Zonder God in de wereld

Stellen we ons zelf eens de vraag: “Zou er veel in mijn leven veranderen, als God er niet was?” Wees eens eerlijk! Ik denk, dat menigeen zou moeten erkennen: “Nee, veel veranderen zou er dan niet!” Wat toch eigenlijk wil zeggen, dat ook wij veelal “zonder God in de wereld” leven.

Er is eens een enquête gehouden over het geloof van de Nederlanders. Toen bleek, dat bijna de helft niet meer in een persoonlijke God gelooft. En het lijkt nog met de dag toe te nemen. Mensen reageren daar heel verschillend op. De één vindt zoiets heel erg, een ander zal misschien zeggen: “Ach, wat zou het… alsof er geen belangrijker dingen in de wereld zij om je druk over te maken!”

Ook in Paulus’ dagen waren er velen, die niet (meer) in een persoonlijke God geloofden. Alleen was er dit verschil: voor de ogen van de apostel nam dit verschijnsel duidelijk af naarmate meer mensen Christus gingen volgen. Hij schrijft daarover in de Ephesenbrief (2,12): “Gedenkt, dat gij in die tijd waart zonder God in de wereld”.  Jullie waren, zo bedoelt Paulus, eigenlijk atheïsten. Mensen, die het bestaan van de levende God ontkennen. Mensen, die de kerken afbreken of er hooguit nog musea van maken.

Mensen zonder God in de wereld, we kennen ze wel. Er is ook twijfel in ons zelf. Dan is er een grote leegte, geen gebed, geen dankzegging, geen besef van afhankelijkheid, vaak ook geen besef van verantwoordelijkheid (voor wie immers moet je dan nog verantwoordelijk zijn? Als er geen God is, die de mens roept en dus tot “antwoorden” brengt!). We huiveren voor een dergelijke levenshouding. Maar laten we bedenken, dat het ook mogelijk is uiterlijk het atheïsme te verfoeien, maar innerlijk toch ook “zonder God in de wereld” te zijn. Stellen we ons zelf eens de vraag: “Zou er veel in mijn leven veranderen, als God er niet was?” Wees eens eerlijk! Ik denk, dat menigeen zou moeten erkennen: “Nee, veel veranderen zou er dan niet!” Wat toch eigenlijk wil zeggen, dat ook wij veelal “zonder God in de wereld” leven. Voor Paulus was dit verleden tijd, voor ons niet. En dat wordt in de toekomst steeds erger!

“Maar nu in Christus Jezus zijt gij, die eertijds verre waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus.” (Eph. 2, 13). Hoe zijn ze dicht bij God gekomen? In Christus Jezus, door Zijn bloed. Uit ons zelf komen we, denk ik, nooit verder dan “zonder God in de wereld”. We hebben er iemand bij nodig: God Zelf, zoals Hij zich gegeven heeft aan de mens in Christus. Op verrassende manier heeft Hij dat gedaan, zoals Hij dat ook alleen maar kan, echt zo anders als God Zelf anders is dan ons mensen. De mens leefde dan wel “zonder God in de wereld”, maar God leefde niet “zonder de mens in de wereld”. Dat is het hele geheim, waar het op aankomt! De mens rekent niet met God, maar Hij rekent wel met de mensen! Wij vroegen niet naar Hem, maar Hij vraagt wel naar ons! Hij is in Christus tot ons gekomen, toen wij Hem volkomen kwijt waren. En dat doet Hij nóg! Gelukkig wel! Dat geeft ons mensen “zonder God in de wereld” hoop, heel veel hoop! Heeft die wereld niet “een God in de mensen”?
 
Laten we Hem dan ook, net als Paulus deed, de mensen nabij brengen!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *