joh.12, 31). Maar aan de andere kant is het ’t teken van de overwinning: “Als Ik van de aarde verhoog ben, zal ik allen tot Mij trekken” (Joh.12, 32). Vernedering en verhoging, oordeel en overwinning staan hier vlak naast elkaar. Het kruis omvat beide. Verhogen betekent in de taal van de Bijbel letterlijk “ophangen, boven de aarde hangen”. We zien dit bijvoorbeeld in Joh.3, 14: “Zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet de Zoon des mensen verhoogd worden”. Het volk van Israël in de woestijn, dat door slangenbeten vergiftigd werd, moest het oog opslaan naar een koperen slang, dat door Mozes op een staaf omhooggehouden werd. Wie het deed, bleef in leven (Numeri 2, 19). Zo is ook het verhoogde kruis een gave van God tot ons behoud, zoals de koperen slang het was voor de Israëlieten. Jezus gééft Zijn leven voor ons en Hij trekt ons daarmee uit onze ellende omhoog!
“Als Ik van de aarde verhoogd ben, zal k allen tot Mij trekken”.
Deze gave van het kruis is voor mensen heel aantrekkelijk! Het wordt daarmee gelijk ook tot een opgave aan ons. Dat we het laten zien! Het stelt ons de vraag: Wat doe ik daarmee? En het plaatst ons voor de zin van het lijden, de betekenis ervan. Als de Gekruisigde mensen tot Zich trekt, dan verandert Hij die mensen. Van natuurlijke mensen, die het kruis haten, maakt Hij geestelijke mensen, die het kruis op zich nemen. Daar zit de opgave in: dat wij ons door het kruis van Christus láten veranderen. Van mensen, die zich alleen maar aan het kruis ergeren, tot mensen die het kruis met Christus willen delen. Mensen, die met vallen en opstaan, soms zelfs tegen wil en dank, zich bij Christus’ kruis willen laten betrekken. En dat in de meeste praktische zin van het dagelijkse gebeuren: in de omgang met andere mensen, in het dragen van elkaars lasten, in het lenigen van allerlei noden, dicht bij en ver weg. We kunnen het ook laten zien in het “vasten”, dat je het in de 40-dagen tijd wat minder aan doet in je uitgavenpatroon, dat je bijvoorbeeld geen vlees eet en minder snoept. Wat je over houdt kun je dan delen met anderen, die het zo veel minder hebben. Er is zo veel lijden in de wereld, waar hulp geboden moet worden. Ik denk aan de mensen, die hongersnood hebben of geen dak boven het hoofd, mensen die lijden aan vreselijke ziektes of getroffen worden door natuurrampen. Lijdenstijd in de kerk is vooral ook tijd van meeleven, van barmhartigheid en zorg voor elkaar, diaconale tijd.
Het kruis van Christus is onnatuurlijk. Het maakt de lijdende mens zichtbaar. En dat willen we liever niet. Lijden is afstotend in al zijn vormen. Maar daar ligt nu juist ook het wonder: dat God juist daar in de wanstaltigheid van het lijden van Zijn Zoon de verhoging in heerlijkheid beginnen laat. En geeft dat ons ook geen moed en hoop? Jezus’ kruis tekent ook voor ons een moeilijk begaanbare, niettemin zinvolle weg af: van lijden tot overwinning, van vernedering tot verhoging, van dood tot leven. Dat Hij de Herder is en de Gids op deze weg, dat mag u in de Lijdenstijd gedenken en ook persoonlijk ervaren. In die zin hebben we echt wat te vieren!
Ds Kroes hier ben ik weer Thea.Een mooie beschrijving hoor van de betekenis van het lijden ,het is goed om dat tot je te laten doordringen wat moeten wij toch nog veel leren D.s !
Ik heb de preek van afgelopen zondag elf maart gemist,of heb ik niet goed gezocht? Dat hoor ik mischien nog van u ?
veel groetjes en bedankt !Thea
Thea, zoekt en gij zult vinden! Ds.Kroes