Deze week stond in alle kranten het bericht, dat de doodstraf van Marinus van der Lubbe uit 1933 na een juridische strijd van veertig jaar nietig is verklaard. Het was een jaar vóór mijn geboorte, in 1933, dat het proces in Berlijn speelde. Ouderen onder u kunnen zich dat misschien nog herinneren.
Het Rijksdaggebouw in Berlijn, de trots van de Duitse natie was in vlammen opgegaan. Een Hollandse jongen van 24 jaar werd als schuldige aangewezen. Wat deed zo’n jongen daar in Berlijn? Hij was een communist uit Oegstgeest en wilde de communisten in Duitsland, die het erg moeilijk kregen onder de opkomende Nazi’s een handje gaan helpen. Toen het Rijksdaggebouw afbrandde liep hij daar (toevallig?) rond. Onder grote druk heeft hij toen bekend het gebouw in brand te hebben gestoken. Hij werd ter dood veroordeeld en is op 10 januari 1934 onthoofd. Het is altijd onduidelijk gebleven, of hij werkelijk de dader is geweest of dat de Nazi’s hem hebben gebruikt om zelf de macht te grijpen. Het zou heel goed kunnen zijn, dat de Nazi’s zelf er de hand in hebben gehad om daardoor de op handen zijnde verkiezingen te gaan winnen! In ieder geval liepen er bij de brand ook SA-ers rond en is er het uiterst brandbare fosforkoolwaterstof gebruikt, dat Van der Lubbe nooit in zijn bezit kan hebben gehad. Het is daarom een goede zaak, dat Marinus van der Lubbe eindelijk – na 74 jaar! – is gerehabiliteerd.
Een oud krantenartikel uit vervlogen tijden vertelt ons zijn verhaal:
Geen schadevergoeding voor de nabestaanden (bericht het duitse nieuws):
Die Angehörigen des als Reichstagsbrandstifter verurteilten Marinus van der Lubbe haben trotz der Aufhebung des Urteils keinen Anspruch auf Entschädigung. “Es gibt keine entsprechende Rechtsgrundlage”, erklärt der Berliner Anwalt Reinhard Hillebrand anlässlich des 75. Jahrestages des Reichstagsbrandes. Er hatte dafür gesorgt, dass die Bundesanwaltschaft das von den Nazis vollstreckte Todesurteil im Dezember aufhob.
Das Gesetz aus dem Jahr 1998, nach dem bestimmte nationalsozialistische Urteile aufgehoben werden können, sehe eine Entschädigung nicht vor, erläutert Hillebrand. Es sei lediglich die juristische Akte des 1934 hingerichteten niederländischen Anarchisten geschlossen worden