Uit de behandeling van de Nieuwtestamentische tijdsterminologie bleek, dat bij Paulus de volgende zuivere tijdsbegrippen te vinden zijn: de substantiva “kairos, chronos, hemera en telos”; de adjectiva “aioonios en eschatos”. Bijwoordelijke bepalingen zijn “nun, arti, heoos arti, ho nun kairos”; preposities zijn “pro, achri”; prepositionele verbindingen zijn “achri tou nun, achri tes semeron, proetoimazein, pro-hortizein”; conjuncties in temporele bijzinnen “hooste, hote, epein, aphhou, heoos”.
Hiernaast kunnen nog aanwijzingen over het Paulinische tijdsverstaan gevonden worden in het gebruik van verschillende modi en tempora in de werkwoordsvormen, Paulus’ omgang met het Oude testament, uitspraken van “hoop” en “verwachting”, en opmerkingen in verband met zijn persoonlijke leven en levensbeschouwing. Om een goed overzicht te verkrijgen heb ik gemeend de teksten in de Paulinische hoofdbrieven, waarin een of andere vorm van tijdsaspect zichtbaar is, in een zestal rubrieken onder te moeten brengen, te weten:
- Substantiva, adjectiva en verbale vormen;
- Bijwoordelijke bepalingen;
- Oudtestamentische Schriftgedeelten;
- Uitspraken van “hoop” en “verwachting”;
- Het tijdsaspect van Paulus’ persoonlijke leven;
- Preposities, prepositionele verbindingen en overige tijdselementen.
Overzicht der relevante teksten
Als voorbeelden zal ik eerst enkele teksten uitschrijven. Daarna zal ik de overige teksten noemen.
Rom.1, 1v “uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen,2 dat al bij monde van zijn profeten in de heilige geschriften is beloofd”.
Rom.1, 17 “Want de rechtvaardigheid van God wordt in hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven”.
Rom.1, 25 “…die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen.”
Rom.2, 5v ” Doordat u zo hardleers bent en niet tot inkeer wilt komen, maakt u dat de straf waartoe God u veroordeelt op de dag dat Hij Zijn rechtvaardig vonnis uitspreekt en uitvoert, alleen maar zwaarder wordt.
God beloont ieder mens naar zijn daden.”
Rom.2, 16 “Op de dag dat God de verborgen zaken van de mensen zal oordelen…”
Rom.3, 21 “Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar.”
Rom.3, 25v “God wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.”
Rom.4, 17 “gelijk geschreven staat: Tot een vader van vele volken heb Ik u gesteld – voor het aangezicht van die God, in wie hij geloofde, die de doden levend maakt en het niet zijnde tot aanzijn roept”.
Rom.4, 18 “Tegen alle hoop in heeft hij gehoopt”.
Rom.5, 2vv “Wij zijn dus als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. 2 Dankzij hem hebben we door het geloof toegang gekregen tot Gods genade, die ons fundament is, en in de hoop te mogen delen in zijn luister prijzen we ons gelukkig. 3 En dat niet alleen, we prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, 4 volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop. 5 Deze hoop zal niet worden beschaamd, omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is”.
Rom.5, 6, 8, 9, 11, 12-21, 13, 20
Rom.6, 10 en 21
Rom.7, 1, 6, 17
Rom.8, 1, 18, 20, 22vv, 29, 36, 38v
Rom.9, 5, 9, 23
Rom.10, 4, 21
Rom.11, 2, 5, 8, 25, 28, 30v, 36
Rom.12, 2, 11, 12
Rom.13, 11v, 13
Rom.14, 5v, 10
Rom.15, 4, 5, 7v, 13, 19, 23, 25
Rom.16, 26, 27
Korinthe
1, 7v, 18, 20 // 2, 6 en 7 // 3, 2, 13, 15, 18 // 4, 3, 4, 5, 11 // 5, 5 en 11 // 7, 5, 14, 29, 39 // 8, 6 en 13 // 9, 10, 16, 24vv // 10, 1-11, 26 // 12, 18 en 20 // 13, 13 // 14, 6 // 15, 20vv, 23,vv, 28,, 30 // 16, 7, 12, 23 .
Korinthe
1, 7, 14, 20, 22 // 2, 15 // 3, 6-18, 12 // 4, 4, 14, 16, 17v. // 5, 5, 6vv, 16, 17 // 6, 2 // 7, 8 // 8, 11, 14, 22 // 9, 9 // 10, 15 // 11, 28, 31 // 12, 9 // 13, 2.
Galaten
1, 4, 5, 18, 23 // 2, 5, 20 // 3, 3, 8, 19 // 4, 1, 4, 9, 10, 21-31, 25, 29 // 5, 5 // 6, 9v, 15.